“Ik ben verheugd dat er zoveel schandalen aan het licht komen”

Axel Haelterman haalde een maximale score op zijn eindverhandeling over fiscale consolidatie en sindsdien ging het in stijgende lijn. Hij is 43, topadvocaat bij Freshfields Bruckhaus Deringer, hoogleraar aan de KU Leuven en adviseur van minister Didier Reynders. De geknipte figuur om te vragen of de fiscale amnestie iets gaat opleveren, waarom er zoveel boekhoudschandalen aan het licht komen en hoe hij stressvrij blijft.

Op de 24ste verdieping van de Bastion-toren in Brussel huist het kantoor van Axel Haelterman (43). Vanuit zijn bureau kan de topadvocaat van Freshfields Bruckhaus Deringer zowel het koninklijk paleis als de collega’s van Linklaters DeBandt in het oog houden. Van een strategische locatie gesproken.

Het espressoapparaat, dat al zoveel goede diensten heeft bewezen tijdens onderhandelingen over de verdeling van familievermogens, is jammer genoeg in herstelling. Als compensatie krijgen we een glasheldere analyse over de jongste evolutie in het belastingwezen. Over netelige dossiers waarin hij als advocaat bij het toenmalige Loeff Claeys Verbeke optrad, zoals Artwork Systems, houdt hij echter de lippen stijf op elkaar. “Beroepsgeheim,” is dan het standaardantwoord. Wat Lernout & Hauspie betreft, waar Loeff als adviseur optrad, beklemtoont hij nooit individuele adviezen te hebben verstrekt.

Tijdens de fotosessie knippert Haelterman even met de ogen, als een verlegen schooljongen. Maar schijn bedriegt. De kleine zenuwtrek is het gevolg van een kinderverlamming uit zijn jeugd. Achter de façade van brave koster schuilt een briljante advocaat, die graag balanceert op het scherp van de wetgeving en steeds het onderste uit de kan weet te halen. Zelf ontkent hij dit agressieve imago. “Als ik het aantal negatieve adviezen tel die van mijn bureau vertrekken, zou ik eerder zeggen dat ik het voorzichtigheidsprincipe sterk koester. Creativiteit is geen agressiviteit.”

De deeltijdse hoogleraar personen- en vennootschapsbelasting aan de KU Leuven maakte faam als fiscaal brein achter de toenmalige CVP-ministers Wivina Demeester en Eric Van Rompuy. Hij werkte mee aan de juridische basis van het administratiekantoor, de aandelenopties en de Vlaamse successierechten en trad op als adviseur van minister van Financiën Didier Reynders ( MR) bij de uitwerking van de eenmalige bevrijdende aangifte, beter bekend als fiscale amnestie.

Zijn echtgenote Brigitte Boone is wereldwijd hoofd van de divisie Private Equity, de durfkapitaaltak van Fortis. Hij kent het financiële wereldje dus van binnen en van buiten. Maar dat levert volgens hem geen belangenconflicten op. “Bij ons thuis wordt nagenoeg nooit over zaken gesproken. Er bestaat nog iets anders dan werken in dit leven. Het weekend, onze drie dochters en zes paarden zijn heilig.”

AXEL HAELTERMAN (FRESHFIELDS BRUCKHAUS DERINGER). “Ik zie schandalen van verschillende orde. Bij Parmalat gaat het blijkbaar om een ontvreemding van middelen. Door geld uit de vennootschap te halen, berokkent de topman schade aan het bedrijf. Voor zulke vormen van bedrog bestaat geen verschoning. Die misdrijven moeten streng beteugeld worden. Adecco lijkt een totaal ander geval. Hier zouden activa verkeerd geboekt zijn, waardoor een desinformatie van de financiële markt ontstaat. Maar er werd geen waarde aan de onderneming onttrokken. Dat is een wezenlijk verschil.

“Ik ben verheugd dat vandaag zoveel schandalen aan het licht komen. Dat betekent dat de maatregelen van corporate governance, die na het Enron-debacle genomen werden, wel degelijk effect hebben. Door de banden tussen controleur en adviseur los te koppelen, is de transparantie verhoogd. Blijft nog een belangrijk probleem: de verantwoordelijkheid. Mijns inziens moeten we de aansprakelijkheid binnen het bedrijf bij de initiator van het delict, die belang bij de fraude heeft, zoeken. Maar dan moeten we voor de aandeelhouders en derden ook een deep pocket (een kapitaalkrachtig persoon) vinden, die zo’n aansprakelijkheid financieel kan dragen. Dan is het risico verzekerbaar. We mogen immers niet vergeten dat door de globalisering van de economie de Amerikaanse wind van schadeclaims naar Europa is overgewaaid. Vandaag zijn bijna alle beursgenoteerde groepen een dochter of moeder van een bedrijf in de Verenigde Staten.”

De publieke opinie – met de belegger op kop – stelt steeds meer de dubieuze rol van de analist, de advocaat of de bankier in vraag. Ze schroefden waarderingen op of stelden schimmige belastingroutes voor met het oog op hoge commissies. Maar nu de zeepbel is gebarsten, blijft de kater. Waar ligt de maatschappelijke rol van de fiscale adviseur?

HAELTERMAN. “De bedrijfsrevisor controleert de informatie die in het jaarverslag staat. De fiscaal adviseur daarentegen begeleidt de onderneming bij het kostenmanagement. Maar daarmee is de kous nog niet af. Vandaag moet elke fiscale constructie aan vijf criteria voldoen: technisch haalbaar, geen simulatie, economische werkelijkheid, financiële redelijkheid en geen schade aan de reputatie. Ik verklaar me nader.

“Als jonge stagiair aan de balie van Brussel leerde ik dat een advocaat de eerste rechter in het dossier is. Naast technische raad moet hij zijn cliënt een haalbaarheidsoordeel geven. Vervolgens moet de belastingconsulent aan de ingenieurs op deze wereld duidelijk maken dat wetten niet altijd functioneren zoals in de natuur. Enerzijds evolueert het recht mee met de samenleving, anderzijds passen mensen de wetten toe. Het is niet omdat een constructie juridisch mogelijk is dat de administratie of een rechter ze ook aanvaardt. Denk bijvoorbeeld aan de ophefmakende Cera-zaak, waar de rechtbank van koophandel in december 1999 aan 350 aandeelhouders een schadevergoeding toekende omdat ze onvoldoende betrokken waren bij de totstandkoming van KBC. Strikt juridisch had de Almanij-groep niets verkeerd gedaan, maar wel het principe van de goede trouw met de voeten getreden.

“Onder de oude Brepols-doctrine had deze praktijk geen problemen opgeleverd. Toen primeerde de strikte letter van de wet. Zolang iets niet verboden was, mocht elke fiscaal geïnspireerde transactie, uitgezonderd simulatie. Sinds de invoering van de antirechtsmisbruikmaatregel in 1993 heerst het principe van de economische werkelijkheid. Louter fiscale optimalisatie zonder enige substantie wordt verworpen. De jongste jaren stelt Justitie de vraag of de operatie ook financieel redelijk is. Een constructie mag niet meer kosten dan ze opbrengt. Fout is dus een aandeel kopen voor 100, het verkopen voor 105 met een belastingvrije meerwaarde van 5, en de kredietkosten van 7 fiscaal in mindering brengen. Ten slotte eist de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen tegenwoordig dat de operatie geen schade aan het imago van de financiële instelling mag berokkenen.”

Volgt de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) ook deze ontwikkeling? Het bedrijfsleven is niet gelukkig met haar recente adviezen over de waardering van activa (zoals bij Artwork Systems) en de boeking van de beschrijfkosten als deel van de aanschafprijs binnen vastgoedbevaks. Op basis van deze normen lapt de fiscus een aantal beursgenoteerde ondernemingen een extra aanslag aan hun been.

HAELTERMAN. “Puur technisch gezien zijn dat goede adviezen, geïnspireerd door de international accounting standards (IAS). Een boekhouding moet een correct beeld van de vennootschap geven, inclusief de nettovermogenspositie. Het probleem van de richtlijnen 126/17 en 126/18 is dat ze lijnrecht ingaan tegen de vroegere adviezen van de CBN. Nochtans is de wet niet veranderd. Bovendien kunnen zulke normen nooit met terugwerkende kracht ingevoerd worden. Om uit die impasse te raken, moet de regering dringend de boekhouding en de fiscaliteit loskoppelen. In ons land wordt de belastbare basis nog altijd vastgesteld op basis van de jaarrekening. Dat leidt tot aberraties, zoals het geval van Artwork Systems aantoont. Ook de CBN is zich hiervan bewust. In haar consultatiedocument over de invoering van IAS afgelopen zomer stelde deze werkgroep zelf voor om beide regels uit elkaar te halen. Laten we boekhoudkundig IAS volgen, maar de fiscale waarderingsregels behouden. Dat lijkt me een zinvolle suggestie.”

In welke mate zal de Europese antiwitwaswetgeving financiële schandalen verhinderen? Na een arrest van het Hof van Cassatie lopen de banken zelfs het gevaar van heling beticht te worden.

HAELTERMAN. “De antiwitwaswetgeving verplicht de financiële sector zich te wapenen tegen misdaadgeld. Dat is een goede zaak. Iedereen moet achter de strijd tegen fiscale fraude staan. Het arrest verrast echter door de ruime interpretatie. Ze beschouwt gewone belastingontduiking ook als een misdrijf. Volgens bepaalde juristen mogen bankiers voortaan geen geld meer aanvaarden van arbeiders die in het zwart bijklussen, zonder het gevaar te lopen van heling beschuldigd te worden. Bij een onaangekondigde overschrijving uit het buitenland zitten de loketbedienden altijd vast. Als ze de transactie verdacht vinden, kunnen ze het bedrag zelfs niet terugsturen, want dan verhandelen ze criminele gelden. Als gevolg van die brede interpretatie krijgt de financiële sector dus lood in de vleugels. Daarom moet er een nieuw evenwicht komen tussen bankgeheim, bescherming van de levenssfeer en een strenge toepassing van de antiwitwaswetgeving.

“Op dat punt is de timing van de fiscale amnestie heel goed. De operatie valt samen met de invoering van de spaarrichtlijn en de uitwisseling van informatie op Europees vlak. Bovendien wil de jonge generatie de buitenlandse gelden van de ouders beschikbaar hebben in België. Ondanks mijn ethische bezwaren vind ik de huidige invulling van de fiscale amnestie verantwoord, omdat ze niet te ver gaat. Gelden die afkomstig zijn uit misbruik van vennootschapsgoederen en oplichting komen niet in aanmerking voor de amnestie. Ook de gemengde verzekeringsproducten Tak 21 en Tak 23 vallen erbuiten, behalve als de belastingplichtige kan aantonen dat de beleggingen vergelijkbaar zijn met een spaarproduct en op een buitenlandse rekening stonden vóór 1 juni 2003. In die gevallen moet hij in de toekomst wel een roerende voorheffing betalen.

“De fiscale amnestie richt zich met andere woorden op de zachte fraude met grijs geld – dat zijn de niet-aangegeven inkomsten uit beleggingen – en vermogens uit een ver familiaal verleden. Het geeft dus geen vrijgeleide aan personen met een misdadig verleden. Daarnaast beantwoordt de maatregel aan de drie basisvoorwaarden voor een fiscale amnestie: eenmalig, stok achter de deur voor weigeraars, en een budgettaire opbrengst, zodat de bonafide belastingbetaler er ook zijn voordeel uit haalt.”

Toch heerst grote onzekerheid over de concrete toepassing van de wet. Zal de maatregel succes hebben?

HAELTERMAN. “Dat de strafrechtelijke uitsluiting negatief op de uiteindelijke opbrengst weegt, is waarschijnlijk en niet meer dan normaal. Maar alles hangt af van het vertrouwen van het publiek. Daarom wil ik meewerken aan het opheffen van de onzekerheid. We hebben een Vlaams decreet nodig om het probleem van de successierechten op te lossen. Mijn collega Victor Dauginet denkt van niet, omdat de federale regering de invordering van deze belasting voor haar rekening neemt. Maar je kunt toch moeilijk de procedure van inning zo veranderen dat in zulke gevallen de successierechten geen cent opleveren? Dat gaat mijns inziens te ver.”

Is fiscale consolidatie een oplossing voor de delokalisatie van onze ondernemingen? De winsten van buitenlandse dochters zouden dan worden belast bij de Belgische moederondernemingen.

HAELTERMAN. “Belastingen heffen is territoriaal gebonden. Door fiscale consolidatie worden buitenlandse winsten van dochterondernemingen in België belastbaar. Maar men zal altijd rekening moeten houden met de belastingen die de vennootschap buiten de grenzen al heeft betaald. We kunnen een inkomen nu eenmaal geen twee keer belasten. Fiscale consolidatie is dus zeker geen wapen in de strijd tegen de delokalisatie van ondernemingen. Toch heeft ons land zo’n maatregel dringend nodig om de problemen bij de overname van ondernemingen op te lossen. Meestal maakt het gekochte bedrijf winst en betaalt het ook belastingen, terwijl de overnemer een holding is die geen blijf weet met de interesten op de lening die werd aangaan om de overname te financieren. Dat systeem drukt op de prijs en op de financiering van de overnames. Een fusie tussen beide vennootschappen kan ook niet, omdat die fiscaal neutraal moet zijn. We zouden moeten komen tot een systeem waarbij men een fiscaal financieringsvoordeel heeft. Maar op dit vlak stoten we al te vaak op negatieve rulings.”

Werner Niemegeers Eric Pompen

“In ons land wordt de belastbare basis nog altijd vastgesteld op basis van de jaarrekening. Dat leidt tot aberraties.”

“Ondanks mijn ethische bezwaren vind ik de huidige invulling van de fiscale amnestie verantwoord, omdat ze niet te ver gaat.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content