Hoe ontsnappen we aan Windows?

In den beginne was er DOS. Toen kwam Windows. En binnenkort is er niets meer. Microsoft maakt besturingssystemen overbodig. Dankzij internet natuurlijk. De concurrentie is hen al een stap voor, maar dat heeft de reus met de zevenmijlslaarzen nooit tegengehouden.

Bent u het suffix .com spuugzat? Bereid u dan maar voor op .net. Dat zou wel eens even alomtegenwoordig kunnen worden als het haast onvermijdelijke internetadres dat we vandaag kennen.

Althans, dat is wat Microsoft hoopt. Vorige maand lichtte de softwarereus met veel trompetgeschal de sluier van zijn langverwachte strategie ‘.net’, die voordien bekendstond als de Next Generation Windows Services. Het was volgens Microsoft-chairman Bill Gates de belangrijkste aankondiging sinds de lancering van Windows, het besturingssysteem van Microsoft, in 1984. In feite is het de bedoeling dat .net in de komende jaren Windows vervangt als het overheersende computerplatform, net zoals Windows zijn voorganger DOS opvolgde. De roepnaam Winternet was geboren.

De bekendmaking liet de computerindustrie echter met een boel onbeantwoorde vragen zitten. Voor velen is het immers niet duidelijk wat .net precies betekent. Andere vragen zich af of die strategie wel kans op slagen heeft, of vrezen dat Microsoft gebruik zal maken van zijn Windows-monopolie om de sector ertoe te brengen het nieuwe platform aan te nemen. En de critici van de onderneming vragen zich af wat dit allemaal kan betekenen voor Microsofts langlopende antitrustgeding.

Hoewel Microsofts remodelling niet helemaal losstaat van de rechtszaak, heeft een andere veldslag toch een meer onmiddellijke relevantie. Microsoft mag dan al zijn rivaal Netscape verpletterd hebben in de browseroorlog, intussen verschuift het epicentrum van de computerwereld langzaam maar zeker van de pc naar het net. Naarmate de e-commerce groeit, zullen er steeds meer toepassingen ontwikkeld worden voor ‘middle-ware’. Niet langer voor één bepaald besturingssysteem dus, maar voor een laag van software – zoals onder meer browsers – die bovenop het besturingssysteem draait.

Gratis e-mail of agendadiensten via het web zijn maar prille voorbeelden van dergelijke internettoepassingen. Heel wat meer softwarediensten komen on line. Sommige bedrijven bieden al tekstverwerkings- en rekenbladtoepassingen aan via het web. De trend gaat echter veel dieper. Steeds meer zullen computers zelf toegang krijgen tot webdiensten, wat het netwerk in feite tot één reusachtige computer zal omtoveren. Of, zoals Gates zegt: internet zal van een zuiver presentatienetwerk naar een volwaardig computerplatform evolueren.

Op de pc

is Windows oppermachtig, maar computeren via internet steunt op dit ogenblik grotendeels op open standaarden. Webpagina’s, bijvoorbeeld, worden in HTML (hypertext mark-up language) geschreven. De opvolger daarvan, XML (extensible mark-up language), en het minder bekende maar even belangrijke SOAP (simple object access protocol) zal computers in staat stellen om met elkaar te praten via het net.

Het .net-initiatief is in wezen een poging om een alternatief platform voor on line-toepassingen te creëren dat door Microsoft gecontroleerd wordt. Een soort van Windows voor het internet. In tegenstelling tot het besturingssysteem zullen de onderdelen van dat platform zich niet op de harde schijf van de gebruiker bevinden, maar zullen ze over het net verspreid liggen.

Er zal .net-software komen op servers, op databasecomputers, op pc’s en op andere apparaten – allemaal nauw geïntegreerd.

Microsofts toekomstvisie op software verschilt ook van de visie die zijn concurrenten, zoals Oracle of Sun Microsystems, naar voor schuiven. Die voorspellen dat ooit alle toepassingen zich op servers zullen bevinden en via browsers bereikbaar zullen zijn met eenvoudige apparaten zoals gsm’s of spelconsoles. Gates en zijn collega’s daarentegen zijn ervan overtuigd dat die apparaten er meer zullen uitzien als vereenvoudigde pc’s, omdat dat de enige manier is om een naadloze integratie van verschillende webdiensten mogelijk te maken.

In een dergelijke ‘wereld volgens Gates’ zou de ervaring van computeren een ware transformatie ondergaan. Gebruikers zouden niet langer moeten wisselen tussen, zeg maar, een tekstverwerker en een website.

Alle bestanden en diensten zouden toegankelijk zijn via een zogenaamd ‘universeel canvas’, een allesomvattende gebruikersinterface. Software zou niet langer bestaan uit één groot blok, maar afgeleverd worden in modules en geüpdated als het nodig is. Vaak zouden gegevens niet bijgehouden worden op de harde schijf van een pc, maar op een server die bijvoorbeeld bereikbaar is via de gsm.

Gebruikers zouden gegevens ook niet langer manueel moeten overbrengen van een website naar een softwaretoepassing – bijvoorbeeld als ze de vertrektijd van een vlucht die ze geboekt hebben willen opnemen in hun agenda. Omdat verschillende websites in staat zouden zijn om met elkaar en met de software op een pc te praten, zou de site van een reisagentschap automatisch de agenda bijwerken, die op zijn beurt een taxi naar de luchthaven en een hotel op de plaats van bestemming zou kunnen reserveren.

Ook de softwareontwikkelaars

zouden zich dan moeten aanpassen, maar in vele opzichten zou hun wereld er hetzelfde blijven uitzien. Microsoft is eigenaar van het platform waarvoor ze hun producten schrijven. Maar net zoals bij het populaire geïntegreerde pakket Office, heeft het de bedoeling om zelf een aantal sleuteltoepassingen te bieden. Het gaat om zogenaamde bouwblokken voor webdiensten als berichten versturen, personalisering of identificatie. Eén daarvan is de onlangs door Microsoft gelanceerde Passport-dienst, die gebruikers van e-commercewebsites identificeert.

Om zijn .net ingang te doen vinden, rekent de onderneming blijkbaar op dezelfde tactieken die ze bij Windows gebruikte. De lancering, eind juni in het Amerikaanse Redmond (Washington), was een Microsoft-klassieker: de meeste toepassingen die voorgesteld werden, waren vapourware, software die nog niet bestaat maar al wel aangekondigd wordt om de klanten ervan te weerhouden elders hun licht te gaan opsteken. Om de boodschap over te brengen toonden executives van Microsoft verschillende ‘vision videos’, bijvoorbeeld over een familie die haar hele vakantie on line plant met een minimum aan rompslomp.

De meeste zaken die getoond werden, zullen pas na 2002 beschikbaar zijn. De enige stukjes .net-software die spoedig uitgebracht worden, zijn een aantal hulpmiddelen voor softwareontwikkelaars. Microsoft heeft altijd al veel moeite gedaan om het de ontwikkelaars makkelijk te maken en zo een impuls te geven aan zijn platforms.

Hoe meer toepassingen

er voor een platform geschreven worden, hoe aantrekkelijker het voor de gebruikers wordt; en hoe meer gebruikers er zijn, hoe aantrekkelijker het platform voor de ontwikkelaars wordt. Het is deels dankzij die fortuinlijke kringloop dat Windows 90% van de markt voor toepassingen in handen heeft. Wat de concurrentie en de antitrustoverheden momenteel zorgen baart, is dat Microsoft op de een of andere manier zijn Windows-monopolie zou gebruiken om ook de brave new world van de webdiensten te overheersen. Bij de lancering van .net deden de executives van de onderneming ontzettend veel moeite om te benadrukken dat het platform gebaseerd zal zijn op open standaarden, vooral XML en SOAP, daarmee aangevend dat ze Windows niet willen gebruiken om een oneerlijk voordeel te behalen.

Andere verklaringen laten echter vermoeden dat Microsoft zal proberen om de oude en de nieuwe platforms aan elkaar te koppelen. Verondersteld wordt dat de ervaring van de gebruikers van Windows ‘waardevoller’ zal zijn dan die van mensen met een rivaliserend besturingssysteem. De protocollen voor de ‘bouwblokken’ zullen gedeponeerd zijn, zoals de interfaces van toepassingsprogramma’s in Windows, de softwarehaken waaraan andere programma’s kunnen opgehangen worden. Met andere woorden: als ontwikkelaars niet naar het .net-platform toe schrijven, zullen hun gebruikers tweederangsburgers zijn.

Microsoft vindt dat er met die strategie niets verkeerd is, wel integendeel. Gates noemt de overschakeling van Windows naar het .net-platform “een natuurlijke evolutie”. Juist, zeggen andere Microsoft-executives, want wil internet zijn beloften nakomen, dan heb je een onderneming nodig die alles aan elkaar knoopt, net zoals Microsoft ooit deed voor het werk met desktopcomputers. Gebruikers en ontwikkelaars zullen stevige fundamenten eisen.

Die strategie kan echter nog altijd mislukken. Concurrenten bieden nu al dingen aan zoals Microsoft die wil ontwikkelen. Zo lanceerde Hewlett-Packard vorig jaar bijvoorbeeld e-speak, een technologie die het gebruikers mogelijk maakt om een heleboel verschillende webdiensten te combineren. Maar aan de andere kant zou het ook niet de eerste keer zijn dat Microsoft uit de achterhoede komt om uiteindelijk toch te triomferen. Apples besturingssysteem voor de Macintosh is jarenlang beter geweest dan Windows en is dat op sommige vlakken nog altijd, en toch heerst Windows over de wereld.

Maar elders schuilen nog grotere hinderpalen. Het is best mogelijk dat Microsoft niet in staat zal zijn om zijn ambitieuze visie waar te maken. De onderneming geeft toe dat ze er nauwelijks een idee van heeft hoe ze uit het nieuwe platform geld kan slaan. Haar software moet nog altijd bewijzen dat het miljoenen gebruikers even betrouwbaar kan behandelen als concurrerende producten nu al doen. Even belangrijk is het dat ontwikkelaars wel eens zouden kunnen weigeren om Microsoft te volgen en er de voorkeur aan geven om te werken met gevestigde open standaarden.

En dan is er ook nog de antitrustzaak. De remedies van rechter Thomas Penfield Jackson, vooral dan de opsplitsing van de onderneming in twee stukken, zou het veel moeilijker maken om .net ingeburgerd te krijgen. Eind juni besloot rechter Jackson echter om alle geplande beperkingen op de ondernemingspraktijken van Microsoft op te schorten tot alle dossiers in beroep afgehandeld zijn. Volgens de experts nam Jackson die vrij onverwachte beslissing om de waarschijnlijkheid te verhogen dat het Supreme Court de zaak rechtstreeks zou opnemen, waardoor de procedure via de hoven van beroep omzeild zou worden. Doet het dat niet – en de beslissing daarover wordt tegen het einde van de zomer verwacht -, dan kan de zaak jaren aanslepen en zullen alle rechtsmiddelen uiteindelijk achterhaald zijn.

Als dat gebeurt en als .net een succes wordt, dan zou een eventuele opsplitsing Microsoft weinig schade berokkenen. Eens het zijn nieuwe platform gevestigd heeft, kan het bedrijf het oude afschrijven. Het was dan ook interessant om vast te stellen dat op de transparanten die in Redmond getoond werden om .net voor te stellen, Windows maar voorkwam als één klein blokje tussen vele andere.

Een dergelijk eindresultaat is niet wenselijk. De eigenlijke kwestie draait rond de manier waarop de aankomende webdienstensector, een centraal onderdeel van de nieuwe economie, georganiseerd zal worden: zal hij overheerst worden door één onderneming, zoals dat met de pc-softwaresector het geval was, of zal hij stoelen op open standaarden? Microsoft heeft een elegant maar nauwelijks origineel toekomstbeeld getoond. Maar zijn versie is niet diegene waarvan mag worden aangenomen dat ze concurrentie en innovatie het meest zal bevorderen.

The Economist

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content