Hoe doen de Duitsers het ?

Een filmpretpark, een reusachtige shoppingmall en nog 100 andere projecten laten het Ruhrgebied herstellen van zijn economische, ecologische, sociale en culturele wonden. Dit stukje Duitsland wordt van een grauwe kolen- en staalstreek omgeturnd tot een “park”. De “reconversie van de geesten” ligt eraan ten grondslag. Lessen voor Limburg ?

Bottrop, Oberhausen.

Wat in de Limburgse mijnstreek niet wil lukken, lijkt over de grens, in het Ruhrgebied, wél te kunnen. Limburg droomde ooit luidop van Euro Disney, maar zag het aan zijn neus voorbijgaan. In het Duitse Bottrop, hartje Ruhrgebied, opende een paar weken geleden een ander filmpretpark, Warner Brothers’ Movieworld, 45 hectaren groot. Limburg droomde tot voor kort ook van een reusachtig shoppingcenter annex vrijetijdspark, maar een ambtenarencommissie trok daar een streep door en het is nog de vraag of Fenix kan verrijzen. In het Duitse Oberhausen, 20 kilometer van Bottrop, opent op 12 september CentrO : u raadt het, een reusachtig shoppingcenter annex vrijetijdspark, zo’n 100 hectaren groot.

WINKELPRET.

Lang nadat de Fenix-idee werd gelanceerd, kwam het CentrO-project pas in de startblokken. Maar over drie weken is het complex klaar om feestelijk de eerste van de 25 miljoen bezoekers te ontvangen die hier in het aanvangsjaar worden verwacht.

CentrO is een privé-initiatief, zonder participatie van een of andere overheidsholding. Twee Engelse groepen zetten hun schouders onder dit grootste overdekte winkelcentrum (70.000 m² verkoopoppervlakte) op het continent : P&O, de scheepvaartreus die ook actief is in de dienstenindustrie en de vastgoedbusiness, en Stadium, de projectontwikkelingsmaatschappij van de Brit Eddy Healey (58j.), die eerder al de vergelijkbare Meadowhall (150.000 m²) in Sheffield tot een succes maakte (30 miljoen bezoekers per jaar), en die in Limburg het Fenix-project wil realiseren met steun van de Limburgse Participatie Maatschappij (LPM).

Zo’n 2 miljard Duitse mark staat er op het kostenplaatje, de helft daarvan voor infrastructuurwerken die door de overheid werden betaald : aanleg en verbetering van wegen en een negen kilometer lange tramlijn vanuit het centrum van Oberhausen naar deze site, gebouwd aan de rand van de stad, waar vroeger een grote staalfabriek van Thyssen stond.

Aansluitend bij het winkelcentrum komt onder meer een Arena, die naar believen dienst kan doen als rocktempel, ijsrevuehall, of sportstadion, en die plaats biedt aan 11.500 bezoekers. Voorts een kino-multiplex (9 zalen, 2200 zitjes) van Warner Brothers, een Aziatische tuin, een avontureneiland, 40.000 m² sportaccomodatie, een 400 meter lange Promenade vol bars en restaurants, en zelfs hotels : want het is niet de bedoeling dat alle leven hier wegvliedt zodra in de vooravond de winkels sluiten. Fun-shopping is het kernwoord : hier kom je voor je plezier, als uitstap met de hele familie. Allerhande animatie is dan ook voorzien in de “winkelstraten” die uitmonden in een centrale ” Oase“. Zo’n 200 winkels en warenhuizen vinden er onderdak, voor het merendeel vestigingen van ketens als Quelle, Kaufhof, C&A, Esprit, Parfumerie Douglas, His Master’s Voice… Eddy Healey schat dat ze zowat 1,2 miljard mark omzet zullen aantrekken.

Uiteraard is er verzet gerezen bij de handelaars van Oberhausen en de omliggende steden, die bang zijn hun klanten te verliezen. ” Angst vorm CentrO : die ersten Läden sterben schon,” titelde Bild op 12 juli jongstleden, nadat het in de detailhandel de temperatuur was gaan opmeten. Gerd Lepges, voorzitter van het handelaarsverbond van Oberhausen, schat dat het inkomensverlies kan oplopen tot 25 %. Er wordt al wat leegstand gesignaleerd in de centrale MarktstraBe. Ook in Bottrop en in Duisburg zijn al enkele winkels “gestorven”, zegt Heinz Pelzer, vice-voorzitter van de Kamer van Koophandel. Dat een publiekstrekker als C&A zijn vestigingen in de stadskern van Oberhausen en Müllheim heeft gesloten en in Bottrop een etage heeft opgedoekt, zien velen als een veeg teken.

Maar ze willen zich weren, met hulp van de lokale overheden. De Landsregering van Nordrhein-Westfalen en het stadsbestuur van Oberhausen, die niet aarzelden om zich pro CentrO op te stellen, trekken nu 50 miljoen mark uit om het oude stadscentrum aantrekkelijker te maken. Essen, dat het hoofdkwartier van Coca-Cola zag vertrekken naar een bedrijventerrein palend aan CentrO, zet alles op city-marketing. En in Mülheim heeft het Rhein-Ruhr-Zentrum (met 140 winkels en een jaaromzet van 600 miljoen mark) zo’n 70 miljoen mark geïnvesteerd in verbouwing en uitbreiding, om de concurrentieslag aan te gaan.

De 10.000 nieuwe arbeidsplaatsen, die niet alleen CentrO maar ook de Landsregering (SPD en Groenen) voorspiegelt, worden door critici weggelachen. Oliver Wittke, CDU-lid in de Landtag, het regionale parlement, berekende dat CentrO hoogstens voor een 3000-tal bijkomende jobs zal zorgen. In het “oude” Oberhausen dreigen een 1000-tal jobs te sneuvelen, cijfert hij voort, in de omliggende steden samen meer dan 2000 jobs. Cijfertwisten zijn dus duidelijk geen Vlaams of Limburgs unicum.

FILMPRET.

Kleiner van omvang en minder omstreden is Warner Brothers’ Movieworld in Kirchhellen, deelgemeente van Bottrop. Dat filmpretpark opende deze zomer de deuren en begroet nu zo’n 20.000 bezoekers per dag, vertelt communicatieverantwoordelijke Carola Söhlke . Beter of slechter dan verwacht ? Daarop wil ze niet antwoorden. Het maximale aantal is 32.000 bezoekers per dag, dat is de veiligheidsgrens. Maar prognoses worden niet vrijgegeven, dat brengt alleen maar narigheid als de verwachtingen niet 100 % worden ingelost. Die les heeft Warner Bros Recreation Entreprises, de dochter van het Amerikaanse mediaconglomeraat die Movieworld exploiteert, getrokken uit het voorbeeld van Euro Disney bij Parijs. Wat ze daar ook hebben geleerd : dat ze maar beter geen moeilijk te vullen hotels konden neerpoten.

Het park is opgebouwd rond een 27-tal attracties en shows, elk met een thema uit een Warner Bros’-film. De dubbele roller coaster biedt een achtervolging à la Lethal Weapon, het Batman Adventure plaatst je in een bewegende hightech-cabine die een bloedstollend wilde tocht met de Batmobile door Gotham City simuleert, er is een Police Academy Stunt Show, een Main Street uit een western, een Looney Tunes Village. Je kan er eten in Rick’s Café Americain, in Dirty Harry’s BBQ, of in de Gotham City Snack, en de filmpersonages mengen zich onder het publiek.

Naast puur entertainment is ook aan educatie gedacht : het park omvat een Museum van de Duitse Filmgeschiedenis, en biedt met z’n Studio-Tour een zicht op heuse filmproductie en -opnamen. Want naast de 40 hectaren “pret” zijn er ook 5 hectaren “ernst” waar drie film- en tv-opnamestudio’s met bijhorende productiefaciliteiten werden gebouwd. Die passen in de mediacluster die in Nordrhein-Westfalen, met Keulen als sterke basis, stevig bloeit.

Totale investering : 389 miljoen mark, waarvan co-investeerder Nixdorf, de Duitse computerfirma, er een 40-tal voor z’n rekening nam. De overheid betaalde daarbovenop nog zo’n 63 miljoen voor infrastructuur, zoals het aanleggen van op- en afritten op de nabije A31-Autobahn.

Waarom voor Bottrop werd gekozen ? Primo, omdat op deze plek vroeger al een kleinschaliger filmpark gevestigd was, Bavaria Film, en allerhande vergunningen dus niet meer moesten worden aangevraagd. Secundo, omdat het in een van de dichtstbevolkte regio’s van Europa ligt : er wonen 27 miljoen mensen binnen een straal van 250 kilometer, dat wil zeggen, 27 miljoen mensen voor wie Movieworld het doel van een dagtrip kan zijn tussen haakjes : op de parking zagen we opvallend veel Nederlandse en een paar Belgische nummerplaten. En tertio, omdat Nordrhein-Westfalen, en vooral het Ruhrgebied, zich in een Strukturwandel bevindt, een reconversieproces, weg van de zware industrie, en zich daarbij onder meer profileert als Medienstandort. De overheid zag Movieworld mét de opnamestudio’s graag komen.

Te meer daar het park 160 mensen voltijds tewerkstelt, en daarbovenop tijdens het seizoen (van eind maart tot begin november) nog zo’n 1400 werknemers in dienst heeft.

RECONVERSIE.

Elk beetje werkgelegenheid is welkom, want met 292.705 werklozen eind juni ’96 zat het Ruhrgebied aan een werkloosheidspercentage van 13,6 % (met pieken tot 17,9 % in Gelsenkirchen en 16,8 in Duisburg), tegenover 10,0 % voor de rest van Nordrhein-Westfalen, 9,7 % voor het geheel van West-Duitsland (het grondgebied van vóór de hereniging) en 11,0 % voor heel Duitsland. De teloorgang van de kolen- en staalindustrie, die met haar mijnschachten en hoogovens decennialang het Ruhrgebied domineerde, laat zich nog duidelijk aflezen in de cijfers.

