Hulp uit het buitenland

Twee maanden geleden kondigde de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder aan dat zijn land 20.000 computerspecialisten uit India en Oost-Europa wilde aantrekken. Er werd een versnelde immigratieprocedure bedacht, waardoor soepel en snel een verblijf- en werkvergunning voor deze broodnodige specialisten kon worden geregeld. Ook Nederlandse werknemers halen personeel uit het buitenland: Zuid-Afrikaanse advocaten, Filipijnse verpleegsters en Poolse aspergestekers. Maar waarom mensen uit het buitenland halen als er nog zoveel zonder werk zitten in eigen land?

Er is een groot tekort aan gekwalificeerd personeel en dat blijft nog wel een aantal jaren zo. De jaarlijkse toestroom van jonge schoolverlaters op de arbeidsmarkt neemt af, de grootste golven herintredende vrouwen hebben we gehad en oudere werknemers kunnen we slechts met veel moeite verleiden om niet vervroegd uit te treden.

Geen mirakels.

Er zijn weliswaar nog honderdduizenden werklozen, gedeeltelijk arbeidsongeschikten en bijstandstrekkers die werk zoeken, maar die beschikken niet over de capaciteiten die de werkgevers dringend nodig hebben. Het is meestal zinvol werklozen waarbij vaardigheden ontbreken met behulp van bemiddeling, bijscholing en een sollicitatiecursus naar de arbeidsmarkt te begeleiden. Maar dat gaat niet snel en het is niet makkelijk. Zeker niet op dit moment. Na jaren van grote werkgelegenheidsgroei is de werkloosheid gereduceerd tot een harde kern met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Sinds het einde van de jaren zestig hebben we het niet meer zo lang, zo goed gehad. Door de aanhoudend gunstige arbeidsmarkt is het werklozenbestand afgeroomd. Iedereen die makkelijk aan het werk kon, is aan het werk. Wat overblijft zijn werkzoekenden die alleen met veel inspanning naar de arbeidsmarkt kunnen worden gebracht. Dat duurt maanden, zo niet jaren. Dat betekent niet dat we het niet moeten doen. Het betekent alleen dat ze niet snel genoeg beschikbaar zijn om de huidige nijpende tekorten op de arbeidsmarkt te lenigen. Men mag ook geen mirakels verwachten van omscholing. Niet iedereen kan (en wil) opgeleid worden tot internetspecialist of verpleegster voor de operatiekamer.

Dan is er ook nog een stille arbeidsreserve van voornamelijk vrouwen die ooit hebben gewerkt maar al jaren geleden om allerlei redenen zijn gestopt. In Nederland wordt hun aantal op meer dan één miljoen geschat. Onlangs rapporteerde het arbeidsbureau van Zuidoost-Brabant dat ze sinds 1998 een intensieve reclamecampagne voeren om hun regionale stille reserve van ongeveer 30.000 vrouwen weer aan het werk te krijgen. Het project heeft bijna twee miljoen gulden gekost (ongeveer 40 miljoen frank) en leverde voor slechts 300 vrouwen een baan op. Daar is de oplossing ook niet te zoeken.

Moeten we de oudere werknemers dan ‘verleiden’ om niet vervroegd uit te treden, bijvoorbeeld door de voorwaarden waaronder men met vervroegd pensioen kan gaan minder aantrekkelijk te maken? Dat doen we al. Sinds het midden van de jaren negentig loopt de participatie van oudere werknemers weer op. Maar ook dat gaat niet hard genoeg om de tekorten te bestrijden.

Hoe dan wel?

Wanneer we de nijpende tekorten op de arbeidsmarkt niet kunnen oplossen, dan keert op den duur de wal het schip. Dan wordt er uiteindelijk minder geproduceerd en geïnvesteerd. Dan loopt de economie tegen een muur en zakken we in een recessie. Door het aantrekken van buitenlandse werknemers kunnen we voor iedereen de goede tijden rekken.

Het is voor onze landen geen slechte propositie om ervaren en gekwalificeerde werknemers uit het buitenland aan te trekken. Immigratielanden als de Verenigde Staten en Canada profiteren al jaren van zo’n braindrain in hun richting. Het land van herkomst raakt zijn betere mensen kwijt, maar daar staat tegenover dat immigranten veel geld naar hun familie in het vaderland sturen zodat die er ook wat op vooruitgaan.

Burgers immigreren omdat er in hun eigen land geen geschikt werk is. Dat heeft te maken met de politieke en economische situatie in die landen. Het heeft ook te maken met het afsluiten van onze markten voor de producten uit die landen. Als we echt onze markt openen, worden daardoor kansen gecreëerd voor meer export vanuit die landen en voor meer werkgelegenheid daar. Maar vrijhandel betekent ook dat zij en niet wij dan produceren en dat er dan af en toe hier een productielijn wordt gesloten en overgeplaatst naar landen waar de lonen lager zijn. Overigens is vrijhandel slechts een oplossing voor zaken die op de internationale markt worden verhandeld. Het is geen oplossing voor de problemen in de zorgsector en andere binnenlandse dienstensectoren.

Kwaliteit importeren.

De mogelijkheden om op korte termijn de tekorten op de arbeidsmarkt op te lossen door werklozen om te scholen en de stille reserve te activeren, zijn op zijn zachtst gezegd weinig hoopgevend. Immigratie van hoognodig gekwalificeerd personeel is de enige manier om op korte termijn te voorkomen dat de hele economie uiteindelijk in een recessie verglijdt.

jules theeuwes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content