Ieper ná L&H

Terwijl alle ogen gericht zijn op het Lernout & Hauspieproces in Gent, gaat het leven in Ieper zijn gewone gangetje. Het lijkt er sterk op dat L&H zes jaar na het faillissement geen noemenswaardige sporen heeft nagelaten in de hoofdstad van de Westhoek.

Een gure winterstorm geselt de grote markt van Ieper en dat kan als metafoor in velerlei betekenissen worden gepercipieerd. De hoofdstad van de Westhoek stond zes jaar geleden ook al in het middelpunt van een storm. Het technologie-imperium van de Westhoektwins Jo Lernout en Paul Hauspie, dat Ieper volgens sommigen naar de 21ste eeuw katapulteerde, bleek op los zand te zijn gebouwd. Even snel als ze gekomen waren, verdwenen ze ook weer. En dat is allicht de verklaring waarom Ieper vandaag zo goed als helemaal hersteld is van het debacle.

“Het geheel was eigenlijk een artificiële laag, zonder fundamenten, en bijgevolg ook zonder echte impact”, analyseert Patrice Bakeroot. De lokale Voka-topman houdt sinds 2000 de economische vinger aan de pols in de Ieperse regio en is bijgevolg goed geplaatst om Ieper voor en na L&H te vergelijken. “De echte boom heeft hoop en al één jaar geduurd, te weinig om betekenisvol te zijn”, meent Bakeroot, die ironisch genoeg zijn job te danken heeft aan L&H. Zijn voorganger verkaste naar Flanders Language Valley (FLV), het bedrijventerrein waar L&H zijn imposante hoofdzetel had staan en dat de Vlaamse tegenhanger van Silicon Valley moest worden.

Ironie als rode draad

Ironie is een woord dat wel meer van toepassing is op de L&H-saga en zijn Ieperse roots. Zo bleef het tot Ieper Business Park (IBP) omgeturnde FLV een beetje verweesd achter. Het kat-en-muisspel tussen de curatoren van FLV (dat losstaat van het L&H-proces) en de eigenaars van IBP – de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen (POM), de West-Vlaamse Intercommunale (WVI) en de stad Ieper – maakte dat het bedrijventerrein lange tijd een gapende wonde bleef in het economische landschap van de Westhoek. Het dossier kende vorige week eindelijk enige vooruitgang. Guido Dumarey van Punch International moeide zich onverwacht in de biedstrijd en legt 6,6 miljoen euro op tafel. De flamboyante ondernemer plant om het terrein opnieuw zijn technologische uitstraling te geven. Zoveel jaar na datum kan het dan alsnog zijn hefboomfunctie vervullen.

L&H had ook die spreekwoordelijke hefboom kunnen worden, al is lang niet iedereen daarvan overtuigd. Freddy Laplace, toenmalig directeur van de Kamer voor Handel en Nijverheid van Brugge, Kust en Westhoek, keek lichtjes verbaasd toen op 11 november 1999 FLV de deuren opende. Publiek en politiek liepen er elkaar voor de voeten, en heel wat beleidsmensen spraken in superlatieven over FLV.

Laplace stak zijn respect voor het initiatief van Jo Lernout en Pol Hauspie niet onder stoelen of banken, maar hield niet van de hype rond FLV. “De beschaving begon voor Ieper heus niet op die 11de november”, liet hij meermaals optekenen. Het werd hem niet steeds in dank afgenomen, maar dat Ieper vandaag het L&H-debacle zo goed heeft doorstaan, bewijst dat Laplace met zijn onderliggende wrevel gelijk had.

Het was ook Freddy Laplace die aan de basis lag van Westhoek Expo, in 1984. Samen met de opmars van het beursgebeuren kende de Expo een bloei, en ook de later aangebouwde horecazaak wist zich een plaats te veroveren. Met de neergang van L&H deemsterde ook de ster van Westhoek Expo. Al bestaat er discussie over het causale verband. “De markt van de beurzen is in die twintig jaar compleet veranderd, daar moet de oorzaak worden gezocht”, meent Patrice Bakeroot.

Vandaag is het gebouw verkocht aan de industrieel Joris Ide en is de vennootschap in vereffening. Op de site komt het bedrijf Sunprotex, eerder was Dael Printing daar al neergestreken. Ironie: Westhoek Expo diende als zetel voor de buitengewone aandeelhoudersvergadering van L&H én als openbareverkoopplaats van FLV-materiaal, toen deze failliet werd verklaard.

“Ja, we hebben ze gezien, de carrièrejagers die hier in het zog van L&H neerstreken”, glimlacht Patrice Bakeroot. “Maar even snel als ze gekomen zijn, vertrokken ze ook weer. Door het embryonale karakter van L&H kregen ze ook nooit voet aan de grond.” Dat maakt dat de socio-economische verhoudingen in de stad niet wezenlijk zijn gewijzigd. Politiek tellen burgemeester Luc Dehaene (geen familie van dé Dehaene), gouverneur Paul Breyne en toekomstig premier Yves Leterme nog steeds mee. Economisch zijn de families Steverlynck (Picanol), Valcke (beton), Dehaeck (Pidy Gourmet) en Saelens (Sitra) nog steeds de sterkhouders.

Wat wel gebeurde, is dat de komst van L&H ervoor gezorgd heeft dat een aantal investeringen allicht versneld is gebeurd. Zo opende de Electrabelspin-off N-Allo (contactcenter) een vestiging in Ieper. Aanvankelijk op de FLV-campus, maar sinds 2006 verhuisde het snelgroeiende bedrijf (Trends Gazelle 2006) naar de stationsbuurt van Ieper. “Wegens de onzekerheid omtrent FLV”, stelt Bakeroot.

Novotel opende in het centrum van Ieper een hotel met 122 kamers. Een week voor de opening werd L&H failliet verklaard. Maar wie vandaag binnenstapt, hoort in de lobby vooral Engels praten. Geen business-Engels, maar het Engels van de straat: de hordes oorlogstoeristen die Ieper aandoen, zijn van wezenlijk belang voor de lokale economie. De regio mocht zich verheugen op bijna 330.000 bezoekers in 2006, goed voor een omzet van dik 31 miljoen euro (35 % van de toeristische omzet in de Westhoek). Ieper verloor dan wel de L&H-veldslag, het won de Groote Oorlog.

Door Lieven Desmet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content