Hoe haalt u geld uit uw bedrijf?

U heeft een bloeiende zaak, maar hoe haalt u daar op een fiscaal aantrekkelijke manier geld uit voor persoonlijk gebruik? Uzelf een hoger loon uitkeren, is een van de opties.

M arc De Baljuw (52) is zaakvoerder van een bloeiend consultancybedrijf, de NV Kratos. De waarde van de zaak kan worden geschat op 34.500.000 frank, voornamelijk goodwill (meerwaarden bij de verkoop van de zaak) en voor ongeveer 9.500.000 frank liquiditeiten die doorheen de jaren in de onderneming werden opgestapeld. Doordat de NV Kratos ruimschoots winstgevend is, stapelen de reserves zich op. De vennootschap haalde dit jaar een belastbare winst van 3.365.000 frank. De vennootschapsbelasting daarop bedroeg zo’n 35% of 1.165.000 frank. Van de nettowinst van 2.200.000 frank werd 1,2 miljoen frank gereserveerd en 1 miljoen uitgekeerd als dividend.

Marc werd altijd geadviseerd zijn inkomen als bedrijfsleider zo laag mogelijk te houden. Vandaag ontvangt hij als bedrijfleider een bezoldiging van 1.250.000 frank. Netto houdt hij daar, na de personenbelasting, 725.000 frank van over. Daarnaast keert de vennootschap hem nog een dividend van 1 miljoen frank uit. Na de dividendbelasting (25%) van 250.000 frank rest daarvan nog 750.000 frank.

Het netto uitgekeerde dividend werd dus belast tegen 25%. Dat lijkt redelijk, maar u moet wel voor ogen houden dat de vennootschapsbelasting (35%) het uit te keren dividend al eens afroomde: de totale belasting op het uitgekeerde dividend bedroeg in dit geval ruim 50%. Marc Baljuw haalt dus een netto-privé-inkomen van 1.475.000 frank uit zijn zaak.

De onderneming betaalt ook 100.000 frank premie voor een groepsverzekering op naam van mijnheer. De opgebouwde reserve op zijn huidige leeftijd bedraagt 1.396.000 frank, het gewaarborgd eindkapitaal op 65 jaar 3.900.000 frank.

Hogere bestuurdersbezoldiging

Vanuit de inkomsten-uitgavenbalans zien wij dat Marc het inkomen uit de zaak nodig heeft om zijn balans in evenwicht te houden. Hij heeft immers nog 415.000 frank financiële uitgaven, terugbetalingen van de lening voor het vastgoed. De netto-huuropbrengsten dekken net de benodigde terugbetaling.

De vraag is nu hoe Marc op een efficiëntere wijze geld uit zijn vennootschap kan opnemen zonder een onevenwicht te laten ontstaan in zijn inkomsten-uitgavenbalans.

Dit zou kunnen door de bestuurdersbezoldiging te verhogen en de dividenduitkering te verlagen. Een rekensommetje maakt dit duidelijk. Als Marc zijn vergoeding als bedrijfsleider met 500.000 frank zou verhogen, dan houdt hij daar 270.000 frank netto (belast tegen 46%) aan over. Hij verhoogt tegelijk wel zijn kosten voor belasting in de vennootschap met 500.000 frank, wat hem binnen de vennootschap een fiscale besparing oplevert van 34,5% of 172.500 frank. Omdat de dividenduitkering lager wordt, is er nog eens een besparing van 78.000 frank aan roerende voorheffing.

Door 500.000 frank te heralloceren van dividenduitkering naar loon doet Marc dus onmiddellijk een voordeel van 34.500 frank. De winst zit in het lagere belastingtarief (46%) op het extra loon in vergelijking met de 50% die Marc anders betaalde op de hogere dividenduitkering.

De totale belasting is gedaald van 1.415.000 frank (1.165.000 frank in de vennootschap en 250.000 frank roerende voorheffing) naar 1.380.500 frank (of 979.000 frank in de vennootschap, 171.500 frank roerende voorheffing en 230.000 frank extra loonbelasting).

Privé houdt hij een bedrijfsinkomen van 995.000 frank (in plaats van 725.000 frank) over en een dividend van 514.500 frank over (in plaats van 750.000 frank). Dat is een totaal van 1.509.500 frank netto in privé tegenover 1.475.000 frank in de uitgangssituatie.

Door meer inkomen te genereren via loon verhoogt Marc bovendien zijn pensioenrechten. De loonsverhoging van 500.000 frank houdt hem nog steeds binnen het uitkeringsplafond voor de sociale zekerheid (1.889.218 frank), wat een extra pensioenrecht oplevert van 3270 frank per jaar.

Hogere groepsverzekering

Indirect kan Marc een nog groter voordeel verkrijgen door zichzelf meer loon uit te keren. Een hoger loon laat hem immers toe een belangrijker bedrag als premie in de groepsverzekering te storten. Het maximaal te verzekeren bedrag wordt berekend aan de hand van de zogenaamde 80%-regel. Wat stelt deze bewuste regel?

Maximale jaarrente kleiner of gelijk aan (80% S – WP) x N/40

met

S : normale jaarbezoldiging

WP : wettelijk pensioen

N = gepresteerde jaren + nog te presteren jaren (+ backservice)

In functie van de loopbaan is het dus mogelijk om een rente te verzekeren die gelijk is aan 80% van de jaarbezoldiging min het wettelijk pensioen. Het wettelijk pensioen wordt voor een zelfstandige forfaitair geschat op 25% van de bezoldiging, voor zover die het loonplafond van de sociale zekerheid (1.889.218 frank) niet overschrijdt. De normale bezoldiging voor een zelfstandige bedrijfsleider omvat de regelmatige, maandelijks uitgekeerde bedragen, aangerekend op de resultaten van het belastbare tijdperk binnen de onderneming. Het aantal jaren van de loopbaan omvat alle jaren dat men in de onderneming heeft gewerkt, verhoogd met maximaal tien jaar voor een vroegere werkzaamheid ( backservice) en maximaal vijf jaar voor nog te presteren jaren, zonder evenwel de veertig jaar te overschrijden.

In ons voorbeeld geeft dit de volgende uitkomst. De uitgangssituatie van Marc: een vergoeding van 1.250.000 frank, een loopbaan in de onderneming vandaag van 26 jaar, nog te presteren jaren tot 65 jaar: dertien jaar. Dat geeft een maximale jaarrente van (80% x 1.250.000 – 25% x 1.250.000) x 39/40 of 670.312 frank.

De wet voorziet nu coëfficiënten voor de omzetting van deze rente naar een te verzekeren kapitaal. Voor een opname van het kapitaal op 65 jaar, tegen 2% geïndexeerd en voor 80% overdraagbaar op de langstlevende partner, dient de rente te worden vermenigvuldigd met coëfficiënt 16,1004.

Dit geeft een verzekerbaar kapitaal van 10.792.299 frank. Zuiveren wij de winstdeelname eruit (door de wetgever forfaitair geschat op 20%) dan betekent dit dat Marc een maximaal verzekerbaar kapitaal mag vormen van 8.993.582 frank. Dit is al heel wat meer dan hetgeen dat is voorzien (meer bepaald 3.900.000 frank).

Het voordeel om dit via een groepsverzekeringscontract te organiseren voor Marc is dat de te betalen premies om dit maximale kapitaal te vormen fiscaal aftrekbaar zijn in de onderneming. Het contract is bovendien zijn juridische eigendom en bijgevolg niet onderworpen aan het risico van de onderneming. En ten slotte kennen de premies bij uitkering een gunstige fiscale behandeling. Het kapitaal, inclusief winstdeelname, is onderworpen aan een Riziv-bijdrage van 3,55%, verhoogd met 2% solidariteitsbijdrage en het gewaarborgd kapitaal is bijkomend onderworpen aan een taxatie van 17%, verhoogd met de gemeentelijke opcentiemen. In ons voorbeeld houdt Marc van zijn eindkapitaal van 10.792.299 frank netto 8.326.249 frank over, of een taxatie van 22,85%.

Door de vergoeding van de bedrijfsleider met 500.000 frank te verhogen kan er een groter kapitaal worden gevormd binnen de groepsverzekering. De maximale jaarrente neemt toe tot 938.437 frank, het verzekerbaar kapitaal inclusief winstdeelname tot 15.109.219 frank. Als wij dat bedrag volgens bovenstaande logica omrekenen naar een nettokapitaal, dan zien wij dat Marc een nettokapitaal van 12.128.311 frank kan opbouwen of 3.802.062 frank meer dan vóór de aanpassing van de bezoldiging. De extra premie die de onderneming dient te betalen voor de opbouw van dit kapitaal is opnieuw binnen de vennootschap fiscaal aftrekbaar, waardoor het belastbaar resultaat kleiner wordt.

Deze ingreep is uiteraard slechts één van de vele mogelijkheden om op een voordeliger wijze het inkomen uit de vennootschap te optimaliseren en is niet in alle omstandigheden even toepasbaar. Zaak is wel dat wanneer er creatief wordt omgesprongen met de verschillende technieken er heel wat mogelijkheden zijn om de bestaande situatie te verbeteren en nauwer te laten aansluiten bij de doelstellingen.

Eventuele andere vormen om geld uit de vennootschap op te nemen, zijn het verkopen van een privé-goed aan de vennootschap, verhuur van een onroerend goed aan de vennootschap of een intrestvergoeding op rekening-courant.

Jo Stremersch is directeur van het Instituut voor Persoonlijke Financiële Planning (IPFP) en schreef samen met Dieter Haerens en Katrien Geeraert het boek ‘Uw Geld en Uw Leven’, uitgeverij Biblo, ISBN 90-6738-135-7.

jo stremersch

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content