De neergang begon in ’58, toen de eerste mijnen gesloten werden. Tot dan was de industriepolitiek er altijd een van opbouw geweest, nu moest men voor het eerst afbouwen en ombouwen. De toenmalige CDU-landsregering wist daar de eerste jaren geen antwoord op, vertelt Wulf Noll, kabinetsmedewerker op het Landesministerium für Wirtschaft, Technologie und Mittelstand. “En dat leidde ertoe dat de CDU-hegemonie in ’66 aan haar einde kwam. De SPD kwam samen met de FDP aan de macht, en pakte in ’68 uit met het Ruhrprogramm, dat klemtonen legde op modernisering van woningen en infrastructuur. Maar halfweg de jaren ’70 stelde men vast dat desondanks in de ondernemingen de motor niet aansloeg. Met het Aktionsprogramm Ruhrgebiet is men dan de nadruk gaan leggen op opleiding er werden diverse universiteiten en hogescholen in het leven geroepen, waarvan Nordrhein-Westfalen nu zeer rijkelijk voorzien is en op technologietransfer vanuit die instellingen naar de ondernemingen.

De eigenlijke reconversie ( Strukturwandel) begon vanaf ’82, het jaar waarin experts tot de conclusie kwamen dat de staalindustrie moest overgaan tot een capaciteitsafbouw. Dat heeft in het Ruhrgebied een grote schok veroorzaakt. En stilaan is men gaan inzien dat het er op aankwam niet alleen de economische structuren aan te passen, maar ook de mentale structuren. Dat men de mensen moest zien los te maken uit het starre denken in termen van kolen en staal vergeet niet dat hier in de mijnbouw vóór enkele decennia 400.000 werknemers zaten !”

1985 bracht nieuwe problemen, ditmaal voor het eerst gelijktijdig in de mijnbouw én in de staalindustrie. Het antwoord was een nieuw programma, de Zukunftsinitiative Montanregionen (ZIM), dat in gang schoot in ’87. Wulf Noll : “Een belangrijke wending was dat men stelde dat de verantwoordelijkheid voor de reconversie niet alleen bij de landsregering lag, dat het een zaak van iedereen was, van Gemeinschaftsaktion. Concreet vertaalt zich dat onder meer hierin dat de verdeling van overheidsmiddelen over allerhande projecten niet per oekaze vanuit de landsregering komt, maar beslist wordt in overleg met werkgevers, vakbonden, de vereniging van gemeenten, milieuverenigingen… Wat er sinds de jaren ’90 nog bijkwam, is dat we voor een heropleving onze hoop niet langer stellen in de grote bedrijven, maar in de kleine en middelgrote ondernemingen.”

Sinds ’89, toen de Europese Unie haar structuurpolitiek “regionaliseerde”, wordt in Nordrhein-Westfalen jaarlijks tussen 800 miljoen en 1 miljard mark economische steun verstrekt (tevoren ging het om kleinere bedragen), waarvan ongeveer de helft van de federale Bondskas en van de EU-Structuurfondsen komt. Kmo’s krijgen onder meer wat de investeringssteun betreft (tot 250.000 mark per gecreëerde arbeidsplaats, maar maximaal 12 % van de totale investering, al laat de EU méér toe) absolute voorrang. Belastingvoordelen zijn in Duitsland niet gebruikelijk, overheidsholdings die participeren in bedrijven kent men in Nordrhein-Westfalen ook niet. “Waar wel veel geld in kruipt,” zegt Wulf Noll, “is de sanering van oude staal- of kolensites om er bedrijventerreinen van te maken, waar we dan nogmaals, vooral kleine en startende ondernemingen aan gunstige huurvoorwaarden bureau- en/of atelierruimte geven. Wat we ook doen, is consultants ter beschikking stellen van die bedrijfjes, of hen op gezamenlijke stands op buitenlandse beurzen brengen.”

“Wat we ons met al dat geld eigenlijk gekocht hebben, is tijd. Tijd die de bevolking en de economie nodig hadden om aanpassingen te ontwikkelen. Daardoor ook is bij ons ondanks de grote problemen toch de sociale vrede bewaard gebleven, waren er geen meer dan gemiddelde sociale wrijvingen, geen gettovorming of hoge criminaliteit.

Van een “tweebener” (kolen en staal) worden we stilaan een “veelpoot” : links en rechts groeien kleine clusters. In het oostelijk Ruhrgebiet bijvoorbeeld de verzekeringssector. Rond de universiteiten veel informaticabedrijfjes en allerhande (milieu-)technologische spin-offs. In Duisburg is de logistiek sterk uitgebouwd, in het noorden de chemische industrie… Zo lost het Ruhrgebied stilaan op : het blok van staal en kolen valt in vele kleine stukjes.”

RAF PAUWELS

CENTRO, TOT VOOR KORT NOG ÉÉN GROTE WERF Maar feestelijke opening op 12 september ; (omstreden) schatting : 10.000 nieuwe jobs.

MOVIEWORLD Aansluitend bij de mediacluster die zich vooral rond Keulen heeft ontwikkeld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content