Hoog spel in Turkije
Deceuninck haalt 50 miljoen euro op voor de overname van het Turkse Pimas. Daardoor wordt de Vlaamse groep kwetsbaar voor de wankele Turkse economie.
Door de overname van Pimas wordt Deceuninck marktleider in pvc-profielen in Turkije — in volumes de op één na grootste Europese markt. De Vlaamse groep versterkt ook haar positie in Rusland, de grootste markt, waar Pimas over een productie-eenheid beschikt.
Hoge schuldenlast
Deceuninck financiert de overname van bijna 25 miljoen euro met een kapitaalverhoging van 50 miljoen euro. Het hoefde daarvoor geen grote korting toe te staan, aangezien Sofina en Gramo, de holding van de Belgische ondernemer Francis Van Eeckout, 41,25 en 8,25 miljoen euro inbrengen tegen 1,90 euro per aandeel.
Officieel stelt de groep dat ze daarmee verdere strategische projecten en investeringen kan financieren “in een industrie die zich in een consolidatiefase bevindt”. Maar Deceuninck zit nog altijd in moeilijke financiële papieren, na de kapitaalverhoging van 84,5 miljoen euro in 2009 en de herfinanciering van zijn schulden van 140 miljoen euro in 2012.
De nettoschuld van het bedrijf is in de eerste zes maanden van dit jaar gestegen van 80,6 tot 91,4 miljoen euro, wat de schuldratio — de verhouding tussen de nettoschuld en de ebitda — heeft doen oplopen tot 2,1. De groep moet bovendien een zekere speelruimte bewaren, aangezien haar ebitda-resultaat — de winst voor intresten, belastingen en afschrijvingen — de afgelopen jaren gestaag is afgenomen (zie tabel Deceuninck in cijfers). Ze kon haar nettoresultaat alleen stabiliseren door lagere intresten op schulden, na de herfinanciering in 2012 en de daling van de afschrijvingen van activa na een lange periode van onderinvesteringen.
Vastgoedcrisis
De vooruitzichten blijven bovendien heel onzeker, zoals Deceuninck al meermaals heeft aangegeven. In februari uitte de fabrikant zijn bezorgdheid over de “stijgende grondstoffenprijzen in het kader van de consolidatietrend bij de Europese pvc-producenten”. Vorige zomer wees het nog op “de vertraging bij de doorberekening van de gestegen grondstoffenkosten naar de markt in Turkije”, na het waardeverlies van de Turkse lira ten opzichte van de Amerikaanse dollar, de referentiemunt in de grondstoffensector.
De afgelopen maanden is de Turkse lira opnieuw een beetje hersteld, na een daling van meer dan 30 procent tussen mei 2013 en januari 2014. Toch blijven de Turkse economie en de lira kwetsbaar voor de minste spanning op de internationale markten (zie kaderstuk Bibberen voor hyperinflatie).
Voor Deceuninck gaat dat nog gepaard met het risico op een vastgoedcrisis. Nouriel Roubini, een beroemd Amerikaans econoom van Turkse afkomst, plaatste Turkije eind 2013 op de lijst van landen die het slachtoffer van een vastgoedzeepbel kunnen worden. Meerdere indicatoren lijken erop te wijzen dat die zeepbel al aan het uiteenspatten is. De huizenverkoop daalt al sinds begin dit jaar. In juli was de terugval opgelopen tot 20 procent, zowel voor nieuwe als oude woningen. Volgens de lokale pers zou bijna 10 procent van de kredieten die banken aan de bouwsector hebben toegestaan dubieus zijn.
Deceuninck riskeert dus dubbel te worden afgestraft: niet alleen door de vertraging in de bouwsector, maar ook door een sterke toename van het aantal faillissementen bij zijn klanten.
Toegenomen risico
Door zijn ontwikkeling op de twee grootste Europese markten te versnellen, consolideert Deceuninck zijn plaats in de pvc-profielensector, naast de Duitse producenten Profine en Veka. Vanuit industrieel standpunt lijkt de overname dus logisch, maar ze biedt geen oplossing voor de chronisch lage rentabiliteit van de Vlaamse groep. Pimas eindigde 2013 in de rode cijfers.
Voor beleggers verhoogt de overname de risico’s. Het gewicht van Turkije in de omzet van Deceuninck zal stijgen van 23 tot ongeveer 30 procent, op een moment dat de economie van dat land opnieuw zorgen baart. In Rusland moet Deceuninck kunnen ontsnappen aan de commerciële sancties, aangezien het lokaal actief is. Maar het is niet immuun voor de ommekeer van de conjunctuur, die nog wordt versneld door het Oekraïense conflict. Het bruto binnenlands product van Rusland is in het tweede kwartaal al gedaald met 0,3 procent.
CÉDRIC BOITTE
De overname van Pinas biedt geen oplossing voor de chronisch lage rentabiliteit van Deceuninck.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier