Hoe rijk is de Belg?
Is de gemiddelde Belg rijk? Waaraan geeft hij het liefst zijn geld uit? Hoeveel staat er op zijn spaarrekening? En waarin belegt hij precies? Op deze en nog veel meer geldvragen krijgt u deze week een onthullend antwoord. Het geld van de Belg in Trends.
Deze enquête werd uitgevoerd door het onderzoeksbureau TNS Media. Tussen 6 en 18 oktober ondervroeg TNS telefonisch een statistisch relevante steekproef van 1034 Belgen boven achttien jaar.
De portemonnee van de Belg is goed gevuld. De bank KBC berekende in mei van dit jaar dat het totale vermogen van de Belgische gezinnen – inclusief hun vermogen in het buitenland, maar exclusief schulden – vorig jaar 1245 miljard euro bedroeg. De helft hiervan bestaat uit onroerend vermogen. De andere helft omvat het financiële vermogen (cash, deposito’s, beleggingen…), maar dat kreeg de jongste jaren een behoorlijke knauw.
Uw massale bijdrage aan de beurshype heeft ervoor gezorgd dat voor het eerst in twintig jaar het nominale gezinsvermogen niet is gestegen, maar wel met 2 % is gedaald ten opzichte van 2000 (zie tabel 1: Hoe rijk zijn de Belgen?). Zo’n 21 % van het beschikbare inkomen van de gezinnen ging tussen 1999 en 2002 op de beurs in rook op. Inkomensongelijkheid is trouwens niet alleen weggelegd voor de ontwikkelingslanden, zo blijkt uit de KBC-studie. Volgens de recentste gegevens, die dateren uit 1994, bezit 10 % van de Belgische bevolking bijna de helft van het totale gezinsvermogen.
Maar afgezien van de tegenslag op de beurs gaat u er via uw dagelijkse activiteiten financieel wel op vooruit. De Belgische fiscus besluit uit het aanslagjaar 2002 dat het gemiddelde netto belastbare inkomen (24.692 euro) 3,4 % hoger ligt dan het jaar voordien. Het netto belastbare inkomen omvat al uw netto-inkomsten min uw aftrekbare uitgaven. Met een inflatie van 2,5 % komt dat neer op een reële inkomensstijging van 0,9 %.
U voelt zich niet rijk
Geen onaardige bedragen, maar is dat rijkdom? Ruim 30 % van de respondenten vindt een nettomaandinkomen tussen 3000 en 7500 euro voldoende hoog om zich rijk te noemen. Ruim 26 % – waarvan iets meer Franstaligen en het gros van de 55-plussers- voelt zich al de koning te rijk met een inkomen tussen 1500 en 3000 euro. Bij wie de eurotekens niet meteen in de ogen flikkeren, zijn de laaggeschoolden. Bijna 30 % van hen kon geen antwoord op de vraag geven. Uit het onderzoek blijkt wel dat u geen schroom heeft om de cijfertjes op uw loonbrief mee te delen aan uw omgeving – de partner, ouders en collega’s voorop. Een kleine 12 % houdt zich aan absolute geheimhouding.
En of u zich rijk voelt? Helemaal niet. Slechts 6,8 % heeft voldoende middelen om zich naar zijn eigen normen rijk te voelen. En nog deprimerender nieuws is dat slechts een kleine 20 % verwacht ooit in zijn leven zijn eigen welvaartsniveau te zullen behalen. Ruim 70 % van de Belgen zal zich dus nooit als een rijk mens beschouwen. En zeker niet als hij uit Wallonië komt. Onze zuiderburen zijn significant minder optimistisch over hun financiële toekomst.
U beleeft weinig plezier aan uw geld
Wie denkt dat de Belgen plezier beleven aan hun geld, slaat de bal goed mis. Een Belg vindt dat geld in de eerste plaats gebruikt moet worden om te leven en te overleven. In tweede instantie dient geld tot ondersteuning van kinderen en ouders, en op de derde plaats komt een appeltje voor de dorst. Slechts 5,6 % vindt dat geld dient voor persoonlijk plezier.
Het gros van zijn beschikbare inkomen besteedt de Belg aan zijn huur of de afbetaling van zijn hypotheek (21,04 %), zijn privé-vervoer (12,47 %) en voedingswaren (12,31 %). Het privé-vervoer mag dan een grote hap uit het budget nemen, toch willen steeds minder Belgen hun geld hieraan geven. Uit de huishoudbudgetenquête (2001) van het Nationaal Instituut voor de Statistiek blijkt dat deze post in het totale gezinsbudget daalt, terwijl steeds meer mensen meer uitgeven aan gemeenschappelijk vervoer (trein, bus, vliegtuig…). Het aantal inschrijvingen van nieuwe auto’s is volgens de automobielfederatie Febiac in 2002 gedaald met 4,3 % tegenover 2001 en zelfs met 9,2 % tegenover 2000. Het Stevaert-effect?
De daling in uw reisbestedingen met 9,1 % tegenover 1997 illustreert dat u uw geld niet zo vaak meer spendeert voor uw persoonlijke plezier. De Vereniging Vlaamse Reisbureaus meldt dat de dalende trend in de reissector zich in 2002 heeft doorgezet. In 2003 zou de sector met nog eens 6 % krimpen.
U blijft uw baksteen financieren
Eén op drie respondenten wenst niet te investeren in een eigen woning. Maar dat betekent niet dat onze baksteen chirurgisch uit onze maag is verwijderd. Twee derde investeert immers wel in zijn eigen huis of is van plan dat in de toekomst te doen. Volgens Karel Tobback, voorzitter van de Federatie van het Belgisch Notariaat, is de steeds grotere vraag naar huizen ook een gevolg van onze maatschappelijke evolutie. “Steeds minder mensen wonen nog met verschillende generaties onder één dak, waardoor de vraag naar huizen stijgt. Bovendien merken we dat zeker jonge mensen niet meer staan te springen om te huren. Zij verkiezen meteen een eigen aankoop.”
Voor deze dure aankopen zoekt de Belg nog steeds hulp bij zijn bankier. En dit op spectaculaire wijze. Volgens de Beroepsvereniging van het Krediet ( BVK) is het aantal hypothecaire kredieten in de eerste acht maanden van 2003 met 46,6 % gestegen ten opzichte van heel 2002. “En vorig jaar kenden we nog een groei van 19,1 %,” aldus Marc Dechèvre van de BVK. Het merendeel van deze leningen (47,1 %) wordt aangewend voor een nieuwe aankoop, terwijl 18,7 % voor herfinancieringen en 16,2 % voor nieuwbouw wordt gebruikt. 45,9 % van de gezinnen leent tegen een vaste rentevoet. In totaal hebben we vandaag met zijn allen 1,35 miljard euro geleend. Alleen al de aanvragen voor hypothecaire kredieten vertegenwoordigen momenteel bijna 2 miljard euro.
U geeft om uw medemens
We zeiden al dat de Belg zijn geld in tweede instantie besteedt aan zijn kinderen en ouders. Karel Tobback van de notarissenfederatie krijgt steeds meer vragen over het voordeel van het schenken aan kleinkinderen in plaats van aan kinderen. Hij vindt het een goede zaak dat oudere mensen hun slapende passief vermogen sneller doorgeven aan jongeren die het kunnen gebruiken. “Maar de mensen worden steeds ouder. Als ze te veel weggeven, kunnen ze hun oude dag niet voldoende financieren.”
Ook voor de minderbedeelden blijft er een extraatje over. Een vijfde van de ondervraagden geeft geld aan het goede doel en 42,3 % is in de toekomst van plan dit te doen.
Mogen we u toch wijzen op een egoïstisch karaktertrekje? Volgens Tobback worden steeds minder huwelijkscontracten – als u al trouwt – afgesloten met gemeenschap van goederen. Geliefden stappen dus in het bootje met scheiding van goederen, wat voor de financieel zwakkere huwelijkspartner wel eens sombere gevolgen kan hebben. Trouwens, de officiële samenlevingscontracten blijken helemaal geen succes te zijn.
U bent een voorzichtige belegger (geworden)
Houdt u met al dat cijfergeweld nog wel geld over om te sparen en te beleggen? De Belgen zijn grote spaarders en houden ongeveer 14,5 % van het beschikbare inkomen over om te sparen. Dat is een stijging ten opzichte van het jaar voordien (13 %), maar een daling vergeleken met 1995 (18,8 %). We doen het in elk geval beter dan het Europese gemiddelde (13 %) en de Amerikanen (3,7 %).
De Belg is voorzichtig (geworden) met zijn spaargeld. U bent alvast niet van plan om in de toekomst te investeren in een bedrijf (slechts 11,9 % zal dit doen) of massaal uw geld te investeren in een beleggingsfonds (21,9 %). In het lijstje van beleggingen winnen de niet risicovolle beleggingsinstrumenten de populariteitspoll. “Ondanks de lage rentes die op de spaarboekjes worden gegeven, blijft het boekje hoog scoren,” beaamt Kurt Lamquet, hoofd financiële communicatie ING. “Natuurlijk hebben de ‘2+2’-acties daar iets mee te maken, maar toch is het opvallend dat ook na die acties het geld op het boekje blijft staan.” Ook bij Fortis spreken ze over het succes van veilige ‘beleggingen’ in spaarboekjes, obligaties en fondsen met kapitaalbescherming.
Hoewel slechts 5,5 % van de respondenten op de beurs belegt en een kleine 11,2 % dit in de toekomst van plan is, ziet Fortis een heel voorzichtige mentaliteitsverandering bij de belegger. “De internationale spanningen die wat weggeëbd zijn, de bemoedigende economische berichten uit Amerika en de betere winstvooruitzichten van de bedrijven geven de mensen weer wat moed,” zegt Jan Lissens, die bij Fortis verantwoordelijk is voor de interne communicatie rond sparen en beleggen. “Bovendien ziet het ernaar uit dat de rente nog een tijd laag zal blijven en er staat heel wat geld geparkeerd op spaarrekeningen. Dat kan deels naar de beurs vloeien zodra het beleggingsklimaat is verbeterd.”
Zowel Fortis als ING ziet de belegger voorzichtige stappen zetten naar producten met een kapitaalgarantie. “De ‘fix’-producten zijn in. Die bieden de belegger namelijk de mogelijkheid om te profiteren van een heropleving van de aandelenkoersen, maar bieden ook een vangnet voor het geval de beurzen opnieuw in woelig vaarwater verzeild raken,” aldus Lissens. Lamquet neemt een belangrijke evolutie waar in de looptijden van de producten. “De Belg wil geen al te lange looptijden meer van acht of negen jaar. De formules van ongeveer drie jaar scoren het beste.”
De ooit zo populaire tak 23-producten (levensverzekering gekoppeld aan een beleggingsfonds bestaande uit aandelen en obligaties) hebben zwaar ingeboet voor de tak 21-producten (alleen obligatiefondsen). “De tak 21-producten geven een gegarandeerd rendement en dat is waarvoor de mensen nu warm lopen. Alleen de tak 23-producten met een kapitaalgarantie krijgen we nu nog verkocht,” aldus Lamquet.
Ten slotte worden beleggingen steeds meer met een moreel sausje overgoten. Hoewel slechts een luttele 2,4 % van de respondenten ethisch belegt en 11,6 % dat in de toekomst zal doen, groeit de markt van de ethische beleggingsfondsen. Eind maart hadden ze nog maar een marktaandeel van 0,82 %, maar de banken zien er potentieel in.
U denkt te weinig aan de toekomst
Waarin u (te) weinig belegt, is uw pensioen. 45 % van de ondervraagden is niet van plan aanvullend te sparen voor zijn pensioen, terwijl slechts 33 % dat al doet. Economen, professoren en oppositiepartijen mogen nog zo hard roepen dat het wettelijk pensioenstelsel in gevaar komt, het aanvullend pensioensparen wint slechts in geringe mate aan populariteit. Momenteel vertegenwoordigen pensioenspaarfondsen in ons land amper 7 miljard euro. Dat is minder dan 1 % van de volledige financiële markt.
Misschien verandert dit wel met de aangekondigde fiscale amnestie. Belgen houden naar schatting zo’n 20 % van hun roerend vermogen in het buitenland aan, goed voor 175 miljard euro. Maar of de maatregel een succes zal zijn? Slechts 10 % van de ondervraagden in onze enquête beweert van de amnestieregel gebruik te zullen maken. Volgens fiscalist Victor Dauginet zal deze kapitaalstroom weinig invloed op de lokale consumptie hebben. “De gevolgen van de fiscale amnestieregeling zullen wel voelbaar zijn in de bouwsector,” beweert hij. “De consumptie wordt eerder beïnvloed door ‘kleine fraude’ zoals zwartwerk, maar die is door strengere controles sterk afgenomen.”
Ook opvallend is volgens hem dat de jongere generatie afkerig van zwart geld is. “We merken steeds vaker dat heel wat vermogens opnieuw naar België verhuizen, maar die worden onmiddellijk doorgeschoven naar de kinderen. Deze (voornamelijk) dertigers willen hun vermogen eerder investeren in plaats van het vast te zetten via inventieve fiscale constructies.”
Roel Van Espen – An Goovaerts
Wist u dat…
de gemiddelde Belg zijn debetkaart voornamelijk gebruikt op zaterdag, met de hoogste piek tussen elf uur en half twaalf?
Wist u dat…
u in 2001 zo’n 1 miljard euro uitgaf aan kansspelen (Lotto, Presto, Subito…) en slechts 518 miljoen terugkreeg?
Wist u dat…
de gemiddelde verkoopprijs van gewone woonhuizen in drie jaar tijd met 17,7 % steeg, van appartementen met 20 % en bouwgrond met 28 %?
Wist u dat…
de gemiddelde tiener elk jaar 729 euro van zijn ouders krijgt?
Wist u dat…
sinds 1995 het totaal-bedrag aan consumenten-kredieten steeg met een kwart?
Wist u dat…
u uw elektronische betaalkaart het meest bovenhaalt in december? Oktober en mei staan op de tweede en derde plaats.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier