Hooghangend fruit
In 2020 wordt de vooruitgang in de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling geëvalueerd. Dat wordt geen opwekkende bedoening.
” Elke dag sterven 30.000 kinderen door extreme armoede”, zegt Lawrence, een moedeloze overheidsambtenaar, in The girl in the café, een film die voor de bijeenkomst van de G8 in 2005 uitgebracht werd. Hoewel de film fictie is, is dat verschrikkelijke cijfer het niet. Het is gebaseerd op het geschatte aantal kinderen dat aan het begin van de jaren 2000 gestorven is (maar niet allemaal door extreme armoede) voor zijn vijfde verjaardag.
Vijf jaar geleden hebben de wereldleiders beloofd tegen 2030 een deel van dat dodental te voorkomen. Die ambitie werd opgenomen in 169 doelstellingen, onderverdeeld in zeventien ruime categorieën, die beter bekend zijn als de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG, sustainable development goals). In juli 2020 komen de ministers samen in New York om te bespreken hoeveel daarvan verwezenlijkt is.
Het is nu al duidelijk dat wereldwijd gezien slechts enkele doelstellingen bereikt zijn. Daar zal niemand van staan te kijken, want ze zijn gekozen op basis van hun wenselijkheid, niet op de uitvoerbaarheid. Ze zijn een verzameling strijdkreten, geen goed doordacht aanvalsplan. Maar toch gaat niet alles achteruit. De armoede daalt. Volgens de World Poverty Clock ontsnapt elke twee seconden iemand aan extreme behoeftigheid. Steeds meer mensen hebben drinkbaar water, elektriciteit, een vorm van middelbareschoolopleiding en gsm-bereik. Er worden wat minder kindbruidjes uitgehuwelijkt. Bijna 8 procent van de oceaan en meer dan 18 procent van de nationale wateren worden op de een of andere manier beschermd. In 2015 waren dat nog 4 en 10 procent. Wouden verdwijnen in een lager tempo, ook al is dat grotendeels doordat er nieuwe bomen geplant worden.
Wouden verdwijnen in een lager tempo, ook al is dat grotendeels doordat er nieuwe bomen worden geplant.
Honger en malaria
Maar een aantal zaken die verbeterd waren, gaan opnieuw achteruit. De belangrijkste maatstaf om honger te meten (het aantal mensen dat niet voldoende energie uit zijn voeding kan halen om een gezond en actief leven te leiden) is in de tien jaar voor 2015 gestaag gedaald, maar is na 2015 weer gestegen. Het aantal malariapatiënten, dat tussen 2010 en 2015 gedaald was, is de jongste jaren weer toegenomen. 36 procent van hen woont in slechts twee landen, Nigeria en Congo. In diezelfde twee landen leeft ook 26 procent van het aantal arme mensen in de wereld.
In de strijd tegen armoede en ziekte zullen de laatste noten de hardste zijn om te kraken. 2030 nadert stilaan en terwijl de wereldbevolking zich inzet om de SDG’s te verwezenlijken, zal ze steeds meer naar het fruit dat hogerop hangt moeten reiken.
Ondanks de ernst van de wereldproblematiek zal de laatste doelstelling, dat ontwikkelingshulp opgedreven wordt tot 0,7 procent van het nationale inkomen van het schenkende land, ook niet verwezenlijkt worden. De financiële steun blijft hangen op zo’n 0,3 procent van de inkomsten van de schenker. Daar zal de komende tien jaar waarschijnlijk weinig verandering in komen. De belofte van 0,7 procent werd nochtans voor het eerst in 1970 gedaan.
De auteur is redacteur groeimarkten van The Economist in Hongkong
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier