Hoe beleggen ook in 2002 leuk blijft
Terwijl de aandelenkoersen her en der ijzingwekkend de diepte induiken, blijven de meeste Vlaamse beleggingsclubs met een verbazend groot vertrouwen vergaderen. Een leerzame rondgang.
” Interbrew moet je kopen,” orakelt Benny van taverne Caravelle in Oosterzele. ” Jupiler is het beste bier van de wereld, dus zal het met die aandelen ook wel snor zitten.” De acht leden van beleggingsclub Reset.com hebben ogenschijnlijk meer vertrouwen in de tapkunsten van de waard dan in zijn financieel-economische kennis, want niemand is voorstander om de Leuvense brouwer in de portefeuille op te nemen. Wel present op het lijstje aankoopkandidaten zijn de fel geplaagde distributeur Delhaize, het Nederlandse voedingsconglomeraat Numeco, de industriële groep Aalberts (ook al uit Nederland), durfkapitalist Gimv, vastgoedbedrijf Cofinimmo en de holding Ackermans & van Haaren. Na een anonieme stemming krijgt alleen die laatste voldoende kruisjes achter de naam, waarna de club beslist om een (zuinig) aankooporder in te leggen tegen 21,29 euro. Nu alle belangrijke beslissingen genomen zijn, steken de leden een tandje bij. Vakkundig vervangt Benny de lege Jupiler-glazen door schuimende bollen blonde Leffe.
Reset.com is amper vier maanden oud, voldoende om al tegen een verlies van meer dan 12% aan te kijken. De kern van de Oost-Vlaamse groep bestaat uit studenten, aangevuld met een paar dertigers en een nestor van 47 jaar, die nog kan meepraten over de beurskrach van 1987. “Toen we begin april van start gingen, hadden we de indruk dat het slechtste op de financiële markten achter de rug was,” vertelt medeoprichter Geert Vieren, een architect. “Maar de negatieve spiraal versnelde nog. Geen onoverkomelijk probleem voor ons, want we hebben een lange beleggingshorizon. Onze naam verwijst naar onze bedoelingen bij de start: de teller op nul zetten. Maar als het zo verder gaat, zullen we misschien nog eens op die resetknop moeten drukken.” De tegenvallende resultaten ten spijt, blijft de sfeer in de club opperbest. De leden willen in eerste instantie ervaring en kennis opdoen. Winst maken komt pas op de tweede plaats. Alhoewel iedereen grif toegeeft dat het nog leuker zou zijn als er met groene inkt kon worden geschreven.
Verboden voor mannen
De opgang van de beleggingsclubs is nauw verbonden met de wet Cooreman– De Clercq uit 1982, waardoor het voor iedere belastingplichtige fiscaal interessant werd om in aandelen te beleggen. Een andere belangrijke motor was de toenmalige Christelijke Beweging voor Vrouwen uit de Middengroep (CMBV), die onlangs omgedoopt werd tot Markant. “Bij veel zelfstandigen en KMO’s was het de vrouw die instond voor de administratie, de boekhouding en de bankrelaties,” getuigt Katrien Deschrijver, nationaal coördinator Invest van Markant. “Onze leden hadden dan ook grote nood aan informatie over economische en financiële thema’s. Daaruit groeide het Invest-programma, dat onze leden hielp bij het opzetten van beleggingsclubs. Ondertussen tellen we bijna 150 Invest-clubs, exclusief voorbehouden aan vrouwen, samen goed voor 2500 leden.”
Fortuna uit Waregem is zo’n Invest-club. Ze is al ruim tien jaar actief en telt momenteel zeventien leden, waarvan de meerderheid een zelfstandige activiteit heeft. “De interesse bij de leden is misschien wel wat slapper dan voorheen,” vermoedt Patricia Den Tandt. “Drie keer al zijn we tegen een perte totale aangebotst: Worldcom, Xeikon en natuurlijk het onvermijdelijke Ieperse duo Lernout & Hauspie. Toch is het net nu een groot voordeel om lid te zijn van een beleggingsclub, want je kan over je tegenslagen spreken met de anderen en de zaken beter relativeren. We laten de moed niet zakken.” De winsten, die vooral op het einde van de jaren negentig gerealiseerd werden, zorgen ervoor dat Fortuna nog altijd een positief nettorendement van 5% boekt.
De Vlaamse Federatie voor Beleggingsclubs en Beleggers ( VFB) overkoepelt sinds 1980 alle Vlaamse beleggingsclubs. De vereniging organiseert ook voordrachten en bedrijfsbezoeken. “Begin september trekken we bijvoorbeeld naar de producent van kunststof raamsystemen en bouwprofielen Deceuninck,” vertrouwt Jeanine Staelens, ondervoorzitster van de VFB, ons toe. “Ondanks de zwakke beursconjunctuur is de belangstelling zeer groot. We hebben al veel mensen moeten weigeren.”
Haar hoogtepunt kende de VFB in 1990, toen 711 clubs aangesloten waren. Na een verzwakking begin jaren negentig kende de vereniging opnieuw een opgang vanaf 1998, niet toevallig het begin van de recentste beurshausse. De jongste twee jaar kalft het aantal aangesloten clubs weer een beetje af (zie grafiek).
“Bij Invest blijft het aantal clubs momenteel status-quo,” weet Deschrijver. “Er zijn clubs die wegvallen, maar dat heeft meestal te maken met de hogere leeftijd van de leden die daardoor een ander beleggingsprofiel krijgen. Er komen echter nog altijd nieuwe clubs bij. Hoe meer de financiële berichten het nieuws halen, hoe meer de mensen erover willen weten.”
Hemispherx in Vlaamse handen
Beleggingsclubs nemen vooral Belgische aandelen in portefeuille. “Logisch,” vindt AntoineDewitte, voorzitter van Clubinvest uit Lauwe. “Bedrijven als Barco, Bekaert en Deceuninck liggen op amper een boogscheut van hier. Er is altijd wel een familielid of een kennis die er werkt. Als daar iets misloopt, merken we dat vlug. Met buitenlandse bedrijven is die band veel minder sterk.” Maar er zijn nog andere redenen waarom de clubs hun heil liever dichtbij huis zoeken. “Op parameters als koers-winstverhouding zijn Amerikaanse aandelen systematisch duurder dan Europese,” weet Geert Vieren van Reset.com. “Alle logica is trouwens zoek. De grootste overdrijvingen situeerden zich de voorbije jaren over de Grote Plas. Toch deelt de conservatief gewaardeerde Bel20 nu even hard in de klappen als de Dow Jones.”
Niet alleen de clubs, ook de individuele Belgische beleggers hebben opvallend veel aandelen uit eigen land in de portefeuille. Dat blijkt uit een enquête van het Leuvense onderzoeksbureau Significant-GfK, dat in april 2002 een portret van de particuliere belegger wilde schetsen. Eén op vier Belgen gaf toe financiële activa te bezitten. Zo’n 42% van de beleggers heeft zelf Belgische aandelen aangekocht (naast zijn fondsen). Een hoge score, al bedroeg die bij een gelijkaardige rondvraag in 2001 nog 50%. Het aantal houders van individuele buitenlandse aandelen viel terug van 37% naar 23%.
De meeste beleggers blijven voorzichtig, fondsen en obligaties voeren de boventoon. Over afgeleide producten zijn de meningen ook bij de clubs sterk verdeeld. Bij Fortuna zal het allicht nog een tijdje duren vooraleer die opnieuw in de portefeuille komen. “Lang geleden kochten we opties op Union Minière (nu Umicore),” vertelt Den Tandt. “Het aandeel ging echter de verkeerde kant op. Mede door het gebrek aan liquiditeit moesten we toen toekijken hoe onze opties waardeloos afliepen. Een shockerende ervaring. Maar ondertussen zijn we de ervaring rijker dat je ook met gewone aandelen alles kwijt kan spelen.”
Antoine Dewitte van Clubinvest vindt het belangrijk dat de leden ook ervaring met afgeleide producten opdoen. “We kochten onze eerste opties kort na de voordracht van een bankier ter zake. Indien je de theorie niet onmiddellijk aan de praktijk toetst, gaat de kennis verloren.”
Geruime tijd hebben veel clubs blind de aanbevelingen van beleggingsbladen gevolgd. Van de clubs die hun portefeuille op internet hebben staan, heeft een groot deel bijvoorbeeld het Amerikaanse Hemispherx gekocht. Dit bescheiden biotechnologiebedrijf, dat al jaren tussen hoop en vrees zweeft, had wellicht nooit een Vlaamse beleggingsportefeuille gehaald ware het niet dat een paar van die bladen dit bedrijf in hun selectie had opgenomen. Ondertussen heeft Hemispherx wellicht meer Vlaamse dan Amerikaanse aandeelhouders.
Pak de poen en vlucht
Door de jaren bouwde Clubinvest een kapitaal van 140.000 euro op. Het is dan ook van het grootste belang dat er strikte spelregels zijn. Zowat alle clubs hebben daarom de modelstatuten overgenomen van de VFB, vaak aangevuld met een eigen regeling voor de onkosten (zoals portkosten, drankverbruik en een pc van de club). Juridisch heeft een beleggingsclub dan ook meestal het statuut van een feitelijke vereniging die in onverdeeldheid werd opgericht.
De belangrijkste clausule in die statuten is ongetwijfeld de in- en uitstapregeling. Iemand die na de stichting van de club wil toetreden, betaalt de inventariswaarde van zijn aandeel in de club, verhoogd met 2% aankoopkosten. Uitstappen kan dan weer door een ontslagbrief naar de voorzitter te sturen. Het uittredend lid krijgt zijn aandeel in de club uitbetaald, verminderd met 2% voor de kosten. “Het aandeel dat het ontslagnemend lid in de club heeft, wordt pas berekend op de maandelijkse vergadering na die waarop het ontslag werd bekendgemaakt,” zegt penningmeester Boris Bockstaele van Reset.com. “Dit om misbruik te voorkomen, want anders zou elk lid op een hoogtepunt kunnen uitstappen om daarna veel lager opnieuw in te stappen.” Pak de poen en vlucht? Een degelijk reglement voorkomt het. De statuten kunnen bijvoorbeeld ook streng zijn voor spijbelaars. Iemand die zonder verwittiging drie opeenvolgende vergaderingen afwezig blijft, wordt dan beschouwd als ontslagnemend.
Fortuna streeft naar een consensus bij een aan- of verkoopbeslissing. Maar dat leidt zelden of nooit tot hevige discussies. “Wellicht omdat vrouwen meer openstaan voor overleg en compromis,” vermoedt Den Tandt. “We hebben eens een vergadering bijgewoond van een bevriende club en daar viel het ons meteen op dat de mannen veel dominanter waren en dat ze met alle middelen probeerden hun willetje door te drijven.” Toch houden ook de vrouwen van een beetje competitie, want zij hebben een heuse wedstrijd ingevoerd. Op de maandelijkse vergadering komt elk lid met een aankooptip aandraven waaruit ook de uiteindelijke aankoopbeslissingen resulteren. Op de volgende vergadering wordt gekeken naar de evolutie van alle voorgestelde tips. Degene die maand op maand de beste tips geeft, mag de gele trui aantrekken.
De taak van de voorzitter van een beleggingsclub mag niet onderschat worden. Niet alleen moet hij de maandelijkse vergaderingen in goede banen leiden, hij moet er ook voor zorgen dat niet alleen de roepers aan bod komen. “Sommige mensen hebben wat schroom om voor een groep te spreken,” weet Dewitte. “Die moeten soms aangepord worden om hun stem te laten horen. Het is ook zeer gevaarlijk voor de groepssfeer om de aandelen in de portefeuille te verbinden aan de persoon die ze heeft voorgesteld. Als een aankoop tegenvalt, dreigt de voorsteller al gauw het kneusje van de groep te worden.”
Iedereen draagt een gedeelde verantwoordelijkheid en moet ook zijn deel van het werk doen bij Clubinvest. Elke maand wordt de portefeuille overlopen en worden ten minste twee aandelen grondig geëvalueerd. Voor de aankopen zijn er drie vaste werkgroepen die een aankooplijstje met telkens drie waarden voorbereiden. Alle mogelijke informatie over die aandelen wordt voorgesteld aan de vergadering, waarna een beslissing volgt. Het oudste lid van Clubinvest is 81 jaar. Meteen krijgt het begrip langetermijnbelegging een andere dimensie.
Dirk Van Thuyne [{ssquf}]
dirk.van.thuyne@trends.be
“Net nu is het een groot voordeel om lid te zijn van een beleggingsclub, want je kan over je tegenslagen spreken met de anderen en de zaken beter relativeren. “
“Ondanks de zwakke beursconjunctuur, is de belangstelling voor onze voordrachten en bedrijfsbezoeken zeer groot. We hebben al veel mensen moeten weigeren.”
“Het is gevaarlijk voor de groepssfeer om de aandelen in de portefeuille te verbinden aan de persoon die ze heeft voorgesteld.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier