Hoe goed voorspelden we 2006?
Hoe (goed) werkt de glazen bol van ‘De wereld in 2007’? Een leidraad voor de lezer.
Het voorwerp van Harold Macmillans befaamde uitspraak “gebeurtenissen, beste jongen, gebeurtenissen” kan de best uitgekiende plannen – en voorspellingen – in de war sturen. Gebeurtenissen gebeuren nu eenmaal en ze kunnen de loop van de dingen grondig veranderen. Het zal u misschien verbazen, maar niet alles wat u in De wereld in 2007 leest, zal dus precies zo uitdraaien als we voorspellen, ook al steunen onze vooruitzichten op de beste informatie die beschikbaar was op het ogenblik dat de teksten geschreven werden.
Als u zich afvraagt hoeveel waarde u kunt hechten aan de oogst van voorspellingen van dit jaar, is het misschien nuttig te weten hoe goed – of slecht – we vorige keer uit de hoek gekomen zijn. Een analyse van de prognoses in De Wereld in 2006 reikt tien eenvoudige regels aan om de huidige editie te benaderen.
1. Grote projecten zullen niet noodzakelijk afgewerkt raken op het moment dat we zeggen. Nogal naïef dachten we dat de superjumbo van Airbus passagiers zou beginnen vervoeren tegen het einde van 2006. Het nieuwe Wembleystadion is al meer dan een jaar over tijd. De lancering van Microsofts Vistasoftware werd naar 2007 verschoven.
2. Bij het voorspellen van verkiezingen zullen we het zowat drie op de vier keer bij het rechte eind hebben. Chili, Costa Rica en Italië waren een schot in de roos, Canada een grote misser.
3. U kunt op ons betrouwen als gids voor wat Donald Rumsfeld wellicht de “gegeven gegevens” zou noemen: geplande evenementen zoals topconferenties, belangrijke verjaardagen, in het oog springende culturele gebeurtenissen en de grote sporttoernooien.
4. Onze pronostieken over sport zullen echter verkeerd zijn. We hadden verwacht dat Brazilië zou schitteren op de Wereldbeker in Duitsland.
5. Meer vertrouwen kunt u hebben in onze beoordeling van de wereldwijde bedrijfswereld. Zo vinkten we bijvoorbeeld aan dat BAE Systems zijn aandeel in Airbus zou verkopen, dat de twee grote beurzen van Chicago zoals gepland zouden fusioneren en dat de traditionele media het bloggingfenomeen zouden overnemen.
6. Ook onze geopolitieke voorspellingen zijn doorgaans degelijk. Een jaar geleden hadden we het bij het rechte eind toen we voorspelden dat het niet tot een afslanking van de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in Irak zou komen, dat de financiële hulp aan Afrika vertraging zou oplopen, dat Frankrijk en de Verenigde Staten weer toenadering tot elkaar zouden zoeken en dat de Verenigde Staten een liefdesrelatie zouden opbouwen met India.
7. We zullen waarschijnlijk wel iets te optimistisch zijn over de menselijke vooruitgang. We zegden dat de Amerikanen niet meer dikker zouden worden. O ja? En we bedachten dat iemand wel een formule zou uitvinden om kennis te meten. Dat gebeurde niet, al stelde wel iemand een formule voor geluk voor.
8. We zullen iets te pessimistisch zijn over de economische vooruitzichten. We voorspelden – eindelijk – terecht dat er een eind zou komen aan de huisvestingsboom in Amerika, maar we waren verkeerd om te verwachten dat de wereldgroei zou vertragen (die was integendeel het sterkst in dertig jaar), inbegrepen een luwte in China (dat evenwel nog sneller dan voorheen vooruit gestormd is).
9. Wat we ook mogen zeggen, Fidel Castro zal het overleven. Voor de editie van vorig jaar hadden we een historicus, Niall Ferguson, gevraagd om onze staat van dienst tijdens de twintig jaar dat dit jaarboek uitgegeven werd te evalueren. Hij wees erop dat we jarenlang consequent en vergeefs de dood van Castro hebben voorspeld. Dat heeft ons er echter niet van weerhouden om in De Wereld in 2006 te speculeren over wat er zou gebeuren in Cuba, mocht hij toch overlijden. Maar de oude revolutionair tartte ons eens te meer. Hij onderging zelfs een ernstige ingreep en werd koppig tachtig in plaats van te sterven.
10. Sommige voorspellingen zullen juist noch slecht, maar gewoon onbestaand zijn. We slaagden er niet in te voorspellen dat Google YouTube zou opkopen, dat Ariel Sharon een beroerte zou krijgen, dat Deense cartoons zoveel opschudding zouden veroorzaken, dat er een oorlog zou uitbreken in Libanon en dat een coup gepleegd zou worden in Thailand.
Wat zullen we nu voor 2007 gemist hebben? Het antwoord is gekend: “Gebeurtenissen, beste jongen, gebeurtenissen.”
De auteur is de samensteller van ‘De Wereld in 2007’.
Daniel Franklin
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier