“Ik ben geen ordinaire afperser”
Advocaat Mischael Modrikamen ziet zichzelf graag als de juridische vuist van de minderheidsaandeelhouders. Cera, Suez en BNP Paribas werden al door hem aangepakt. Nu ligt er ook een dik dossier ‘Easdaq’ op zijn bureau. Hoe een socialist de verdediger werd van het kapitalistische symbool bij uitstek: de aandelenbeurs. Naar rato van 1,5 miljoen frank per kort geding.
“De tijd van de p’tits minoritaires, p’tits cons is voorbij. Ons land moet weg van de jakobijnse traditie waarbij de haute finance vanuit een spilholding de Brusselse beurs bespeelt, met alle negatieve gevolgen vandien voor de beleggers.”
Neen, radicale uitspraken heeft Mischael Modrikamen (34) nooit geschuwd. De Brusselse advocaat stond de voorbije jaren aan het roer in een reeks juridische kruistochten tegen topholdings. Zijn laatste wapenfeit is het kort geding tegen de Franse bank BNP Paribas, nadat een aantal Belgische minderheidsaandeelhouders van overnamedoel Cobepa de prijs bij het openbaar bod op hun investering toch wel erg minnetjes vond.
Modrikamen lijkt wel zijn handelsmerk te hebben gemaakt van processen waar hij de verdediging opneemt van een grote groep aandeelhouders met een relatief klein belang – zogenaamde class actions. Momenteel bereidt zijn vierkoppige advocatenkantoor een dossier voor tegen het bestuur van Easdaq. Volgens Modrikamen heeft de Europese beurs voor groeibedrijven de beursgang van internetbeveiliger Ubizen “totaal verknoeid”.
In het verleden trad hij al met succes op voor minderheidsaandeelhouders bij de demutualisering van Cera tijdens de fusie met ABB en Kredietbank (nu KBC). In de rechtszaak over het bod van de Generale Maatschappij/Suez Lyonnaise des Eaux op het Belgische nutsbedrijf Tractebel haalde Modrikamen, als advocaat van de ontevreden werknemers/aandeelhouders, in eerste aanleg ten dele gelijk in kort geding. Het Franse Suez ging evenwel in beroep. Eerstdaags wordt een uitspraak verwacht in dit eerder principieel dossier (de rechtbank bestrafte de Franse groep immers niet).
Maar Modrikamen zegeviert niet altijd: verleden week nog trok hij aan het kortste eind in de zaak Cobepa (zie kader: Don Quichot?). Al is hij toch niet helemaal ongelukkig. Immers: net zoals in de zaak Tractebel-Suez stelde de rechtbank dat er wel degelijk sprake was van een belangenconflict en dat de vertegenwoordigers van BNP Paribas zich hadden moeten onthouden bij een stemming over het openbaar bod. Maar opschorten wilde de rechter het bod van de Franse bank op Cobepa niet. Louis Verbeke van het advocatenkantoor Loeff, Claeys, Verbeke: “De voorzitter meende, terecht volgens mij, dat de aandeelhouders voldoende van de pro’s en contra’s van het bod van BNP Paribas op de hoogte waren om weloverwogen te beslissen of ze er al dan niet op zouden ingaan.”
Ook andere partijen hebben zich over het dossier Cobepa gebogen. Déminor, bijvoorbeeld, dat eerder al in dit soort zaken de verdediging opnam van minderheidsaandeelhouders. “We denken dat de cliënten van Modrikamen een punt hebben,” zegt Pierre Nothomb van Déminor. “Een aantal potentiële klanten heeft ons geconsulteerd voor een gezamenlijke actie, maar ze waren met te weinig om een ernstige defensie op te werpen. Van een succesvolle actie zouden vooral de free riders hebben geprofiteerd.”
Modrikamen wordt dikwijls met hetzelfde probleem geconfronteerd. “Voor we tot de actie overgaan, willen we er zeker van zijn dat de cliëntengroep groot genoeg is. Anders kan je onvoldoende financiële reserves opbouwen om tot het uiterste te gaan,” verdedigt hij. “Je trekt met een katapult in de hand toch ook niet ten strijde tegen houwitsers.”
Maar Modrikamen werkt ook niet pro deo: de minderheidsaandeelhouders die hij verdedigt in de Cobepa-zaak beschikken over zo’n 100.000 aandelen en eisen dat de prijs van het aandeel wordt opgetrokken van 74 euro naar 86 euro. Er is dus zo’n 1,2 miljoen euro (48,4 miljoen frank) in het geding. Een anonieme cliënt schat dat alleen al het kort geding zo’n 1,5 miljoen frank heeft gekost aan de minderheidsaandeelhouders van Cobepa. “Het kantoor was drie weken voltijds met de zaak bezig,” stelt de minderheidsaandeelhouder. “Ik stel mezelf gerust met de bedenking dat de tegenpartij waarschijnlijk nog een tien keer hogere factuur betaalt.”
Met mond-tot-mond-reclame
verzamel je vanzelfsprekend geen honderden anonieme aandeelhouders – die elkaar niet eens kennen – voor een class action. Daarom verkreeg Modrikamen van de balie de toelating om via persmededelingen een syndicaat van cliënten te vormen. Modrikamen: “Het gaat hier niet om verboden cliëntenronseling. De balie beseft dat dit de enige mogelijkheid is om de rechten van de minderheidsaandeelhouders te garanderen.”
De verdedigers van de tegenpartij behoren alvast tot het kruim van de advocatengilde. Eric Pottier (De Bandt, Linklaters & Alliance) treedt op voor Cobepa. Pierre Van Ommeslaghe, René Gonne en Fabrice Mourlon Bernaert ( Coudert Brothers, Coppens, Van Ommeslaghe & Faurès) verdedigen BNP Paribas, dat voor een nevendossier ook een beroep doet op Lucien Simont en confrater Paul Alain Foriers (Stibbe, Simont, Monahan, Duhot). Zo’n batterij advocaten is nodig om de totale claim van 15 miljard frank af te weren, want Modrikamen vraagt ten gronde een schadevergoeding tot 20 euro per aandeel. BNP Paribas heeft dus een argument – de vermindering van dat juridisch risico – om met Modrikamen aan tafel te gaan zitten. “De deur staat open,” klinkt het droog op Modrikamens kantoor in de Brusselse Marie-Joséelaan.
Pierre Nothomb: “Minderheidsaandeelhouders starten bij grote financiële operaties soms een rechtsgeding, louter en alleen om roet in het eten te gooien en zich te laten afkopen door de tegenpartij.” Een anonieme confrater is minder lovend: “Modrikamen begeeft zich soms op het randje van de geloofwaardigheid: ik heb de indruk dat hij mensen aantrekt die aandelen kopen, net met de bedoeling een onderneming onder drukt te zetten.” Nothomb: “Wij wijzen dergelijke greenmailers consequent de deur.”
“Ik ben geen ordinaire afperser die een slag wil slaan uit rechtsprocedures,” reageert Modrikamen. “Zo zit deze jongen niet in elkaar. Twee op drie klanten die een proces willen starten, wijs ik beleefd af. Ze moeten een serieuze kans maken bij de rechter.”
“Persoonlijk zie ik weinig graten in het bod op Cobepa,” meent advocaat Louis Verbeke. “Maar je weet natuurlijk nooit hoe een rechter reageert. Confrater Modrikamen heeft op het vlak van de inschatting van zijn kansen toch de reputatie dat hij tegen de stroom in durft te roeien. Met succes, soms.”
“Elk heeft zijn niche,
ook Modrikamen,” stelt Eric Pottier, advocaat van Cobepa: “Zijn handelsfonds bestaat uit ontevreden minderheidsaandeelhouders. Niet dat hij een standbeeld tegenover het justitiepaleis verdient, maar door zijn optreden blijven genoteerde ondernemingen alvast op hun hoede wat de rechten van de minderheidsaandeelhouders betreft.”
Modrikamen wijst er bovendien op dat de klanten hém vinden, en niet andersom. “Het is niet zo dat ik op een goede morgen Trends lees en op basis van een artikel over een overnamebod plots begin rond te bellen naar mogelijke cliënten,” zegt hij. “Deontologisch gezien is dat verboden. Negen op tien overnamebiedingen verlopen trouwens zonder de minste problemen. Ik ben geen cowboy die schiet op alles wat beweegt.”
De advocaat wijst er ook op dat de minderheidsaandeelhouders die hij vertegenwoordigt in de zaak-Cobepa al jaren actief zijn in het bedrijfsleven. “Ze weten waarover ze praten,” klinkt het. Meer informatie wil hij, gezien zijn beroepsgeheim, niet kwijt.
Een eenvoudige toets van het vonnis leert meer. In totaal vertegenwoordigen de minderheidsaandeelhouders die BNP Paribas in kort geding voor de rechter daagden, exact 99.598 aandelen. Het overgrote deel daarvan bevindt zich bij de beursgenoteerde holding Compagnie Financière Wérister (70.000 aandelen) en zijn gedelegeerd bestuurder, de onderneming Ascot Investment (20.000 aandelen). De voorzitter van Wérister is Maurice Dallemagne, die een topcarrière bij Tractebel en dochter Fabricom achter de rug heeft. Collega-bestuurder Michel Alle is voorzitter van het beursgenoteerde maritieme telecommunicatiebedrijf Sait-Stento, waarin Cobepa participeert. Alle is ook bestuurder bij aan Cobepa gelieerde bedrijven als GB-Inno-BM, Mobistar en andere topondernemingen.
Andere ontevreden minderheidsaandeelhouders zijn bijvoorbeeld André de Barsy, gewezen bestuurder van Cobepa, en een groep ondernemingen rond de Luikse zakenman Paul Laplanche (PIL Services, Promos Center Alleur, Parking Hors Chateau).
“Mijn cliënten zijn serieuze mensen,” aldus Modrikamen, “wat niet kan worden gezegd van andere vreemde vogels die plots bij het proces opdoken.” Daarmee verwijst hij onder meer naar ‘chianti-koning’ Benito Francesconi, de wijnhandelaar die in de zaak Wérister & co./BNP Paribas individueel tussenkwam. Francesconi voert al jaren een kruistocht tegen Belgische holdings en wraakte in de Cobepa-zaak voorzitter AnneSpiritus van de Brusselse rechtbank van koophandel. Dat was helemaal niet naar de zin van Modrikamen. Want: “Mevrouw Spiritus begrijpt snel hoe de vork aan de steel zit. Dat toonden de uitspraken ten voordele van de Tractebel- en Cera-minderheidsaandeelhouders maar al te goed aan.”
Volgens Modrikamen “creëerde Francesconi met zijn initiatief rond twijfelachtige samenzweringsthesissen van de Belgische haute finance een hoop mist. Tot ieders irritatie.” Pottier: “Het gevaar bestaat inderdaad dat de rechter eerlijke minderheidsaandeelhouders op één hoop gooit met beroepsprocesvoerders, genre Francesconi en andere zonderlingen. Hun mediatieke optreden verstoort de normale procesvoering.”
Nu was Modrikamen de voorbije weken zelf ook niet weg te branden van de voorpagina’s. Op topdagen lijkt zijn kantoor meer op een pr-hoofdkwartier dan op een lawfirm. Ook tijdens ons bezoek kreeg Modrikamen voortdurend telefoontjes van collega’s van andere media. “Soms kom ik pas ‘s avonds of ‘s nachts – na de deadlines – aan juridisch werk toe,” klinkt het.
Promotie voor
zijn kantoor zoekt Modrikamen niet, beweert hij stellig. “Ik ben eigenlijk een bescheiden man,” zegt hij terwijl – ironisch genoeg – het interview nog maar eens wordt onderbroken, ditmaal door een collega van de Financieel-Economische Tijd. “Deze zaken geven een vertekend beeld van mijn advocatenpraktijk. Tachtig procent van mijn dossiers worden in de anonimiteit van een halflege rechtszaal of op mijn kabinet opgelost.”
Veel wil hij er niet over kwijt, maar volgens specialisten die de discussie rond corporate governance opvolgen, schakelt de paarse regering van Guy Verhofstadt zakenadvocaat Modrikamen geregeld in voor adviezen over de onafhankelijkheid van ondernemingen in strategische sectoren. Ook zijn er nogal wat bedrijven die hem consulteren als ze een belangrijke financiële operatie voorbereiden. Willen ze hem daarmee afkopen of vermijden dat ze Modrikamen aan de andere kant van de rechtszaal vinden? “Zo werkt dat niet,” aldus Modrikamen. “Ik ben geen huurling.”
hans brockmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier