Huwelijksbureau voor zeebonken

De Antwerpse scheepsmakelaar Sobelnord weet van honderden vrachtschepen perfect wat ze kunnen vervoeren en wat ze kosten om te huren. Noem het een soort huwelijksbureau, dat huurders en verhuurders van zeeschepen aan elkaar koppelt.

“Het is een harde wereld, maar je woord is hier nog steeds heilig. Krijg ik om middernacht telefoon van een klant om een deal te bezegelen, dan hoef ik alleen maar oké te zeggen.” Marc Van Mael (47) draait al een kwarteeuw mee als scheepsmakelaar. Hij brengt huurders en verhuurders van zeeschepen met elkaar in contact en krijgt een commissie van 1,25 % per deal.

Bang om er door zijn klanten – gehaaide, doorgewinterde professionals – tussenuit geknepen te worden, is hij niet. “Er zijn zo’n 220 tot 250 capesize-schepen ( nvdr – schepen met een tonnenmaat tussen 100.000 en 250.000 ton) op de markt beschikbaar. Wij weten wat die boten kunnen en wat de huurprijzen zijn. Zij weten dat ook, maar komen soms bij ons om gewoon hun ideeën bevestigd te krijgen.”

Van Mael is samen met Vasi Paraschiv, een Belg van Roemeense afkomst, voor de helft eigenaar van Sobelnord. Het Antwerpse bedrijfje is een van de weinige scheepsmakelaars die standhouden tegen het geweld van vooral de Londense brokers. “Wij geloven in lokale representatie, kleinere entiteiten die sneller op de bal kunnen spelen.” Daarom sloegen de twee de handen in elkaar met twee andere huizen: vorig jaar met het Noorse Lorentzen & Stemoco, dit jaar met Socomet uit Parijs. Met Oslo, Singapore, Sjanghai, Antwerpen en Parijs begint het LSS-netwerk allure te krijgen.

Vooral de Scandinavische inbreng is aanzienlijk. Van Mael: “Zij hebben zich van het begin sterk gericht op China, toen niemand het aandurfde. Onze sector ondervindt momenteel relatief weinig hinder van de economische crisis, maar dat komt vooral door de groei van de Chinese markt. Enorme hoeveelheden ijzerertsen uit Brazilië, Zuid-Afrika en Australië stromen momenteel naar China. Sinds september vorig jaar duwt dat de vrachtprijzen voor bulkschepen omhoog.”

De Belgen Cobelfret, Bocimar en Kleimar zijn erg actief op de Chinese markt en hebben daar een erg solide reputatie. LSS heeft dan weer een stevige relatie met grote Chinese staalbedrijven als Baosteel. “Het is een kleine wereld, waar iedereen elkaar goed kent. Je moet elkaar hebben gezien. Faveurtjes krijgen we niet, want ook die drie reders zijn verplicht om de allerbeste deal te sluiten die er te maken valt. Zouden wij te veel aanleunen bij een van de reders, dan verliezen we informatie en kunnen we onze klanten geen goed overzicht van de markt meer bieden. Want vroeg of laat lekt elke deal uit. Een paar dollarcent per ton per dag meer of minder scheelt een pak geld.”

Belgische concurrentie is er amper. Westphalstaat bekend als de huismakelaar van rederij Conti-Lines. Intermar specialiseert zich dan weer in kleinere schepen.

Management buy-out

Zelf begon Van Mael zijn carrière in Londen. In 1978 ging hij bij Wallace Shippping aan de slag. “Vier jaar later werd ik gecontacteerd door Nordstrom & Tullin, een Zweeds bedrijf dat een kantoor in Brussel had en onder meer hoofdmakelaar van Petrofina was. Ik wist niet eens dat er een scheepsmakelaar bestond in België.” In 1989 werd Van Mael partner en drie jaar later kwam hij aan het hoofd van het bedrijf. In verschillende etappes kochten Paraschiv en hij de toenmalige aandeelhouders uit: de Belgische maritieme groep Ahlers, het Italiaanse Bancero Costa en de Zweden zelf.

Luc Huysmans n

“Vroeg of laat lekt elke deal uit. Een paar dollarcent per ton per dag meer of minder scheelt een pak geld.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content