Hoge productiviteit niet langer Belgische troef
De productiviteit in België is de voorbije jaren minder snel gestegen dan in de buurlanden. Daarmee wordt de theorie ondergraven dat de hoge arbeidsproductiviteit de hoge Belgische loonkosten rechtvaardigt.
Tussen 1996 en 2007 stegen de arbeidskosten per eenheid product in België 13,2 procent, zo staat in een studie van het Planbureau. Daarmee namen de arbeidskosten 6,1 procentpunt meer toe dan in de drie buurlanden. De oorzaak van die groeiende loonhandicap en verslechtering van de concurrentiepositie is niet alleen het gevolg van de gestegen uurlonen. De arbeidskosten per eenheid product worden bepaald door twee factoren: de groei van de lonen die verminderd wordt met de groei van de productiviteit (wat een werknemer in een uur produceert).
De uurlonen in België zijn tussen 1996 en 2007 gecumuleerd met 34,8 procent gestegen. Dat is minder dan in Frankrijk en Nederland, maar meer dan in Duitsland (zie tabel Evolutie loonkosten per eenheid product). Duitsland voert al jaren een politiek van loonmatiging. Maar dat de Belgische uurloonkosten minder snel stegen dan bij onze noorder- en zuiderburen is geen reden tot feesten. Dit voordeel wordt tenietgedaan door de snellere productiviteitsstijgingen in onze buurlanden.
Een opvallende vaststelling. “De absolute productiviteit ligt voorlopig hoger dan in onze buurlanden, maar kalft af”, bevestigt Geert Janssens van de denktank VKW Metena. Als de productiviteit voort blijft dalen, dan beschikken de vakbonden niet langer over hét argument om de hoge Belgische loonkosten te rechtvaardigen. Bij ABVV en ACV klinkt het steevast dat België zeer productieve werknemers heeft en dat de loonkosten daarom zo hoog liggen. Een bonus die snel wegsmelt. Het onderzoek van het Planbureau heeft alleen betrekking op de periode 1996-2007, maar de voorbije drie jaar is de situatie nog verslechterd en komt ons land, gemeten op basis van de loonkosten per eenheid product, op een loonkostenhandicap uit van 8,9 procent
Voor België zijn er twee mogelijkheden om die handicap weg te werken. Ofwel verhogen we de productiviteit, ofwel moeten de loonkosten omlaag. De eerste mogelijkheid is moeilijk te bewandelen. Als we de komende jaren meer mensen aan het werk helpen, dan zal dat de productiviteit niet direct doen toenemen. Veel werklozen die geactiveerd worden, zijn lager geschoold en niet zo productief. De hoge Belgische productiviteitscijfers zijn eigenlijk vooral het resultaat van het feit dat de minder productieve Belgen uit het arbeidscircuit worden gestoten.
Tweede bezwaar is dat er een grens is aan de stijging van de productiviteit. “Ik zie dat in bedrijven”, zegt Janssens. “Werknemers werken niet alleen aan machines, maar repareren ze ook. Waar er vroeger 200 of 300 man aan de slag was, zijn er dat nu 40 of 50. Het rendement van extra investeringen en personeelsbesparingen is eindig. Je kunt productiviteit wel verbeteren door bepaalde sectoren te liberaliseren.” Maar dat wordt gecoördineerd aangepakt op Europees niveau zoals bij de dienstenrichtlijn. Alle landen profiteren ervan. “Duitsland combineert loonmatiging met een focus op sterke productiviteitstoename. België kan dus niets anders doen dan onze loonkosten af te stemmen op Duitsland.”
A.M.
Als de productiviteit voort blijft dalen,dan beschikken de vakbonden niet langer over hét argument om de hoge Belgische loonkosten te rechtvaardigen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier