Hoelang kan de petit belge nog een grand crumaken?

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Volgende week start Luc Thienpont zijn 27ste druivenpluk in de buurt van Bordeaux. In eigen Rupelstreek zet tweelingbroer Marc de familietraditie van wijnhandel voort. Maar het zijn moeilijke tijden voor de Franse wijn. Overleeft de ‘petit belge’ die een ‘grand cru’ wil maken?

Volgende week begint Luc Thienpont (53) en een vaste ploeg van Vlaamse vrienden met zijn 27ste druivenpluk in de buurt van Bordeaux. Na de verkoop van zijn kasteel aan buurman Hubert Perrodo – een schatrijke oliemagnaat uit Parijs – is zijn domein nu een pak kleiner (11 hectare), maar de inzet des te groter. De uitdaging om met Z de Zédé, Clos des Quatre Vents en Eglise de Saint-Romain de mastodonten van het grootkapitaal te kloppen, leeft sterk. “Wij zijn geen kleine, Vlaamse boerkes meer,” bevestigt Luc Thienpont strijdlustig. De Guldensporenslag blijft in de genen zitten: David tegen Goliath.

Vlaamse wijndynastie

Grootvader Georges Thienpont legde de fundamenten van de dynastie. Al in 1912 kocht Thienpont, een medestichter van de Kredietbank en goede vriend van wijlen Fernand Collin, de wijnhandel van zijn neef Camille Thienpont in Etikhove over. Tijdens een van zijn speurtochten in de streek rond Bordeaux kocht hij negen jaar later Château Troplong Mondot in Saint-Emilion. In 1924 verwierf Georges Thienpont het prestigieuze Vieux Château Certan in Pomerol. Na de crash van Wall Street beleefde de familie moeilijke tijden. Maar na de Tweede Wereldoorlog trokken de kinderen naar Frankrijk om hun geluk als wijnboer te beproeven. Met succes.

In tegenstelling tot de vermogende Belgen – zoals Albert Frère (Château Cheval Blanc), Eric Swenden (Château Gautoul) en Vic Pauwels (Domaine du Théron) – bewerken vier nakomelingen van Georges Thienpont zelf hun terroirs in de streek rond Bordeaux. De derde generatie bestaat dan ook niet uit beleggers, maar echte landbouwers. Dit aardse wroeten levert hen de nodige erkenning in de sector op. Zo verdringt Le Pin van Jacques Thienpont de peperdure Pétrus van de troon. Ook Luc Thienpont doet met zijn Labégorce Zédé wijnkenners watertanden. Alexandre Thienpont maakt van Vieux Château Certan opnieuw de nummer één in Pomerol, terwijl Nicolas Thienpont het dagelijks beheer van Château Puygueraud – de ster van de appellation contrôlée Bordeaux Côtes de Francs – waarneemt.

Alle vier de neven volgen getrouw het klassieke adagio: selectieve handpluk, bijkomende sortering, zachte persing, fermentatie in roestvrijstalen tanks, rijping op eiken vaten en botteling zonder filtratie.

Maar dé Belgische consul in Frankrijk – zoals wijnkenner Etienne Van Steenberghe hem noemt – is Luc Thienpont. Na zijn studies aan de landbouwschool in Borgworm trok de zoon van wijlen Marcel Thienpont, ex-financieel directeur van de Kredietbank, naar Noord-Frankrijk om op een groot akkerbouwbedrijf de theorie aan de praktijk te toetsen. Maar toen werd Thienpont verliefd op Annick Pirard, dochter van een wijnhandelaar uit Genappe. De lokroep van de druivelaar klonk. Toen zijn vader in 1979 het zieltogende Domaine de Labégorce (17 hectare) in de Médoc-streek kocht, was de kogel vlug door de kerk. Het jonge echtpaar vestigde zich in Soussans, maar werd onmiddellijk geconfronteerd met de harde werkelijkheid: drie slechte oogsten na elkaar. Die periode schakelden heel wat lokale boeren om economische redenen over van wijn naar melk.

Op advies van professor Emile Peynaud dokterde het Belgische koppel echter een tienjarenplan uit. Met de nodige investeringen professionaliseerden zij het oude ambacht, zonder zijn eigenheid te verloochenen. Luc Thienpont: “Als neofieten gaven wij onze ogen goed de kost en stonden we open voor nieuwe technologie. Zo gaven wij het Institut National de la Recherche Agronomique de toelating op ons domein een proefstation te bouwen om de densiteit van de aanplantingen te testen. Die aanpak leverde snel resultaten op. Hoe meer concurrentie tussen de stammen, hoe kleiner de bladeren en hoe beter de wijn.”

Tijdverdrijf voor rijke zakenlui

Etienne Van Steenberghe, auteur van Belgische wijnbouwers in Frankrijk (Lannoo, 2000), bevestigt: “De wijn van Château Labégorce Zédé rijpte in 1982 al deels op nieuw-eiken vaten. Drie jaar later plaatste Luc Thienpont een drainagesysteem op zijn domein. Het resultaat was verbluffend. De planten waren er duidelijk sterker op geworden. Het hele jaar door blaakten de trossen van gezondheid. Bovendien werd het hele vinificatieproces in 1990 bijkomend gestuurd door een automatische temperatuurregeling.”

Intussen bleef Thienpont niet onder zijn kerktoren zitten. Tussen alle werkzaamheden door reisde de dynamische Vlaming de wereld rond om zijn wijn te promoten: Canada, Amerika, Hongkong, Japan. Hij werd een vooraanstaand lid van het marketingbureau voor de wijnen uit zijn streek.

Maar nu kampt de sector met overschotten. En tot overmaat van ramp kopen steeds meer gevestigde zakenlui met veel geld kastelen om in hun vrije tijd of als aanloop naar hun pensioen ook zelf wijn te gaan verbouwen. Luc Thienpont ziet deze evolutie met gemengde gevoelens tegemoet: “Enerzijds is het goed dat het grootkapitaal zich in onze sector gooit. Zij beschikken over de nodige middelen om te investeren. Anderzijds verpesten passieve beleggingen in kastelen, zoals Crédit Agricole doet, de markt. Alleen als je zelf met liefde het land bewerkt, kan je kwaliteitsproducten maken.”

Toch zwikte de familie uiteindelijk ook voor het grote geld. Voor welk bedrag het Château Labégorce Zédé verkocht is, wil Luc Thienpont niet kwijt. Ook over omzet- en winstcijfers spreekt hij niet: “Wij blijven zelfstandige landbouwers, die liever in de anonimiteit leven en werken. Op het hoogtepunt van mijn wijngaard produceerden wij meer dan 3000 hectoliter per jaar. Vandaag blijft ons volume beperkt tot 71.000 flessen. Maar daarnaast kweek ik graan (500 hectare), leid ik een eigen wijnhandel, ben ik medebeheerder van Vieux Château Certan en investeer ik nog wat in vastgoed. Tijd voor verveling heb ik niet.”

Eric Pompen

Tot overmaat van ramp kopen steeds meer zakenlui kastelen om als aanloop naar hun pensioen ook wijn te gaan verbouwen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content