Hoe werden deze vier bedrijven verkocht?
ontex: de luiers ontgroeid
Executive Chairman, zo meldt het visitekaartje van voormalig chief executive officer Bart Van Malderen. Het is niet de enige verandering bij Ontex na de overname door Candover. De Belgische producent van luiers en hygiënische verbanden was tevens een opmerkelijke public to private-operatie, want hij werd – tot ongenoegen van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen – van de beurs gehaald. Ongenoegen ook bij Candover, zeggen intimi, dat vindt dat het te veel heeft betaald voor de Belgische luierproducent. Zeker nu de concurrentie een heuse prijzenoorlog heeft ontketend, die zich laat voelen in de krimpende marges.
Van Malderen is zich er goed van bewust dat vele ogen op hem gericht zijn vanwege de omvang van de transactie. “Wat er gebeurt met Ontex is helemaal niet zo spannend, alleen is het blijkbaar leuk om daar heel spannende verhalen over te schrijven.” Er was de jongste weken in elk geval stof genoeg: de twee productievestigingen in Buggenhout worden samengevoegd, er werd in Duitsland een vestiging gesloten en ten slotte maakte Candover bekend dat het over dit en volgend jaar driekwart van zijn investering in Ontex (zo’n 300 miljoen euro) afschrijft. “De waarheid is dat we altijd al gemiddeld één bedrijf per jaar hebben gesloten en dat we er de laatste tien jaar meer dan twintig hebben overgenomen. Maar vandaag wordt het plots voorgesteld alsof we hier massaal het mes hanteren. Dit jaar boeken we een ebitda van meer dan 100 miljoen euro. Is dat slecht? Candover is zéér scherp ingestapt en als je dan even achterzit op je businessplan, creëert dat een zekere druk. Maar die was er ook toen we nog een familiaal bedrijf waren. Candover heeft ebitda gekocht, zodat we in de toekomst meerwaarde moeten creëren. Maar ik ben ook aandeelhouder, net als het management. We hebben dus allemaal dezelfde belangen.”
Naar verluidt wilde Candover pas met het recordbedrag van 1,1 miljard euro over de brug komen als ook Van Malderen zijn borst natmaakte, in de vorm van een herinvestering van 100 miljoen euro in zijn bedrijf. Onzin, zegt Van Malderen. “We hadden duidelijk vooraf onze voorwaarden gesteld en een daarvan was dat ik een belangrijke participatie zou behouden.” Van Malderen heeft 23 %, terwijl het management 10 % controleert. Ook de overkomst van de Nederlander Arnaud De Weert als nieuwe CEO werd gezien als een putsch van Candover, dat nochtans redelijk laissez faire is, om het bedrijf weer op de sporen te krijgen. Ook dat doet Van Malderen af als onzin. “In België is het al verkeerd om ambitie te hebben. Waren we klein en familiaal gebleven, dan zou men ons met de vinger hebben gewezen dat we de trein hadden gemist. En nu we meespelen op wereldschaal, is het ook weer niet goed.”
aliplast: bouwstenen voor verdere groei
Johan Verstrepen is sinds negen jaar chief executive officer bij Aliplast, een producent van aluminiumprofielen voor de bouwsector. Ook de intrede van het Britse Electra Partners heeft dat niet veranderd. “Toen Mercator zijn private equity-portefeuille van de hand deed, was dat het moment voor de familie Blijweert om haar belang van 75 % te verzilveren,” schetst Verstrepen. Naast de prijs – ruim 205 miljoen euro – was ook de toekomststrategie cruciaal. Peter Blijweert stapte opnieuw in het kapitaal voor 15 %, terwijl Verstrepen participeerde voor 8 %. “Al was dat geen conditio sine qua non voor Electra, eerder een wens.”
De structuur van het bedrijf is sindsdien meer rigide, stelt Verstrepen vast. “Meer geprofessionaliseerd zelfs. Ook op het vlak van corporate governance, wat voor Electra een belangrijk thema is.” De groeistrategie blijft de focus, “al gaan we nu niet per se sneller groeien. Maar het is theoretisch mogelijk dat we grotere acquisities doen.” Over een uitverkoop van België wil Verstrepen niet horen. “We zitten mede door de komst van de euro in een Europees universum en wij zouden ons druk maken over Vlaanderen dat in die global economy slechts een dorp is?” Ook het creëren van meerwaarde is de logica zelf voor Verstrepen: “Is dat niet iets wat elk bedrijf moet doen?”
balta industries: rode loper naar de toekomst
” It’s your business, so it’s your problem,” krijgt Herman Paridaens als antwoord van Doughty Hanson, het moederbedrijf van vloerbekledingsgroep Balta Industries. Paridaens, de voormalige rechterhand van Filip Balcaen, is de nieuwe chief executive officer nadat Balcaen in augustus zijn bedrijf verkocht aan de Britten voor 600 miljoen euro. Balcaen zelf houdt nog een belang aan van 20 %, terwijl het management 10 % controleert. “Dat was geen vereiste, maar het idee is gegroeid tijdens de onderhandelingen. Er ontstond een groot wederzijds respect tijdens onze paringsdans,” lacht Paridaens.
Veel is er niet veranderd sindsdien. “Filip Balcaen stond wel veel dichter bij de business, terwijl de mensen van Doughty Hanson er toch iets meer naar staan te kijken. Ze zeggen ook zelf dat ze niet gestructureerd zijn om alle bedrijven uit hun portefeuille op de voet te volgen. Maar de rapportering is dan wel weer stringenter.”
Er is ook een cultuurverschil tussen de no-nonsense-aanpak van de West-Vlamingen en de streepjespakken uit de City. “Ik wist niet dat er zoveel bankiers waren,” grijnst Paridaens. “Dat is een positieve zaak voor Balta, omdat we nu meer middelen krijgen om te groeien. Maar ik ben me er ook van bewust dat de geldschieter het laatste woord heeft.”
velleman components: blij om belgische verankering
Dat het niet altijd grote Britse fondsen hoeven te zijn, bewijst Velleman Groep, al meer dan dertig jaar een verdeler van elektronische componenten (geconsolideerde omzet: 25 miljoen euro). “De familie Velleman wou enerzijds haar vermogen veiligstellen en anderzijds het bedrijf verder laten groeien,” schetst financieel directeur Carl Spriet. Nadat gesprekken met een industriële partner mislukten, werd de financiële weg gekozen. Fortis Private Equity ( FPE), de durfkapitaalpoot van Fortis Bank, werd deze zomer meerderheidsaandeelhouder, terwijl het management een minderheidsparticipatie nam. “Dat gebeurde op uitdrukkelijke vraag van FPE, dat zich op die manier verzekerd wist van de continuïteit en de knowhow”.
Vorige week trad ook Indufin – de private equity-investeringsmaatschappij van de groepen De Eik en Luxempart – toe tot het kapitaal. Over wie welk belang heeft en voor welke prijs, wordt niet gecommuniceerd, licht algemeen directeur Dirk Vlerick toe. Er is dus niet enkel op het vlak van schaalgrootte een discrepantie met de Angelsaksische fondsen. “De rapportering is meer geformaliseerd. FPE levert toegevoegde waarde waar het kan, maar voor het dagelijkse beleid behoudt het management de nodige autonomie,” verzekert Vlerick, die benadrukt dat hij blij is met een Belgische aandeelhouder. “Bij ons geen cultuurverschillen.” Overigens is FPE van mening dat er “een nauwere samenwerking tussen Belgische private equity-spelers moet komen, om te vermijden dat onze Belgische bedrijven meer en meer in handen van buitenlandse spelers vallen.”
An Goovaerts Lieven Desmet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier