HOEZO, DE BEURS VERSLAAN?
Op het moment dat we deze bijdrage schrijven, bloeden de beurzen. Een verlies van 10% op een week is geen klein bier. Dat er vroeg of laat een hevige reactie zou komen, wisten nochtans alle waarnemers, op enkele super-optimisten na, die maar Tina ( There Is No Alternative) bleven roepen.
Er is natuurlijk altijd wel een alternatief: paniek, onrust. Iedereen wil door een veel te nauwe deur naar buiten. Een jaar geleden schreven we in deze rubriek dat de beurs in wezen een piramidespel was geworden, een schijnwereld waarvan de groei alleen werd gevoed door steeds nieuwe spelers. De laatste toetreders zouden dit spel duur betalen. Het merkwaardige is dat de hausse zo lang heeft geduurd. Volgens alle redelijke analyses had het keerpunt al veel vroeger moeten komen. Dit bewijst hoe taai vrije markten zijn, maar vooral hoe zeer de nieuwe paradigmadenkers gelijk hebben: de fundamentals liggen wel degelijk anders: onvoorstelbaar lage interestvoeten, gestegen productiviteit, triljoenen dollar die wel ergens naartoe moeten enzovoort.
WETENSCHAP.
Maar het keerpunt is er dus toch gekomen. We laten de economische analyses over aan de specialisten. Maar heeft de wetenschappelijke psychologie ook een bijdrage te leveren? Onze term wetenschappelijk is niet toevallig gekozen. Als beurscommentatoren de term psychologie in de mond nemen, verwijzen ze naar euforie of hysterie, irrationaliteit of hebzucht. Ze gaan dus voor hun verklaring te rade bij de populaire psychologie, die echter niet verder kan raken dan een leuk etiket plakken op een fenomeen dat iedereen uit zijn dagelijkse ervaring kent. En voor je het weet, kom je bij wetenschappelijke nonsens terecht met een new age-, freudiaans of modernistisch fin-de-siècle-sausje.
BROERTJE-LEEN.
De moderne wetenschappelijke psychologie bewandelt totaal andere wegen. Het meest relevante deel van de moderne psychologie heeft opnieuw de uitdaging aangenomen om de menselijke geest te bestuderen, maar is nu broertje-leen gaan spelen bij de (evolutionaire) biologie, de computerwetenschappen, de besliskunde enzovoort.
Een voorbeeld: in de computerwetenschap weet iedereen wat reverse engineering is. Je begint bij reverse engineering met nauwkeurig in kaart te brengen wat de chip kan en wat hij niet kan, en probeert dan te bepalen hoe hij moet of kan in elkaar steken.
Moderne wetenschappers passen nu ook deze methodiek toe op de menselijke geest. Dit brengt ons terug bij de beurs. Men weet nu met hoge zekerheid dat ons brein onder meer niet in staat is om exponentiële groei te begrijpen of om abstracte gemiddelden te combineren met concrete informatie. Exponentiële groei wordt schromelijk onderschat en abstracte gemiddelde informatie wordt snel verwaarloosd.
GROEIEN.
De beurs heeft groeidagen gekend van 2% à 3% per dag. Sommige steraandelen groeiden met 5 à 10% op één dag. Hoelang kon dit duren? Laten we beginnen met een zeer bescheiden groei van 2% per dag. Na twintig dagen is je kapitaaltje al met 49% gestegen, en na honderd dagen met een schamele 724%. Je steraandeel zal met een groei van 10% per dag na twintig dagen al een koers van 673% bereikt hebben, en na honderd dagen is 100 euro al 1,378 miljoen euro waard.
En wat gebeurt er na een jaar als de beurs wekelijks 10% zou verliezen? Je honderd euro zijn dan nog minder dan een halve waard.
VERSLAAN.
Bomen groeien niet tot in de hemel, ook niet bij het nieuwe beursparadigma. Ze groeien misschien één, twee of zelfs vijf periodes langer dan vroeger, maar dan moet het onherroepelijk stoppen.
Maar wisten de rationele beleggers dat dan niet? Hier komt het tweede gevaar om de hoek kijken. Gemiddeld genomen (maar dat is vreselijk abstract) is het bijna onmogelijk om de beurs te verslaan. De evidentie ter zake is overweldigend. Uit meer dan één studie blijkt dat de overgrote meerderheid der professionele beleggers het slechter doet dan de abstracte beursgemiddelden. Onvoorstelbaar – en dat is juist wat de moderne wetenschappelijke psychologie aantoont – maar waar. Wie ons niet gelooft, leze maar hét managementboek van het jaar 1997 ( Peter Bernstein ” Against the gods“/” De goden verzoeken“).
Een anekdote kan dit illustreren (maar uiteraard niet bewijzen): vijf jaar geleden gaf de New York Times 50.000 virtuele dollar aan vijf experts (en niet van de minsten). Ze mochten dit geld beleggen in een beleggingsfonds naar keuze, en om de drie maanden, desgewenst, mochten ze van fonds veranderen. Over de volledige periode – van 7 juli 1993 tot 30 juni 1998 – realiseerde het ‘luie’ Vanguard Index fonds (dat gewoon het beursgemiddelde volgt) een winst van 186%. De 50.000 dollar waren er 143.000 geworden, een winst van 93.000 dollar. De beste expert haalde 63.000 dollar winst. De minste 38.000. En wat doen deze dames en heren experts? Gerenommerde beleggingsbladen schrijven.
LTCM.
Nog onthutsender is het bijna-failliet van het LTCM-fonds, met onder meer twee Nobelprijswinnaars als adviseur. De “beste” banken, en zelfs de Italiaanse Nationale Bank, wilden een graantje meepikken van de fabelachtige returns van dit zeer speculatieve hefboomfonds met de wel erg ironische naam Long Term Capital Management. Het fonds realiseerde gedurende zijn drie topjaren een winst van 135,4%. Ook hier lieten de experts zich vangen aan concrete cijfers. De abstracte beurs realiseerde immers (met veel minder risico) in dezelfde periode niet minder dan 117%. LTCM verloor in 1998 dan wel 90%.
MODELLEN.
Het toont aan dat het gebruik van computermodellen en Nobelprijswinnaars het risico niet kan uitschakelen. Integendeel, deze modellen gaan er ten onrechte van uit dat wat in het verleden nooit is voorgekomen, ook in de toekomst niet kan gebeuren. Tot het dan toch maar gebeurt.
Moraal: vergeet niet dat onze hersenen zeer geschikt zijn om eenvoudige dingen (is deze bosbes giftig?) te vatten. Indien we zeer ingewikkelde zaken willen beheersen, dreigen we snel het slachtoffer te worden van onze twee kilo grijze hersenmassa. Of zoals zovele Vlaamse ondernemers al lang weten: als je het niet simpel kan houden, neem je wel erg grote risico’s!
Prof. dr. Marc Buelens is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick School voor Management.
Marc Buelens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier