“Ik ben Paul Janssen nog altijd dankbaar”
De legendarische wetenschapper Paul Janssen stuurde zijn jurist Paul Appermont bijna 30 jaar geleden naar China om daar de basis van een lokale vestiging te leggen. Janssen bleef Appermont niet trouw, maar China zou de consultant en kunsthandelaar nooit meer loslaten. Ook de diepe bewondering voor dokter Janssen bleef.
Mooi op tijd”, lacht Paul Appermont (62) als we hem in zijn moderne, functionele villa in Waasmunster opzoeken. “In China is op tijd op je afspraak verschijnen uiterst belangrijk om een goede indruk te maken.”
Appermont valt meteen met de deur in huis. Als spraakwaterval wijst hij op de Chinese kunstvoorwerpen in de traphal en in de woonkamer. China vult zijn dagen en dromen. Dat deed de legendarische wetenschapper Paul Janssen evenzeer. Appermont is in Bilzen in Limburg geboren. Hij werd door wijlen Janssen bijna 30 jaar geleden uitgestuurd om als een rasechte pionier mee de basis te leggen van de Chinese activiteiten van het farmabedrijf. Xian-Janssen, een joint venture met de Chinese overheid in Midden-China, groeide sindsdien uit tot een bedrijf met ruim 2000 werknemers en een omzet van enkele honderden miljoenen euro. Xian-Janssen is trouwens nog altijd een van de grootste joint ventures in China en werd enkele jaren geleden nog verkozen tot de Chinese werkgever van het jaar.
China werd voor Appermont niet alleen een liefde voor het leven, maar zorgt ook voor brood op de plank. De consultancyactiviteiten worden stilaan afgebouwd om meer tijd te kunnen steken in de import van Chinese kunstvoorwerpen, gaande van antieke tot unieke terracottabeeldjes. Het huis gebruikt Appermont als showroom voor selecte kransjes kandidaat-kopers.
En zeggen dat Appermont na zijn studies rechten in Leuven en internationale wetenschappen in Genève door Janssen was aangeworven als bedrijfsjurist. Negen jaar later, in 1981, trok hij onverwacht de deur achter zich dicht in Beerse en ging hij in op een lucratief jobaanbod van de Amerikaanse biotechgroep Biogen. Die groep was toen nauwelijks de kinderschoenen ontgroeid. Appermont trok voor Biogen weer naar Genève, om van daaruit op vraag van Biogenstichter en Nobelprijswinnaar Walter Gilbert de internationale expansie te leiden. “Of ik Janssen te vroeg heb verlaten? De vraag is mij al vaak gesteld, maar het aanbod van Biogen was gewoon té mooi.”
Appermont verliet Biogen na vier jaar. Hij bleef in Genève om met de intussen overleden professor van het Institut Pasteur, Jean-Louis Gentilini, de eerste chipkaart voor medische gegevens te ontwikkelen. Dat project, de ‘Medicard’, stierf een stille dood. “We kwamen er twintig jaar te vroeg mee”, beseft Appermont. “Maar we waren daarmee wel de voorlopers van de SIS-kaart. Er zaten niet alleen persoonlijke gegevens in, maar ook een gestandaardiseerd medisch dossier. We zijn daarin niet geslaagd omdat er toen nauwelijks sprake was van informatisering en de hardware ontbrak. Bovendien was er enorme tegenkanting van artsen en hun syndicaten die niet wilden weten van een overdraagbaar medisch dossier.”
Appermont had gelukkig nog andere ijzers in het vuur. Zo is hij al sinds jaar en dag bedrijfsconsultant, onder meer voor het Gentse beursgenoteerde biotechbedrijf Innogenetics. Dat begeleidde hij mee vanaf de wieg. Voorts stelt hij zijn diensten en netwerk vooral ter beschikking van bedrijven die aan de slag willen in China. “Van contact tot contract.”
Het hectische leven heeft ook zijn emotionele tol geëist. Zijn huwelijk strandde in Genève en ook een tweede relatie liep op de klippen. De relaties met de drie kinderen uit zijn huwelijk en de twee zonen uit de tweede relatie zijn sterk. Zijn zesjarige dochter met zijn huidige levens- en zakenpartner Catherine houdt hem fysiek en mentaal scherp.
Pioniersjaren
“Ik ben in 1970 in Leuven afgestudeerd als doctor in de rechten. Toen kon je nog doctor worden zonder een doctoraat te doen (lacht). Nadien heb ik twee jaar verder gestudeerd in Genève samen met mijn goede vriend Johan Swinnen. Hij is nu ambassadeur in Kinshasa. We hadden afgesproken om samen in de diplomatie te gaan, maar ik kon niet deelnemen aan het diplomatiek examen omdat ik in 1972 nog niet in orde was met mijn legerdienst. Ik had de vereiste twee broederdiensten, maar mijn tweede broer was nog net niet aan zijn dienst begonnen.”
“Ik was toen al getrouwd, had een kind en mijn vader stuurde mij regelmatig De Standaard. Daarin vond ik een advertentie van Janssen waarin stond dat ze een bedrijfsjurist zochten. Een maand later ging ik er aan het werk.”
“Ik heb geluk gehad en vele kansen gekregen. Ik heb Janssen meegemaakt in de gouden jaren 70, echte pioniersjaren. Alles was toen mogelijk onder de bezieling van Janssen, die ik zeer goed heb gekend. Ik was ook juridisch adviseur voor zijn persoonlijke zaken.”
“Ik ben nog altijd een fan van Janssen. En ik ben hem nog altijd dankbaar voor de aanzet voor mijn Chinaconnectie, door mij samen met twee anderen naar China te sturen in 1979. Hijzelf is trouwens van in het begin een Chinabeliever geweest.”
“Paul Janssen koos resoluut voor de stad Xi’an in het binnenland van de provincie Shaanxi. Dat gaf het voordeel dat er geen concurrentie was en je kon rekenen op de volledige steun van de provincie. Niemand anders wilde toen gaan. Het werd een echt avontuur. Xi’an was toen echt the middle of nowhere, zonder enig toerisme, hoewel het toch de eerste keizerlijke hoofdstad was geweest. Het beroemde terracottaleger was er net ontdekt. De eerste keer gingen we voor drie weken in december. Ik heb fysiek nooit zo afgezien, door de kou.”
“Ik kon daar onder leiding van Joos Horsten, de toenmalige productiechef bij Janssen, de basis leggen van het hele project van Janssen in China. En ik ben er toen ook gebeten door de cultuurmicrobe. Als je zaken wil doen, moet je je aanpassen aan die cultuur. De naam Janssen was daarbij een enorme troef. Bij die naam gaan bijna alle deuren open. Janssen zelf had altijd veel respect voor de Chinese cultuur.”
“Janssen was een topmanager die altijd zeer toegankelijk was. Hij geloofde heilig in management by walking around. Wat ik nog geleerd heb van Janssen? Visie. Het was iemand die erg ruim dacht. Een koppige Kempenaar ook. En dat is niet pejoratief bedoeld, integendeel. Hij was zeer gedreven, maar gaf ook de nodige ruimte aan de mensen.”
“Ik ben er niet alleen wijs geworden in marketing en verkoop, maar heb van Paul Janssen ook luisterbereidheid geleerd. En om multifunctioneel te zijn. Een Amerikaan is gewoon dossier per dossier af te werken, terwijl je bij Janssen tientallen dingen tegelijk kon doen en deed. Janssen was ook een antibureaucraat. Ondernemen is risico’s nemen. Als je alle risico’s wil uitsluiten, verlies je 200 % van de opportuniteiten, vond Janssen.”
“De meesten bij Janssen waren op school geweest in het college Sint-Jozef in Turnhout, bij de jezuïeten. Dat was een echte kweekschool voor het bedrijf.”
Loyauteit doorbroken
“Toen ik wegging, leek dat wel een drama. Ik werd weggekocht door het eerste biotechbedrijf: Biogen. Janssen kon niet geloven dat ik vertrok. Hij vond dat ik de loyauteit doorbrak en heeft drie uur op mij ingepraat. Biotech noemde hij toen de biggest fraud of the century. Voor een stuk had hij ook gelijk. Dat heb ik pas veel later begrepen. Als je ziet hoeveel geld in Biotech is gestoken en als je dat vergelijkt met wat er uitgekomen is.”
“Veel mensen hebben in de jaren 80 zo’n keuze gemaakt. Het economische klimaat in België was slecht. Veel werken en weinig overhouden. Wilfried Martens kondigde de devaluatie van de Belgische frank aan. Ik kreeg de kans terug naar Zwitserland te gaan waar ik al een stuk van mijn leven had doorgebracht, tegen een verloning die een meervoud was van wat ik bij Janssen had. Ik hield er ook een meervoud aan over.”
“Toch is de way of life hier in België aangenaam. Ook de Zwitsers zijn harde werkers, maar ook veel meer gestructureerd. Kijk naar de architectuur hier, die variatie, dat is typisch voor België. Wij zijn individualisten en Chinezen zijn dat ook. De Duitse of Zwitserse architectuur is meer standaard. Alles carré en ze denken ook carré. De Zwitserse douaniers, daar moet je geen grapjes mee uithalen. Wij zijn een beetje arrangeurs. We ronden graag de hoeken af.”
“Ik heb twintig jaar officieel in Genève gewoond. Eerst voor Biogen en dan voor EMS. Een van de filialen van Biogen was Biogent met aan het hoofd Hugo Van Heuverswyn. En Biogent is voor mij de voorloper van Innogenetics. Hugo heeft het initiatief genomen om Biogent los te weken van Biogen. Tot vandaag verhuur ik mijn diensten aan bedrijven als Innogenetics. Vooral biotech- en farmabedrijven, maar evengoed Philips Healthcare.”
“In de jaren 90 heb ik mij in de eerste plaats beziggehouden met Innogenetics. Tot en met de beursgang. Ik ben in zekere zin meer Innogenetics dan vele anderen samen. Ik heb de gouden tijden meegemaakt en ook de terugval. Maar ik ben nog altijd een absolute believer van wat zij doen. In al die jaren bij Innogenetics heb ik nog nooit zoveel belangstelling geweten van de grote farma- en biotechbedrijven voor hun biomerkers tegen de ziekte van Alzheimer.”
Met mes en vork
“Chinezen hebben geduld, zijn leergierig en ambitieus. Het land heeft een dynamiek die wij niet meer hebben. Ik geloof absoluut in de verdere economische groei in China. Je ziet er nu ook een nieuw type ondernemers. Perfect Engelstalig, goed in directe communicatie en met een directe repliek. Een Japanner moet altijd overleggen en laat het achterste van zijn tong niet zien.”
“Chinezen hebben wel geen cultuur van juristen. Het is zeer moeilijk om financiële informatie te krijgen. Dat is een kwestie van vertrouwen. Het moet eerst klikken. Zin voor humor is belangrijk. En als je daar eenmaal bent geweest, leer je meteen ook relativeren. Hoe kunnen wij bijvoorbeeld hier beweren dat we goede manieren hebben, als we maar met mes en vork eten? Driekwart van de wereldbevolking gebruikt die niet eens.”
“In plaats van ons land te promoten door bier, chocolade en frieten, zouden we ons veel beter promoten via kunst en cultuur, inclusief mode. Chinezen zijn zeer modebewust. Jan Fabre of Luc Tuymans: die moeten we daar uitspelen.”
“Een obsessie is China nog niet. Maar ik zal wel verder evolueren in Chinese kunst en cultuur. Dat is een hobby die uitgroeit tot een passie. De verhouding is nu 60/40 voor consultancy in verhouding tot kunst. Ik hoop naar 30/70 te gaan.”
“Ik ondervond al snel dat er veel replica’s van Chinese kunst en meubelen op de markt zijn. Chinezen zijn perfecte kopieerders. Ik heb zelf tien jaar gezocht naar de oorsprong van de meubelen en toen via een Chinaconnectie een tip gekregen van een majoor in het Chinese leger. Ik ontmoette een dame die perfect Engels sprak. Zij had een hangar volgestouwd met meubelen. Vandaag is dat een prachtig bedrijf met showrooms en 120 schrijnwerkers die alles perfect kunnen restaureren. Dat is de bron. In 2002 heb ik dan mijn bedrijf ChinArt opgericht. Mijn huis is mijn showroom en mijn kantoor. En gelukkig hebben wij de haven van Antwerpen, zodat alles vanuit Peking kan worden verscheept.”
“Hoe mijn loopbaan verder zal ontwikkelen? Meer van dit. ChinArt is mijn vennootschap die ook de consultancyopdrachten beheert en uitvoert. Daarnaast participeer ik in een vennootschap opgericht voor de import en distributie van Belgische speciaalbieren en Toscaanse wijn in China. Later wil ik ook in de omgekeerde richting werken. De Chinezen proberen nu wijn te produceren die vergelijkbaar is met bordeaux. Ik ben er zeker van dat je over vijf jaar ook Chinese wijn vindt in de warenhuizen van Delhaize en Carrefour.”
“Ik ben geen traditionele man”
“Ik heb drie kinderen uit mijn huwelijk, en van mijn tweede partner twee zonen die nu achttien en zeventien zijn. De oudste studeert geneeskunde in Gent. De tweede is een triatlonfanaat die uiterst gedisciplineerd leeft. Zij geven mij vertrouwen in de jeugd. Ook mijn dochtertje van zes, een nakomertje, is heel sportief. Ik heb vroeger zelf ook veel sport gedaan. Vandaag al heel wat minder. Nu ben ik omwille van mijn dochter onlangs gaan skiën.”
“Die gebroken relaties, dat heeft te maken met mijn te dynamisch, te jachtig leven. Ik ben geen traditionele man. Je groeit uit elkaar terwijl je woekert met je krachten. Je evolueert ook. Maar ik zie dat absoluut niet als een mislukking. Het geeft het leven een andere wending. Het leven duurt langer dan de pensioenleeftijd. Ik kan ook niet stilzitten. Ik ben veel bezig in de tuin.”
“Het weekend is voor mij bijna heilig en staat in het teken van de familie. Reizen doe ik veel minder. Een keer of twee per jaar naar het Verre Oosten en dichter bij huis naar steden als Parijs. Het internet lost veel op.”
“Ik ben werknemer geweest tijdens mijn Janssenperiode. Dan heb ik vier of vijf jaar lesgegeven in bedrijfseconomie aan de HIK hogeschool in Geel en was dus ambtenaar. Dan ben ik naar Zwitserland geweest, eerst bij Biogen en dan als zelfstandige. Dan keerde ik terug naar hier en ben mijn eigen baas geworden. Kortom, ik zal een moeilijk geval zijn voor de administratie als ik ooit met pensioen ga (lacht).” (T)
Door Bert Lauwers/Fotografie Isabel Pousset
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier