Hoogtechnologische kennisparel
Trends brengt dit najaar de invloedrijkste sociaaleconomische zwaargewichten op regionaal niveau, in kaart. Het dossier over Leuven bijt de spits af. Wie zijn de machthebbers in de universiteitsstad en hoe zwaar wegen ze door in de plaatselijke economie?
Of de filosoof Gottfried Wilhelm Leibniz (1646-1716) ooit in Leuven verbleef, weten we niet. Maar de hoofdstad van Vlaams-Brabant past volgens de lokale heersers binnen zijn stramien van “beste van alle mogelijke werelden.”
Tijdens de speurtocht naar en rondgang bij de lokale decision makers stootte Trends nauwelijks op kritiek. Meer nog. Leuven wordt herhaaldelijk genoemd als een voorbeeldregio voor Vlaanderen. De slagwoorden zijn internationale openheid, kennisregio, symbiose, een aangenaam leefklimaat, een meer dan gemiddeld inkomen. Kritiek beperkt zich tot de te fel gestegen woonprijzen, die de binnenstad steeds duurder maken voor jonge gezinnen. Of verkeersstromen die beter kunnen. Maar het belangrijkste “luxeprobleem” is de krapte op de arbeidsmarkt. “De toekomst oogt vrij riant,” vindt burgemeester Louis Tobback (SP.A). “Als morgen een grote autoconstructeur zich aanbiedt met 4000 arbeidsplaatsen, zullen we hem uiteraard helpen. Maar we zullen hem moeten doorverwijzen naar de Kempen of Limburg. Want in Leuven zit hij fout. Wij hebben niemand die bij de autoconstructeur kan werken.”
Internationale openheid. Dat hangt uiteraard samen met de universiteit. Haar 17.094 werknemers en 36.558 studenten domineren de stad. “Met tot drie miljard euro omzetcreatie is zij de allergrootste economische macht,” weet André Ooster-linck. De ererector wordt samen met Louis Tobback als de centrale spil in het machtsgebeuren omschreven. “De densiteit van intellectuele massa per inwoner is hier de grootste van Vlaanderen.”
Kennisregio. Alweer André Oosterlinck is een centrale spil in de uitbouw van Leuven tot kennisregio. Via Leuven Research & Development werden een tachtigtal spin-offs gecreëerd. Eenvoudig gezegd, komt het neer op een commercialisering van het universitaire onderzoek. Leuven R&D doktert samen met de vorsers aan een businessplan, zoekt startersgeld. Slechts vijf spin-offs werden stopgezet, of gingen op in een groter geheel. Geen enkele ging failliet. De tachtig spin-offs genereerden 5000 arbeidsplaatsen en een omzet van circa één miljard euro. Een Nederlandse onderzoeker maakte een studie van het Leuvense model. “Kennisparel” luidde zijn conclusie. Ook de universitaire gemeenschap van Cambridge houdt het Leuvense model onder de loep.
Symbiose. Alweer vond de centrale as elkaar: André Oosterlinck en Louis Tobback. Stad en universiteit werken in harmonie. “Waarom we elkaar de loef niet afsteken?” beantwoordt Koenraad Debackere, de algemene beheerder van de universiteit, de vraag. “Op korte termijn zal het een kort gewin opleveren. Maar op lange termijn is dat het domste wat je kan doen. Het komt erop aan elkaars ontwikkeling maximaal te ondersteunen. Dat is wat Louis Tobback heel goed heeft gezien. En begrijpt.”
Aangename stad. Voor een buitenstaander mag de provinciale stolp van Leuven soms te zwaar wegen. Maar wie er woont, doet dat graag. Leuven is een aangename, groene stad. Het stadsbestuur wil Leuven leefbaar houden en begrenzen tot zijn circa 90.000 inwoners. De stad telt slechts enkele sporen van grote vastgoedontwikkeling. Met als zichtbaarste visitekaartje de stationsbuurt. “We lokken onderzoekers uit Japan, Zuid-Korea, de Verenigde Staten,” weet Gilbert Declerck, de gedelegeerd bestuurder van het wereldvermaarde centrum Imec. “Ze vinden Leuven fantastisch. Leuven is het centrum van waaruit ze Europa ontdekken.” Een aangenaam leefklimaat komt in diverse studies als kritische succesfactor naar voren voor het lokken van toptalent. “Sommige regio’s hebben misschien de ingrediënten, maar ze hebben niet het juiste recept,” bedenkt Martin Hinoul van Leuven R&D. Leuven heeft de geschikte kookkunst.
