Hoe sterk is je team?
Een groep is een losse verzameling individuen, zoals mensen die op de tram wachten of vertegenwoordigers van verschillende afdelingen die aan een vergadering deelnemen. Een team is een samenhangende groep waarvan de leden elkaar helpen om een gemeenschappelijk doel te bereiken. De term komt uit de sport, waar je het met groepjes spelers letterlijk en figuurlijk niet ver schopt. Teams zie je overal. Op de werkvloer, bij bergbeklimmers, bij hulpverlening en in de ruimtevaart.
Sociaal psychologen doen al decennia onderzoek naar de kenmerken van een effectief team. De heilige graal is ‘teamcohesie’, de mate dat een groep samenhangt. Een recent overzichtsartikel bevestigt die stelling. Wil je dat je directiecomité een team wordt? Wil je dat je boekhoudafdeling de naam ‘team’ waard is? Wil je dat de lokale afdeling van je politieke partij een team is en geen partijleden als losse flodders? Zorg voor cohesie, smeed de individuen tot een geheel. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, vraag dat maar aan elke persoon die heeft geprobeerd een regering te doen optreden als één team. We hebben in dit landje meer ervaring met kibbelregeringen dan met cohesie.
We hebben in dit landje meer ervaring met kibbelregeringen dan met cohesie.
Uit het artikel blijkt dat niet één factor beslist of je groep een hecht team zal vormen. Erger nog: wat de ene groep doet samenhangen, versplintert een andere. Groepen hoeven niet gezellig te zijn. Je kunt met een groep allerlei leuke dingen doen: plezierreisjes maken, een clown inhuren of ergonomische stoelen bestellen. Positieve emoties zijn leuk meegenomen, maar behalve voor een tijdelijke leuke sfeer zorgen ze niet voor een team. Toen Ernest Shackleton in 1915 met zijn schip vastzat op Antarctica, bevorderde hij de camaraderie met feestjes, voetbalwedstrijden en groepsgezang. Hij wist dat ze maandenlang de meest extreme omstandigheden moesten trotseren, en dan was groepssfeer uiterst belangrijk. Maar hij had zijn bemanning van wetenschappers, officieren en matrozen (en zelfs een verstekeling) wel gesmeed tot een hecht team door ze te verplichten samen te werken, door altijd en overal het voorbeeld te geven en de meest vervelende karweien, zoals wachtposten, het meest uit te voeren. Dat kun je niet vergelijken met het strovuur van een teambuildingoefening.
De gezellige sfeer in een groep is meestal een gevolg, geen oorzaak. Als een team succes boekt, leidt dat op zich vaak tot een betere sfeer. Never join a losing team, zou ik zeggen. Een van de voorwaarden om te kunnen spreken van een team is stabiliteit. Je moet kunnen voorspellen wat je teamgenoten zullen doen. Als de teamleider wordt vervangen, moet iedereen opnieuw zijn plaats vinden. Gemiddeld genomen werken trainerswissels bijvoorbeeld eerder negatief. Ze werken wel als er tegelijkertijd belangrijke structurele maatregelen worden genomen, waardoor de voorspelbaarheid weer in orde is.
In een samenhangende groep merk je dat iedereen zich in hoge mate identificeert met de groep. Op de vraag ‘wie ben ik?’ antwoorden de groepsleden door te verwijzen naar hun lidmaatschap van het team. Dat effect bereik je in de eerste plaats door de identificatie van elk lid met het doel van het team. Een kritieke prestatie-indicator (kpi) bereiken voor de boekhoudafdeling is een zwakkere basis dan wereldkampioen hockey worden. Regelmatig successen boeken (en die het liefst samen vieren) is ook al vrij vanzelfsprekend. Het unieke van een team zoeken en dat regelmatig beklemtonen, helpt ook. Uit covid-19 hebben we geleerd dat een team rituelen nodig heeft, zoals het begroetingsritueel of een babbel aan de koffieautomaat. De nieuwste research besteedt weinig aandacht aan een elementair kenmerk van een team. Houd het aantal leden klein en het liefst even. De optimale teamgrootte is dus zes of vier. Denk eraan dat groepen ook al niet al te groot mogen zijn, want grote groepen werken zelden of nooit samen.
De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School
Volg mij op www.marcbuelens.com
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier