Hot chocolate

De alliantie tussen Lernout & Hauspie Speech Products en Microsoft, waarbij de softwaregigant 1,7 miljard frank investeert en technologisch gaat samenwerken met LHSP, is een mijlpaal in de geschiedenis van het Ieperse spraakbedrijf. Hoe belangrijk is ze voor de markt ? Een blik achter de schermen.

De codenaam voor de operatie was “chocolate”. Niet zozeer omdat Bill Gates een zwak heeft voor Belgische pralines. Maar wellicht wel om de appetijt aan te tonen van ‘s werelds grootste softwarebedrijf in spraaktechnologie. Vorige week donderdag maakten Jo Lernout (49 j.) en Pol Hauspie (46 j.) apetrots hun “historische” akkoord met Microsoft bekend, waarbij het softwarebedrijf 45 miljoen dollar of 1,7 miljard frank investeert in Lernout & Hauspie Speech Products ( LHSP) en een verregaande technologische samenwerking aangaat.

De participatie van Microsoft (8 %) waardeert het intrigerende spraaktechnologiebedrijf uit de Westhoek op 21,3 miljard frank. Ter vergelijking : de beurswaarde van Spector is 13 miljard frank en Belgische “giganten” zoals CMB of Ackermans & van Haaren hebben een marktkapitalisatie van respectievelijk 24 en 25 miljard frank. Het akkoord is echter meer dan een financiële mijlpaal voor LHSP. Het opent volgens Jo Lernout en Pol Hauspie de deur naar datgene waarvoor ze al tien jaar lang in de Ieperse loopgraven vechten : een standaard worden voor spraaktechnologie in de wereldwijde softwaremarkt.

De onderhandelingen met Microsoft zijn daarbij niet over één nacht ijs gegaan. De basis voor de deal werd al gelegd op 12 maart 1996, toen medewerkers van Microsoft tijdens een Internetconferentie de tekst-naar-spraak en spraakherkenning van LHSP demonstreerden voor een aandachtig publiek van ontwikkelaars in San Francisco. “Het feit dat de spraaktechnologie van LHSP compatibel is met ons ontwikkelingsplatform SAPI (Speech Applications Programming Interface) biedt nieuwe perspectieven voor toepassingen op het Internet,” merkte Doug Henrich toen op. Een signaal dat niet mis te verstaan was, want Henrich was verantwoordelijk voor de relaties met de professionele ontwikkelaarsgemeenschap van Microsoft.

De pc weer iets aantrekkelijker

Zes dagen later deelde Microsoft mee dat het de compressietechnologie van LHSP in licentie nam voor videoconferentietoepassingen op pc’s via het Internet. Net daarvoor had de softwarereus al laten weten samen te willen werken met Intel voor de verspreiding van videobeelden langs het World Wide Web. Bedoeling was om boven elk computerscherm een kleine camera te plaatsen waardoor visueel contact mogelijk werd en waardoor de pc weer een ietsje aantrekkelijker werd voor de gebruiker. Door het licentie-akkoord met Microsoft zou de spraakcodering van LHSP nu samen met de driemaandelijkse update van de Windows-software rondgestuurd worden naar een 140.000-tal ontwikkelaars over de hele wereld. Op dat moment stonden Jo Lernout en Pol Hauspie al in nauw contact met Dennis Adler, director van de onderzoeksgroep van Microsoft. Ze polsten hem of ze Bill Gates in eigen persoon konden ontmoeten voor een demo.

In mei 1996 ging de bewuste afspraak dan door, in het hoofdkwartier van Microsoft te Redmond. Jo Lernout, Pol Hauspie en Bart Verhaeghe (31 j.), toen verantwoordelijk voor de verkoop en de marketing van LHSP in de VS, kregen 10 minuten. Het werd uiteindelijk drie kwartier. De laptop die het LHSP-trio had meegebracht voor de demo bleef onaangeroerd en er werd intensief gediscussieerd over spraaktechnologie en de manier waarop deze de gebruiksvriendelijkheid van een computer kon verbeteren. Bill Gates bleek erg goed op de hoogte van de materie. Hij erkende dat een samenwerking zin kon hebben en instrueerde Dennis Adler, die ook op de vergadering aanwezig was, de zaak verder uit te zoeken.

Meteen na het gesprek werd een foto gekiekt van Bill Gates samen met Jo Lernout, Pol Hauspie en Bart Verhaeghe. Microsoft plaatste de foto echter onder “non-disclosure” om de onderhandelingen niet te hypothekeren. Het was de eerste en enige ontmoeting van het LHSP-management met Bill Gates. Maar de onderhandelingen zouden door hem van zeer nabij worden opgevolgd.

Op 11 november 1996

gleed het bericht binnen op de internationale persredacties dat LHSP een licentiecontract had afgesloten met Microsoft voor automatische spraakherkenning en tekst-naar-spraak. De specifieke spraaklogaritmes (de ASR-200 en de TTS-3000) waarvoor Microsoft een licentie had aangevraagd vielen vooral op door hun robuustheid en lage geheugenverbruik. Zo nam de TTS-3000 slechts 500 tot 1000 kilobytes in beslag en was ze geschikt voor computers met minder krachtige processoren. De ASR-200 was dan weer in staat om in een omgeving met veel ruis en achtergrondgeluid zo’n 200 geïsoleerde woorden te herkennen, zonder dat de spreker zijn computer vooraf moest laten gewennen aan de stem.

In de lente van dit jaar deed Microsoft dan een concreet voorstel aan LHSP. Ze vroeg om een samenwerkingsverband op te starten voor de inzameling van taalkundige informatie en geluidssamples. Dit was een aantrekkelijk aanbod omdat de inzameling van dergelijke “data” een erg tijdrovende, arbeidsintensieve en dus dure klus is. Jo Lernout, Pol Hauspie en Gaston Bastiaens (die zich sinds oktober 1996 als CEO bij het bedrijf had vervoegd) gaven echter indicaties dat ze meer wilden dan een loutere data sharing met Microsoft. Waarop enkele weken later, halfweg juli ’97, het aanbod van Microsoft binnenkwam om te investeren in LHSP. Dit was het eigenlijke startpunt waarop de onderhandelingen voor de participatie van Microsoft begonnen.

Expansie liet diepe sporen na

De tijdsruimte voor het afsluiten van de deal was bijzonder klein. LHSP was in juni door de SEC, de Amerikaanse beurswaakhond, op de vingers getikt omdat zijn netto-actief ver beneden het nulpunt was gezakt. LHSP had de voorbije 9 maanden in niet minder dan zeven overnames geïnvesteerd Mendez Translations (525 miljoen frank), Lexitrans (160 miljoen), Translingua (100 miljoen), ASAP (3 miljoen), Berkeley Speech Products (470 miljoen), Kurzweil (1,7 miljard) en GMS (480 miljoen) en die agressieve expansie had diepe sporen nagelaten in de balans van het bedrijf. Op de jaarrekening van eind juni 1997 stond een negatief netto-actief (d.i. totale activa min schulden en goodwill) ingeboekt van 36,2 miljoen dollar. De Nasdaq, de groeibeurs waarop LHSP is genoteerd, eist dat alle genoteerde bedrijven een netto-actief hebben van minstens 6 miljoen dollar, zoniet dreigt er een schrapping van de koers. Na inzage in de financiële rekeningen, werd echter voor LHSP een uitzondering gemaakt.

Om dit negatief netto-actief te neutraliseren, kondigde LHSP in augustus aan dat het 2,1 miljoen aandelen extra op de beurs zou aanbieden (in het jargon : een follow-up offering), die zowel op de Nasdaq als de Europese Easdaq zouden worden genoteerd. Dit zou de liquiditeit bevorderen, zo luidde de officiële mededeling. De verkoop van die aandelen was voor eind september gepland. Dat betekende dat de gesprekken met Microsoft liefst vóór die datum moesten worden afgerond. LHSP wilde namelijk juridische perikelen vermijden. Meer dan de helft van de 2,1 miljoen aandelen die op de Nasdaq en Easdaq werden aangeboden, waren afkomstig van bestaande aandeelhouders en zij zouden zich benadeeld kunnen voelen als de deal met Microsoft bekend werd net nadat zij hun aandelen hadden verkocht.

Dan Rosen, algemeen manager van de afdeling “Nieuwe Technologieën” van Microsoft, en Nathan Myhrvold, de chief technology officer en technologische rechterhand van Bill Gates, lieten aan Jo Lernout, Pol Hauspie en Gaston Bastiaens weten dat “ze hun best gingen doen”. Het beslissingsproces verliep nadien razendsnel. Aan de zijde van LHSP trad Alex, Brown & Sons op als adviseur, dezelfde investeringsbankier die ook het akkoord met AT&T in 1993 had afgerond (waarbij de telecomreus 5 % nam in LHSP voor 177 miljoen frank). In 1993 was het ook de bedoeling geweest dat Alex, Brown & Sons LHSP naar de beurs ging begeleiden. Maar om diverse redenen o.a. omdat de bankiers het bedrijf nog niet beursrijp achtten ging dat toen niet door.

Even dreigde er

begin deze maand in de gesprekken tussen Microsoft en LHSP nog een kink in de kabel te komen. Het Amerikaanse zakenblad Business Week had in een artikel Andrew Abrams geciteerd, een analist van het beleggingsfonds CWH Associates die regelmatig een column pleegt over ondergewaardeerde beursaandelen op de Nasdaq. Daarin stond dat de spraaktechnologie van LHSP waardevol genoeg was voor Microsoft om in het volgende besturingssysteem te worden opgenomen en dat dit op de volgende Comdex-vakbeurs in november 1997 zou worden aangekondigd. Het bericht werd overgenomen door enkele persbureaus en prompt ging de koers van het LHSP-aandeel op Easdaq met 12 % de hoogte in.

“Dit was een zeer slecht moment voor ons,” vertelden Jo Lernout en Pol Hauspie vorige week telefonisch tijdens een roadshow in Nederland. “Die analist had onze persaankondiging met Microsoft van november 1996 nog eens nagelezen en was een bezoekje gaan brengen aan onze vestiging in Woburn, bij Boston. Even vreesden we dat Microsoft er ons ging van verdenken dat we bewust een lek hadden georganiseerd om de prijs van ons aandeel op te drijven.” Maar Microsoft maakte nauwelijks heisa. “We denken niet dat jullie zó dom zouden zijn,” kregen Jo Lernout en Pol Hauspie te horen en daarmee was het onderwerp afgehandeld. Beide bedrijfsleiders ontkennen dat Microsoft aanvankelijk meer dan 8 % in LHSP op het oog zou hebben gehad.

Persbericht meldt weinig concreets

Wat opvalt is dat het persbericht, buiten de investering van 45 miljoen dollar door Microsoft in LHSP en de 3 miljoen dollar injectie in het fonds Flanders Language Valley, weinig concreets vermeldt over de strategische alliantie zelf. Zo wordt er geen enkele aankondiging gedaan over specifieke toekomstige producten. “Microsoft en LHSP zijn overeengekomen dat hun technologieën onderling zullen worden uitgewisseld en ze verwachten dat er zal worden samengewerkt in toekomstige spraakinitiatieven,” zo stellen beide bedrijven nogal cryptisch. Of en wanneer er spraaktechnologie van LHSP in de volgende versies na Windows 95 zal worden opgenomen, is niet duidelijk. Er wordt evenmin gerept over een concrete uitwisseling van patenten tussen beide bedrijven. En het blijft koffiedik kijken in hoeverre LHSP nu gebonden is door exclusiviteitsclausules ten aanzien van Microsoft.

“LHSP heeft zijn engagement laten blijken tegenover het Windows-platform. Op dit ogenblik willen we nog niet praten over exclusiviteit of de precieze timing van een productaankondiging,” stelt Patrick de Smedt, managing director van Microsoft België. “Maar niets valt uit te sluiten.” LHSP heeft inderdaad een decisieve stap gezet door nu een verregaande alliantie aan te gaan met een marktspeler die door zijn besturingssysteem 95 % van de computermarkt in handen heeft. Maar de informaticasector is, zeker met de jongste ontwikkelingen op het Internet, volop in (r)evolutie. De vraag is of dit ook naar de toekomst toe zo zal blijven ?

Op 8 september, drie dagen voor de bekendmaking van de strategische alliantie met LHSP, liet Microsoft in een persbericht weten dat het Microsoft Agent (voorlopig gratis) ter beschikking stelde, een gemakkelijk te programmeren stukje software dat interactieve figuurtjes met gebaren, gelaatsuitdrukking en spraak op het scherm tevoorschijn tovert. De software maakt gebruik van de TruVoice tekst-naar-spraak van LHSP en kan gecombineerd worden met toepassingen voor ActiveX. Nu is ActiveX het antwoord van Microsoft op Java, een technologie (en volgens sommigen zelfs een heus besturingssysteem) die kleine programmaatjes via het Internet tot bij de gebruiker zendt en zo vermijdt dat die gebruiker honderden megabytes aan software op zijn lokale harde schijf moet bewaren.

De bedrijven die Java op dit ogenblik sterk promoten zoals Sun Microsystems, Oracle, Netscape, maar ook Apple en IBM zijn ondertussen uitgegroeid tot hét industriële front tegen de almacht van Microsoft. Een belangrijk terrein waarop zij de titanenstrijd zullen uitvechten is dat van de gebruikersvriendelijkheid. Met andere woorden, welk kamp zal erin slagen om met zijn technologie de meest intuïtieve computer(interface) te maken ? Vele specialisten gaan ervan uit dat spraaktechnologie de ontbrekende schakel zou kunnen zijn. Of zoals het vakblad Byte ooit opmerkte : “Praten tegen een machine is als idee té goed om uit het oog te verliezen”. Wellicht is Bill Gates zijn rivalen (weer eens) te vlug af geweest. Of dit op de lange termijn ook een goede zaak zal zijn voor LHSP, moeten we afwachten.

PIET DEPUYDT

JO LERNOUT EN POL HAUSPIE (LHSP) Praten tegen een machine is als idee té goed om uit het oog te verliezen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content