Hoe moet u outsourcen naar India en China?

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

De Indiër Ashutosh Sheshabalaya schreef een boek over de noodzaak van outsourcing voor westerse bedrijven. Wij vatten zijn boek samen in zes uitdagende stellingen en vroegen Belgische bedrijfsleiders met lokale ervaring om hun reactie.

Voor alle toonaangevende Amerikaanse bedrijven is het niet langer China of India, maar wel China en India. En niet alleen vanwege marktaandelen. In zijn jongste boek, Rising Elephant, stelt de Indiër Ashutosh Sheshabalaya de vraag hoe ver outsourcing en meer bepaald offshoring, het uitbesteden van jobs voor laaggeschoold personeel aan toeleveranciers aan de andere kant van de wereld – gaan kan. Want ook design, engineering en toponderzoek (jobs voor hooggeschoold personeel) verhuizen naar Azië.

Multinationale bedrijven zetten de toon. Voelen Vlaamse KMO’s de prijzendruk? De complexiteit van nieuwe technologieën en van global supply chains bemoeilijkt het trekken van grenzen tussen kernactiviteiten en wat ‘context’ is of wat overgelaten kan worden aan Indiërs, Chinezen en Oost-Europeanen. Daarover gaat Rising Elephant, neergepend in een dorpje in Waals-Brabant. Van daaruit beheert Sheshabalaya met een ploegje Belgen, Amerikanen en Indiërs zijn bedrijfsactiviteiten in Amerika, Europa, India en Zuid-Afrika, schrijft hij papers voor het Amerikaanse Congres over geostrategische verschuivingen in Azië en doet hij consultancy voor Amerikaanse en Indiase ondernemingen.

Ashutosh Sheshabalaya poneert zes uitdagende stellingen over offshoring. We vroegen een reactie van Dominique Michel, secretaris-generaal van Agoria (de koepelorganisatie voor technologie- en metaalbedrijven), Nicolas Gilliot van Desmet Ballestra (olieverwerkingsinstallaties voor de agrovoedingssector), Dieter Vyncke van Vyncke Energietechniek (installaties die afval omzetten in energie), Luc Driessen van Roosen Fijnconstructie (laser- en laswerk), en Eddy Van Steyvoort van VCST Industrial Products (producent van hoogtechnologische auto-onderdelen). Deze vier bedrijven hebben veel ervaring met outsourcing en offshoring.

ë Stelling 1: Combineer goedkope kennis uit India met sterkten uit uw onderneming

Ashutosh Sheshabalaya. “China dreigt de industriële productiebasis in het Westen weg te zuigen. Daarom kan samenwerking met goedkopere maar efficiënte kennisontwikkeling in India uw industriële basis versterken. Bijvoorbeeld: samenwerking met het Belgische Sabca resulteerde in composietonderdelen voor de Tejas, een oorlogsvliegtuig gebouwd in India.”

Dominique Michel (Agoria). “Het besef groeit dat we partnerships moeten aangaan, zowel in binnen- als buitenland. Gek genoeg gaat dat laatste vlotter dan allianties sluiten met Belgische partners. China is favoriet, sommige KMO’s draaien daar na drie maanden break-even. India komt niet echt in het vizier, daarvoor was de recente handelsmissie naar India nodig.”

Nicolas Gilliot (Desmet Ballestra). “Wij waren bij de pioniers: we zijn al 25 jaar actief in India. Aanvankelijk met het oog op de plaatselijke markt, maar tegenwoordig is ons filiaal de backoffice van het moederbedrijf in België. Onze outsourcing naar India slaat op arbeidsintensieve fabricage, programmeringen en gedetailleerde engineering.”

Dieter Vyncke (Vyncke Energietechniek). “Wij zijn nog niet actief in India, maar behalve Oost-Europa, China, Maleisië, Thailand en Indonesië, waar we onderdelen aankopen, blijven we waakzaam om ook daar opportuniteiten te zoeken – als we daardoor efficiënter worden en ons netwerk kunnen uitbreiden. Met de nadruk op ‘uitbreiden’ en niet ‘verplaatsen’. Want onze afzetmarkten zijn zo situationeel dat we het risico niet mogen nemen om ergens weg te trekken. We streven naar een minimale bezetting per regionale afzetmarkt.”

Luc Driessen (Roosen Fijnconstructie). “India is interessanter dan China voor kleine series en specifieke producten. Kwaliteit is het resultaat van goede communicatie en op dat vlak staat India verder dan China.”

ëStelling 2: Wacht niet tot het te laat is

Ashutosh Sheshabalaya. “Als Europese bedrijven vandaag geen strategie ontwikkelen van samenwerking met hooggekwalificeerde schakels uit de Indiase waardeketen, zou dat verzuim over een aantal jaren kritische gevolgen kunnen hebben voor Europa.”

Dominique Michel (Agoria). “Het was een illusie te denken dat we het hier kunnen rooien met zogenaamde kop-staartbedrijven: brains en technologie aan de kop, marketing en distributie aan de staart. Factoren als innovatie, kostenbeheersing en marktexpansie zijn medebepalend. KMO’s moeten echter eerst in eigen land partners vinden, om vervolgens samen op te trekken met partners uit China of India. Dat is de toekomst.”

Dieter Vyncke (Vyncke Energietechniek). “Een gouden regel die vaak overtreden wordt: ga nooit outsourcen in een land om alleen te importeren naar Europa. De lokale markt betreden is niet een onmiddellijke noodzaak, maar moet altijd in het achterhoofd aanwezig zijn. Meer en meer zie je bedrijven uit Oost-Europa terugtrekken, omdat ze alleen focusten op lage lonen en geen interesse hadden voor de markt met haar creativiteit en kennis.”

ëStelling 3: Zoek Indiase partners die kwaliteit en merken nodig hebben

Ashutosh Sheshabalaya. “Neem de Vlaamse textielbedrijven, dat is wereldklasse. Ze vrezen China, maar met het wegvallen van de textielquota gaat China nog grotere volumes draaien, terwijl de toegevoegde waarde van Indiase textielproducenten tot driemaal hoger is omdat ze op een hoger segment mikken. Dat zijn geknipte partnerbedrijven voor Vlaamse textielbedrijven. Dezelfde oefening kan gemaakt worden in tal van bedrijfstakken.”

Dominique Michel (Agoria). “Onvermijdelijk gaan we naar meer samenwerkingsvormen, waarbij producten die in India gemaakt worden, geïntegreerd worden in ons productengamma. Steeds meer zijn het verhoudingen tussen gelijkwaardige partners. Of Indiase bedrijven kopen inderdaad Europese. Waakzaamheid is dus geboden, omdat het niet de bedoeling kan zijn dat merken en klantenportefeuilles worden opgeslorpt en activiteiten volledig offshore gaan.”

Dieter Vyncke (Vyncke Energietechniek). “We zien steeds meer Aziatische ondernemingen die in Europa een oogje hebben op bedrijven met kwalitatieve producten, maar een vloedgolf is het niet. Dat zal nog jaren duren. Niettemin moeten we waakzaam zijn. Dat er een toenemende complementariteit is tussen economieën van opkomende markten enerzijds en Noord-Amerika, Europa en Japan anderzijds, wordt met de dag duidelijker.”

Eddy Van Steyvoort (VCST Industrial Products). “We merken dat Indiase toeleveranciers voor hun auto-industrie zelf bij producenten van hoogwaardige onderdelen komen aankloppen. Naarmate steeds meer westerse toeleveranciers daarop ingaan, zullen ze in India de lat hoger leggen en wordt het moeilijker om in te stappen.”

ëStelling 4: Vergroot de flexibiliteit van uw bedrijf

Ashutosh Sheshabalaya. “Offshoring is geen kwestie van schuiven met jobs, maar van flexibiliteit om alle nodige resources van een onderneming op het juiste moment op de juiste plaats te krijgen. Amerikaanse bedrijven hebben dat begrepen, Europa blijft achterop.”

Dominique Michel (Agoria). “Europa is zijn blik aan het verruimen. Investeringen in China door onze KMO’s zijn daar het bewijs van. Wat we niet gedaan hebben, is de deuren volledig opengooien. De Duitsers hebben geprobeerd Indiërs te lokken, maar te laat en er waren te weinig incentives. We moeten Indiërs, Chinezen maar ook anderen de mogelijkheid bieden om hier meerdere jaren te verblijven. Weg dus met domme verblijfsvergunningen van vier jaar. Ze moeten vrij binnen en buiten kunnen, naargelang van de behoeften van hun baan.”

Nicolas Gilliot (Desmet Ballestra). “Resources zijn kritisch in engineering. Er zijn pieken en dalen. Dankzij onze mankracht in India zijn we gestructureerd om zulke schommelingen te beheersen en kunnen we competitief blijven. We sturen mensen naar België voor lange opleidingsperioden en onze kaderleden gaan naar India. Wat alleen mogelijk is als je voldoende grote volumes haalt.”

ëStelling 5: Versterk wetenschappelijk onderzoek

Ashutosh Sheshabalaya. “Er gebeurt in Europa veel wetenschappelijk onderzoek op topniveau. De implementatie kost hopen geld en men vindt er ook niet altijd de juiste mensen voor. Ik ken projecten bij Imec in Leuven, die om die reden niet tot volle ontplooiing komen. Daar zou samenwerking met Indiase colleges perfect complementair zijn. Het is niet alleen een kwestie van mensen uitwisselen, maar ook van tijdig achterhalen welke impact China en India kunnen hebben op uw bedrijfsstrategie.”

Dominique Michel (Agoria). “Samenwerken met Chinese en Indiase onderzoeksinstellingen is erg interessant. Wij hebben knappe vorsers, maar de kritische massa ontbreekt. In India is die ruimschoots voorradig. Het zou zonde zijn om dit terrein volledig aan andere westerse landen over te laten.”

Nicolas Gilliot (Desmet Ballestra). “Wetenschappelijk onderzoek is voor onze firma uiterst belangrijk en wordt niet uitbesteed. Die activiteit met hoge toegevoegde waarde blijft in België.”

Dieter Vyncke (Vyncke Energietechniek). “Niet alleen toelevering, ook de kern van onze commissioning en servicespecialisten zit vandaag in Azië. Onderzoek en ontwikkeling zullen volgen, de beste krijgt de job. Een voortdurend evoluerend bestand van leveranciers en contractors zorgt er nu eenmaal voor dat onze structuur steeds opnieuw bijgestuurd wordt. Op alle niveaus en in alle departementen.”

Eddy Van Steyvoort (VCST Industrial Products). “We moeten in Europa gaan beseffen dat de kennis die voorradig is in India au sérieux genomen moet worden. In de automobielindustrie is die evolutie opvallend. Zo zien we vernuftige toepassingen van Indiase informatica bij het ontwerpen van goedkope ‘inheemse’ modellen, die nu al in Bombay rondtoeren en in de nabije toekomst ook bij ons op de markt zullen verschijnen.”

ëStelling 6: Weeg sterkten en zwakten van China en India tegen elkaar af

Ashutosh Sheshabalaya. “Het is geen verstandige strategie om alle eieren in één mand te leggen. Misschien blijkt China morgen gelijk te zijn aan vijf Indonesiës van gisteren. Bekijk ook de demografische evolutie: hoe zullen die markten eruitzien over tien tot twintig jaar? Tegen die tijd hebben Indiërs dezelfde koopkracht, China heeft een veel oudere bevolking. Grote producenten van consumentenartikelen zijn op dat vlak vooruitziend.”

Dominique Michel (Agoria). “Het zou inderdaad kunnen dat het belangrijkste voordeel van China vandaag, morgen een ernstig nadeel blijkt te zijn. Want hoe lang is een autoritair politiek systeem te verzoenen met een steeds meer gesofistikeerde economie? Mocht China in dat opzicht niet verder evolueren, dan zou India op termijn de winnaar kunnen zijn. Ondertussen heeft India qua economische hervormingen toch nog een eind af te leggen, maar het is daarmee bezig.”

Dieter Vyncke (Vyncke Energietechniek). “Dat China dit groeitempo niet kan blijven aanhouden, lijkt evident. Maar of China over tien jaar de duimen zal leggen voor India en Vietnam, is zeer de vraag. Dat Aziatische bedrijven steeds talrijker naar Europa zullen komen, is wel zeker. Maar dat mag niet leiden tot doemscenario’s. Wie zijn strategie telkens weer aanpast aan het veranderende sourcingklimaat, kan zich niet laten verrassen.”

Eddy Van Steyvoort (VCST Industrial Products). “China en India gelijkstellen is als zeggen dat Amerika en Europa hetzelfde zijn. Het zijn afzonderlijke markten, maar synergie is mogelijk. Terwijl de ontwikkelingen in China van bovenaf gestuurd worden, laat India het initiatief over aan zijn ondernemers en investeerders. Misschien is dat op langere termijn een meer solide basis voor groei.”

Erik Bruyland

“Een gouden regel die vaak overtreden wordt: ga nooit outsourcen in een land om alleen te importeren naar Europa.”

“India is interessanter dan China voor kleine series en specifieke producten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content