Netwerkeconomie. De banden binnen de lokale machtselite zijn hecht. Zeer hecht. De denktank Charter 2020 fungeert als de spin in het web (zie kader: De spin in het netwerkweb).”Vergelijk het met een Amerikaanse denktank. Alleen worden we hier niet betaald,” grinnikt Martin Hinoul. “We bezinnen ons één keer per maand over de vraag: waar gaan we met Leuven naartoe, tot 2020?” Al wie naam en faam heeft in de Leuvense sociaaleconomische biotoop, is bestuurder binnen Charter 2020. “De mensen van het Charter vormen uiteindelijk hét Leuvense netwerk,” beoordeelt de financiële topman Theo Peeters. Niet toevallig was Jos Daniëls, de gewezen topman van KBC in Leuven, de eerste voorzitter van het Charter.
Vanuit die groep verspreidt zich een hecht netwerk naar de universiteit, de hogescholen, Voka, het stadsbestuur, de belangrijkste bedrijven. Steeds weer spelen de leden van Charter 2020 ook in de andere representatieve instellingen een cruciale rol. Zijn bestuurders waren de motor voor dat andere, belangrijke ondernemersnetwerk: Leuven. Inc. Gevestigde ondernemers ontmoeten er starters. “Opdat die niet dezelfde fouten als ons in onze beginjaren maken,” duidt ererector André Oosterlinck.
De vrouwelijke ingenieur: Christine Buelens – algemeen directeur Metalogic
Nicole De Smyter, Karen Maex, Hedwige Nuyens, … én Christine Buelens. Die namen rollen geregeld over de tongen bij de vraag naar de belangrijke vrouwen in Leuven. De dames doorprikken het cliché van de “zachte” beroepen. Nuyens is de voormalige CFO van de KU Leuven. De Smyter, Maex en Buelens zijn actief binnen de positieve wetenschappen.
Christine Buelens is de algemene directeur van Metalogic, een bedrijf actief in het segment van de corrosiebehandeling. In de toonzaal prijken metaalflarden van stookolietanks, aangevreten door corrosie. Metalogic is sterk actief in de Antwerpse petrochemische bedrijven. “Het vinden van geschoolde werknemers is een gigantisch probleem,” observeert Christine Buelens in het hoofdkantoor in Haasrode. “We zoeken ingenieurs in metaalkunde, met enkele jaren ervaring in chemie of petrochemie. Na twee maanden vond ik twee mensen. Voor de derde kandidaat duurde de zoektocht een jaar.”
De manager van het jaar: Jan Callewaert, CEO van Option – Trends Manager van het Jaar 2005
Elke CEO van een beursgenoteerde onderneming in Leuven loopt wel in de kijker. Maar Jan Callewaert klimt er bovenuit. Hij symboliseert Leuven innovatiestad. Calle- waert kocht het Tafelrond, het voormalige gebouw van de Nationale Bank naast het Leuvense stadhuis. Hij is lid van Charter 2020. En Jan Callewaert is ook voorzitter van VKW Vlaams-Brabant.
Sinds drie jaar werft het bedrijf alle twee dagen een nieuwe werknemer aan. Option blijft groeien. “Een schitterend product, met een schitterende technologie, in een schitterende stad,” beoordeelt Martin Hinoul (Research & Development KU Leuven). Hoe vindt Jan Callewaert werknemers op de krappe arbeidsmarkt? Option is hoofdsponsor van de Leuvense voetbaltrots Oud Heverlee Leuven. “We hebben ambitie. We willen samen een sterk team vormen,” vindt Jan Callewaert. “In drie jaar gaan we naar eerste klasse. Voetbal is een zeer aantrekkelijk medium. Een hoogtechnologisch bedrijf sponsort een klassieke sport.”
De creatieveling: Patrica Ceysens, fractieleider voor VLD gemeenteraadslid (VLD), 3112 voorkeurstemmen
Of ze ooit burgemeester wil worden? Die vraag lacht ze liever weg en wijst naar de uitslag van de jongste gemeenteraadsverkiezingen. Met 3112 voorkeurstemmen was Patricia Ceysens de derde populairste politicus van Leuven. Maar Napoleon Tobback scoorde ruim vier keer beter.
Toch mag de gewezen Vlaamse minister van Economie niet worden onderschat. Naast de twee tenoren Louis Tobback en Carl Devlies (CD&V) rolt haar naam het meest over de tongen als belangrijkste politica. Creativiteit in de breedste zin van het woord is haar stokpaardje. Van originele kookconcepten tot hoogtechnologische spin-offs. Op dat laatste vlak mag Leuven voor haar nog meer inspanningen leveren. E-mama Ceysens vestigde de maatschappelijke zetel van de vzw Flanders District of Creativity in Leuven. “Leuven is een kennisstad. Het materiële komt na het immateriële. Het maakt niet zozeer uit hoe je er gekleed bij loopt. Veel belangrijker is of je voldoende kritisch bent. We hebben toch wel een eigen subcultuur.”
de kroonprins: Koenraad Debackere – algemeen beheerder KU Leuven
Eén van de knapste koppen van Leuven. Een schitterende man. Bijzonder intelligent, een duizendpoot, een zeer harde werker. Hij is overal aanwezig. Een unieke figuur. De centrale spil rond het ganse spin-offgebeuren. De interface tussen de universiteit en het hoogtechnologische ondernemerschap. De grote trekker. Zeer capabel, een ongelooflijk assimilatievermogen. Bestuurder van Charter 2020.
Koenraad Debackere, professor innovatiemanagement en “de COO” van de universiteit, wordt op handen gedragen. “Leuven bevindt zich in een bloeiperiode. Er was een broeifase, fermentatie nodig. Na 1995 kregen we de katalyse en de groei. Niet dat er voordien bewust werd tegengewerkt. De kiemen moesten groeien en kregen een kritische massa.”
DE toponderzoeker: Gilbert Declerck – algemeen directeur van IMEC
Het is moeilijk niet lyrisch te worden wanneer over IMEC wordt gepraat. Ook zijn algemeen directeur mag meegenieten van die goodwill. Het centrum rond nano-elektronica heet een juweel aan de Leuvense kroon. Declerck verzamelde 1536 toponderzoekers in de excellentiepool. “IMEC als organisatie wordt in de wereld gezien als aparte liga, op eenzame hoogte van kwaliteit. Men is er jaloers op. Het is de enige plek waar de aarts-vijanden Intel en Samsung broederlijk samen aan onderzoek doen,” weet Anton De Proft, voorzitter van de raad van bestuur. De impact van IMEC op Leuven heet immens. Uiteraard behoort ook Gilbert Declerck tot Charter 2020. Hij zwemt als een vis in de Leuvense verwevenheid rond opleiding, onderzoek, spin-offcreatie. “Je vindt alleen maar talent door aan de top te staan wereldwijd. IMEC is dé plaats voor toponderzoekers. Maar je moet jezelf uiteraard op de kaart zetten. Als niemand weet dat je goed bent, kan je er niets mee doen.”
De durfkapitalist: Jos Peeters – durfkapitalist Capricorn Venture Partners en Quest for Growth
Voor sommigen is hij een wat vreemde eend in de Leuvense bijt. Maar daarom speelt Jos Peeters achter de schermen een niet minder belangrijke rol. De durfkapitalist is de man die het geld doet rollen, als bron voor menig nieuw ondernemerschap. Peeters financiert mee de spin-offs van Leuven innovatiestad. Via Capricorn worden groeibedrijven begeleid na hun initiële opstartfase. Het fonds Quest for Growth stimuleert de ondernemingen in hun verdere groei, tot net vóór de beursgang. Jos Peeters stond mee aan de wieg van beide organisaties. De verstrekker van risicokapitaal vestigde zijn kantoor niet toevallig in een historisch pand, hartje Leuven. Peeters, fysicus van opleiding, wordt als “zeer verstandig” omschreven. “De universiteit levert meestal het startkapitaal van enkele honderdduizenden euro’s. Wij komen met Capricorn in een latere fase. Maar we zouden met Capricorn drie keer groter moeten zijn om voldoende slagkracht te hebben voor de financiering van grotere dossiers.
De netwerkster: Nicole De Smyter – beheerder Leuven.Inc (Leuven Innovation Networking Circle)
Voka is wellicht hét epicentrum van de Leuvense bedrijven, maar Leuven. Inc voegt daar nog een extra dimensie aan toe. Dat is het horizontale netwerk waar de hoogtechnologische spelers elkaar treffen. Martin Hinoul (Research & Development KU Leuven) bracht het idee mee uit Cambridge. Want goed onderwijs en voldoende kapitaal zijn niet voldoende. Mensen moeten elkaar ook ontmoeten. Tijdens de informele ontmoetingen van Leuven. Inc geven bedrijfleiders ervaring door aan starters, opdat die niet dezelfde fouten zouden maken. De organiserende netwerkster van dienst heet Nicole De Smyter. “Nicole organiseert schitterende events,” vindt Martin Hinoul. Van visionaire workshops, tot ondernemercafés. De Smyter: “Als je niets doet, komt er ook niets. Leuven is een rolmodel voor Vlaanderen. Er zijn sleutelfiguren die zich hier verankeren, zoals Option, LMS, Materialise, Metris, Icos. Dat geeft boost aan de jongeren. Fierheid. Een jongere zei onlangs, na een voordracht van Bart Van Coppenolle: ‘Ik hoop dat ik binnen vijf jaar ook vooraan kan staan en mijn verhaal kan brengen.”
de nummer twee: Carl Devlies – Eerste schepen (CD&V), 5614 voorkeurstemmen, lid Charter 2020
Wie wint het duel? Voor sommigen troont de almachtige Tobback er bovenuit. Carl Devlies is de stille werker, in een ondergeschikte rol. Voor anderen vormen ze een onafscheidelijke tandem. Allebei drukken ze hun stempel op Leuven en ze zijn perfect op elkaar ingespeeld. Als je met de twee contact hebt, heb je eigenlijk met het ganse stadsbestuur contact. “Tussen die twee en de rest valt er een heel groot gat, als je naar de volgende schepenen kijkt,” oordeelt Patricia Ceysens.
“Ik ben de eerste man van onze partij. Ik heb de nodige ervaring, ik ben al negentien jaar schepen. Ik vorm een goed team met de burgemeester. Geen enkel serieus dossier wordt afgehandeld zonder dat ik erbij betrokken ben. De beide coalitiepartners moeten hun akkoord geven over de dossiers. En dat verloopt op een correcte manier.”
MENEER TECHNOLOGIE: Martin Hinoul – Research & Development KU Leuven, Technologie transfer
Kennis is goed, maar kennis moet je ook verkocht krijgen. Martin Hinoul is één van de spilfiguren in het ganse hoogtechnologische gebeuren in Leuven. De bestuurder van Charter 2020 leverde een belangrijke bijdrage in de uitbouw van de bedrijvenparken. Als technologische attaché in de Verenigde Staten woonde hij jarenlang in Silicon Valley. Hinoul zag hoe universitaire spin-offs werden gecreëerd. Het opende de ogen. “Hij heeft een heel uitgebreid internationaal netwerk. Hij weet wat het betekent om bedrijven naar hier te halen,” zegt Jos Peeters (Capricorn Venture Partners / Quest for Growth).
“Vandaag telt Silicon Valley 8000 bedrijven,” weet Martin Hinoul. “Maar het is ook begonnen met een goede universiteit. Je moet goede individuen hebben. Dat is de sleutel. Je moet een drijvende kracht hebben. Je hebt in Leuven een handvol van die mensen. Tobback. Ooster-linck. Debackere. Leekens. Enkele mensen, het moet niet veel zijn.”
de pur sang lobbyist: René Leekens – algemeen directeur Voka Kamer van Koophandel Leuven
Leuven is een netwerkmaatschappij. Dat is belangrijk in een hoogtechnologische omgeving. Als opper netwerker wordt wel eens René Leekens geciteerd. De broer van de trainer is een spilfiguur in het bedrijfsleven. Hij centraliseert, organiseert de belangen van het bedrijfsleven versus instituties zoals het stadsbestuur of de universiteit. De bestuurder van Charter 2020 doet dat “schitterend”, beoordeelt menig Leuvense observator. “René heeft de muren afgebroken tussen de hoogtechnologische en de andere bedrijven. Als Option International de voetbalploeg sponsort, is dat voor een groot stuk de verdienste van Leekens,” waardeert Guy Vanautgaerden van InBev.
Een structurele samenwerking tussen hogescholen, universiteit en bedrijfsleven is wellicht Leekens’ stokpaardje. Onder het motto talentontwikkeling, innovatie, internationalisering, dus de Ti2-slogan van Vokavoorzitter Urbain Vandeurzen. Leekens: “Leuven is een beetje een voorbeeld-regio voor Ti2. Innovatie wordt hier met een grote i geschreven.”
De entrepreneur: André Oosterlinck – voorzitter Associatie KU Leuven
André Oosterlinck en Louis Tobback. De twee worden steeds samen genoemd. Het duo vormt de centrale as voor Leuven. Universiteit en stadsbestuur vinden elkaar in twee personen die in symbiose samenwerken. “We hebben een natuurlijke samenwerkingsmodus,” beoordeelt de ererector van de universiteit en voorzitter van de denktank Charter 2020. “Niet dat we allebei sterk socialistisch denken. Maar als de universiteit het goed doet, is dat goed voor Leuven. Maar de universiteit is ook enkel goed, als Leuven het goed doet.” Voor Martin Hinoul (Research & Development KU Leuven) kan de impact van Oosterlinck nauwelijks te hoog worden ingeschat. De positieve wetenschapper annex ondernemer was de oprichter van Icos. Hij ijverde voor de commercialisering van onderzoek, het nemen van patenten, contractonderzoek. Als Leuven een hoogtechnologische kennisregio is, komt dat voor een groot deel voort uit het “Oosterlinck effect.” Uit de universiteit ontsproten tachtig spin-offs.
de vreemdeling: Karen Maex – vicerector KU Leuven
Haar naam komt geregeld voor als het over de sterkere vrouwen in Leuven gaat. Vicerector Karen Maex is gewoon hoogleraar binnen het departement elektrotechniek en was in die hoedanigheid sterk actief binnen IMEC. “Ik houd niet van de sterke profilering man versus vrouw. Binnen de universiteit hebben vrouwen al jaren sterke posities.”
Haar stokpaardje als vicerector is veeleer het diversiteitsbeleid. Leuven is een stad met meer dan vijftig nationaliteiten. De universiteit voert een specifiek minderhedenbeleid. Iedereen is welkom, ook mensen van andere strenge godsdiensten. “We hebben heel veel vreemdelingen, dus is vreemdeling zijn normaal. Dat creëert ook een hogere vorm van verdraagzaamheid,” oordeelt ererector André Oosterlinck.
Karen Maex wil samen met de universiteit rond het thema diversiteitsbeleid een grotere rol spelen. “Het thema van de andere etnische origine wordt de volgende jaren nog belangrijker. Onze maatschappij kan daar niet aan voorbijgaan.”
napoleon: Louis Tobback (SP.A) – burgemeester, 13.260 voorkeurstemmen, bestuurder Charter 2020
Je zal niet van veel Leuvenaars slechte dingen horen over Tobback.” (Christine Buelens). “Louis Tobback is met recht en reden de belangrijkste politicus.” (Jan Callewaert). “Het gaat bij Tobback altijd over infrastructuur, de bakstenen. Met het invullen van de creativiteit in de stad is de burgemeester veel minder bezig.” (Patrica Ceysens). “Zijn er naast Tobback nog andere politici? Dat is een moeilijke vraag.” (Gilbert Declerck). “Tobback is één van de meubelen van de stad. Hij drukt er een goede stempel op.” (Anton De Proft). “Eén echte, dominante figuur is er niet in Leuven, nee.” (Carl Devlies). “De grote ontwikkeling van de stad kwam er met Louis Tobback. Het post-1995-tijdperk.” (Koen Debackere). “Een schitterende man. Hij staat boven het politieke getouwtrek.” (Martin Hinoul). “Een heel grote meneer. Je kan er ook internationaal mee uitpakken.” (Jos Peeters). “Of men voor of tegen hem is, hij heeft Leuven geprofileerd.” (Romain Sterckx). “Louis Tobback en Carl Devlies zijn de boegbeelden. Het zijn Leuvenaars met hart en ziel.” (Guy Vanautgaerden). “De Napoleon van Leuven is als burgemeester echt wel bepalend.” (Urbain Vandeurzen). “Ik kan er alleen lovend over zijn. Hij laat alle partijen scoren. Met een zekere flair.” (Gust Vriens).
De visionair: Anton De Proft – CEO Icos, voorzitter IMEC. Bestuurder Charter 2020
Jonge ingenieurs met branie komen bij Icos Vision aan hun trekken. Na een korte, intensieve opleiding, worden ze de wijde wereld ingestuurd. Met pc in de aanslag moeten ze bij de klanten oplossingen uitdokteren. Voor dat beleid opteert CEO Anton De Proft. Alweer één van de trekkers van het hoogtechnologische gebeuren in Leuven. Een lokale tenor, een volbloed entrepreneur, die zorgt dat de dynamiek groeit en bloeit. De Proft leunt zeer nauw aan bij Icosstichter André Oosterlinck.
De Proft is zeer actief binnen Charter 2020. “Heel belangrijk voor de regio is het ganse spin-offbeleid. Spin- offs hebben een impact op lange termijn, je spreekt dan over een beleid van tien jaar. Onderschat het effect dus niet. Hoe zal Leuven eruit zien in tien, twintig jaar?”
het rolmodel: Bart Van Coppenolle – CEO van beursgenoteerde Metris, onderneming van het jaar 2006
In 1995 ontstaan als een spin-off van de universiteit, in 2007 naar de beurs. Metris, een specialist in hoogtechnologische meettechnieken, wordt vaak genoemd als één van de jonge, opkomende voortrekkers uit Leuven. CEO Bart Van Coppenolle heet zeer dynamisch en beloftevol. Een man met visie. Hij wekt veel los bij ingenieursstudenten die zelf een bedrijf willen opstarten.
“Waarom ik als rolmodel fungeer? Wellicht omdat ik nog niet zo oud ben. Dat zal zeker meespelen. Hoe jonger je bent, hoe gemakkelijker je communiceert met jongere mensen, zoals studenten.
“Het verhaal van Metris als spin-off is herkenbaar. Het toont dat het niet onbereikbaar is. Normale mensen zoals ik en anderen kunnen het doen. Als normale, niet ervaren (doctoraats)student kan je eraan beginnen. Bijna alle spin-offs van de universiteit zijn gelukt. Je hebt een bijna statistische zekerheid op slagen. Je moet er uiteraard aan werken. Maar dat spreekt aan. Gecombineerd met een hedendaags businessmodel. We hebben durfkapitaal aangesproken. We hebben bedrijven gekocht. We zijn naar de beurs gegaan.”
DE INDUSTRIEEL: Pieter Klingels – Gedelegeerd bestuurder van Tyco Electronics
Zijn bedrijf werkt business-to- business. Het maakt Pieter Klingels minder zichtbaar, maar daarom niet minder belangrijk. De ondervoorzitter van Voka Leuven (hij vertegenwoordigt de industrie) en lid van Charter 2020, leidt Tyco Electronics. Het vroegere Raychem maakt een gamma toebehoren voor de telecomsector en telt 900 werknemers. Het Europese onderzoekscentrum van de groep is gevestigd in Kessel-Lo.
“Het is goed dat wij de mensen in het stadhuis kennen. Er bestaat een gezonde wederzijdse belangstelling. Als bestuurder van Agoria heb ik toegang tot de gewestelijke en federale overheden. Ik zit in de raad van bestuur van de fusiegroep Katholieke Hogescholen van Leuven. Dat is dus een goed netwerk.”
de voorzitter: Urbain Vandeurzen – voorzitter Voka en voorzitter en gedelegeerde bestuurder van LMS
Zijn collega’s van Charter 2020 zien hem de laatste tijd te weinig. Urbain Vandeurzen heeft wel andere zorgen aan het hoofd, als zeer druk bezette voorzitter van Voka. Vandaag stuurt Vandeurzen het economische gebeuren in Vlaanderen. Voordien was hij was één van de onmiskenbare centrale motors achter de economie in Leuven. “Hij behoort tot de club van mensen die niet enkel bezig zijn met de eigen activiteit,” beoordeelt Pieter Klingels (Tyco Electronics). In Leuven is de CEO van LMS en kandidaat manager van het jaar 2006, één van de rolmodellen als bedrijfsleider. Hij staat er op een gedeeld podium met onder meer Jan Callewaert en Anton De Proft.
“Of ik als voorzitter van Voka nog tijd heb voor Leuven? Ik ben minder lokaal aanwezig. Je kan niet overal zijn. Maar mijn actieplan voor Vlaanderen is sterk op Leuven gericht.
De schaarste aan werknemers is vandaag de grootste uitdaging van Vlaanderen. Een modern arbeidsmarktbeleid voor Vlaanderen is daarom de politieke prioriteit.”
de traiteur: Romain Sterckx – zaakvoerder Salons Georges
Arenberg, Couvert Couvert en Het Land aan de Overkant. Dat trio wordt meestal geciteerd als betere zakenrestaurants. Maar uitgebreid dineren, is er niet echt meer bij. “De tijd dat men na de oplevering van een belangrijk contract iets ging eten, is voorbij,” registreert René Leekens, algemeen directeur Voka Kamer van Koophandel Leuven. “De Leuvenaars zijn té zakelijk en to the point.” Vaak volstaat een broodjeslunch, een koude schotel. Meestal valt dan de naam van Salons Georges, de traiteurzaak van Romain Sterckx. Belangrijke klanten zijn het stadhuis, de provincie Vlaams-Brabant, InBev, KBC. “We leven in een broodjesmaatschappij. Je ziet in het stadsbeeld zakenmensen die met een broodje in de hand door de straten lopen. Dat zag je tien jaar geleden niet. Toen ging men eten op restaurant. Dat is fel verminderd. Tijdens de middagpauze zijn er vergaderingen, discussies. Op de vergadertafel verschijnt een koude schotel of broodjeslunch.”
de grootste van de wereld: Guy Vanautgaerden – verantwoordelijke voor distributie InBevbieren via bierhandelaars
Vreemd. Het bij de buitenwereld meest gekende Leuvense bedrijf wordt bij bijna alle gesprekspartners slechts genoemd na het expliciet te hebben vermeld. Uiteraard is InBev “de kers op de taart” als meest internationale bedrijf van Leuven. Jo Van Biesbroeck, lid van het directiecomité, is bestuurder bij Charter 2020. Maar alle clichés over ” de Stella” passeren al gauw de revue. Ongrijpbaar, ontworteld van Leuven, gedomineerd door Brazilianen. “Het verbaast me dat men InBev niet noemt,” antwoordt Guy Vanautgaerden, de verbindingsman van de brouwer met de Leuvense instanties. “De mensen met wie ik contact heb, spreken steeds weer over drie grote bedrijven: KU Leuven, Boerenbond, InBev.” Vanautgaerden – “geboren en getogen” in Leuven – is met de brouwer al twintig jaar actief in het Leuvense sociale leven. “We sponsoren meer dan 160 activiteiten. Muziekfestivals, de voetbalploeg, de recepties van professoren.” Met het stadsbestuur is er twee keer per jaar een formele vergadering, waarin diverse thema’s van het bedrijf worden aangekaart.
DE opperste ambtenaar: Gust Vriens – Stadssecretaris
Als het woord symbiose geldt voor Leuven, heeft dat ook te maken met de kwaliteit van de ambtenarij. Zelf houdt hij het liever discreet, maar een naam die geregeld opduikt, is die van stadssecretaris Gust Vriens. Sinds 2003 leidt hij een ambtenarencorps van 1158 medewerkers. Van Vriens wordt gezegd dat hij dossiers laat vooruitgaan, omdat hij (als broer van Waterleautopman Luc) het bedrijfsleven kent. De oude getrouwe van de burgemeester (van 1988 tot 1991 kabinetschef van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken) wordt ook door andere partijen geprezen voor zijn apolitieke, professionele werking. “Het beleid wordt uitgestippeld door burgemeester en schepencollege. De formele beleidsvoorbereiding en de uitvoering zijn een taak voor de administratie. Als hoogste ambtenaar ben ik verantwoordelijk voor het personeel.”
Wolfgang Riepl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier