Hoe Amerika’s glorieuze economie Kamala Harris zou moeten helpen

De democratische presidentskandidaat Kamala Harris tijdens een verkiezingsrally in de staat Georgia. © Joe Raedle/Getty Images

De Verenigde Staten zouden eigenlijk in een recessie moeten zitten. Toen de Federal Reserve de rente het afgelopen jaar in het snelste tempo sinds de jaren tachtig begon te verhogen, hadden maar weinig economen verwacht dat de Amerikaanse economie er zo goed voor zou staan richting de presidentsverkiezingen. Stemmers merken dat op een week voor de verkiezingen. Dat spreekt in het voordeel van Kamala Harris.

Tot enkele maanden geleden dachten de meeste experts nog niet dat de economische toestand zo positief zou zijn in de Verenigde Staten. Sinds begin 2023 groeit de economie er gemiddeld met 2,9 procent per kwartaal (gecorrigeerd voor inflatie en op jaarbasis) – een stuk boven het langjarige gemiddelde. Op 30 oktober publiceren de Verenigde Staten hun cijfers over het bruto binnenlands product (bbp) voor het derde kwartaal. Volgens een betrouwbare modelberekening van de Atlanta Fed zou de economie op jaarbasis met 3,3 procent zijn gegroeid, bijna twee keer meer dan de voorspelling in juli.

En dat is goed nieuws voor Kamala Harris. Niet alleen blijft de groei op peil, door de afname van de inflatie worden de voordelen steeds tastbaarder voor de gemiddelde Amerikaan, die zijn koopkracht ziet verbeteren. Misschien is dat wel de reden waarom consumenten, die al tijden ontevreden waren over de economie, nu eindelijk wat optimistischer worden. Op zichzelf zal dat misschien niet doorslaggevend zijn: de Amerikaanse kiezers geloven nog altijd dat een presidentschap van Trump financieel voordeliger voor hen zou zijn. Toch zorgt de sterke economie voor rugwind voor Harris in de laatste week van haar campagne.

Hoge lonen

Hoewel het bbp een breed en abstract cijfer is, heeft het ook raakvlakken met concrete zaken die burgers merken in hun portemonnee, zoals lonen en prijzen. Voor een model dat de verkiezingsuitkomst probeert te voorspellen, heeft The Economist enkele economische indicatoren geïdentificeerd die mogelijk een rol spelen. Vijf daarvan zijn de moeite waard om in de gaten te houden in aanloop naar de verkiezingen op 5 november: het reële inkomen (gecorrigeerd voor inflatie), de consumptie, de werkloosheid, de inflatie en het consumentenvertrouwen. De recente cijfers lijken allemaal in het voordeel van Harris te spreken.

Beginnen we met het persoonlijk inkomen. In reële termen is het netto-inkomen per hoofd van de Amerikaanse bevolking de afgelopen maanden met ongeveer 2,6 procent gestegen vergeleken met vorig jaar. Dat ligt in lijn met het gemiddelde van vóór de pandemie, met een belangrijk verschil: de snellere groei vorig jaar heeft ervoor gezorgd dat de inkomens nu zelfs hoger liggen dan ze zouden zijn volgens de trend van voor corona. Net voor de uitbraak van covid-19 voorspelde het niet-partijdige Congressional Budget Office dat het reële inkomen per persoon vandaag rond 51.000 dollar zou liggen, terwijl het iets boven 52.000 dollar is uitgekomen.

Heropleving consumptie

De gestegen inkomens hebben de consumptie doen heropleven. In 2022 en 2023, toen de Amerikanen worstelden met een hoge inflatie, vertraagde hun bestedingspatroon. Nu de inflatie afneemt, is hun uitgavenpatroon weer toegenomen. De afgelopen zes maanden is de reële consumptie met 2,8 procent gestegen vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder – de snelste stijging in meer dan twee jaar. Een teken van vertrouwen in de economie.

Er waren zorgen dat die toegenomen uitgaven zouden leiden tot een groeiende schuldenberg bij de Amerikaanse huishoudens, vooral door oplopende creditcardschulden. Maar een aanzienlijke herziening van de inkomenscijfers afgelopen maand laat zien dat de spaarquote nu rond 5 procent ligt, meer dan twee keer zo hoog als begin 2022. Dit suggereert dat de sterke consumptie duurzamer is dan aanvankelijk gedacht.

Gezonde arbeidsmarkt

Aan de basis van die sterke cijfers ligt een gezonde arbeidsmarkt en de verdere daling van de inflatie. Vijf weken geleden, toen de Federal Reserve de rente begon te verlagen, waren er toenemende zorgen over de zwakte van de arbeidsmarkt. Hoewel die zorgen nog niet volledig zijn verdwenen, laten de recente cijfers een geruststellend beeld zien. De werkloosheid daalde de afgelopen twee maanden licht en kwam in september uit op 4,1 procent. De banengroei overtrof de verwachtingen en de arbeidsdeelname onder mensen tussen 25 en 54 jaar, het meest actieve deel van de beroepsbevolking, ligt met bijna 84 procent dicht bij het recordniveau. De inflatie – de grootste bron van ontevredenheid over het economische beleid president Joe Bidens – blijft tegelijk afnemen en nadert 2 procent, het streefcijfer van de Fed.

De ‘miserie-index’, die de werkloosheid en de jaarlijkse inflatie combineert, biedt een eenvoudige manier om te zien hoe de economie het leven van gewone mensen beïnvloedt. In september daalde de index tot 6,5 procent, het laagste niveau sinds begin 2020, toen Donald Trump nog president was.

De Misery Index op InflationData.com

Somber sentiment

Maar merkt de gewone Amerikaan die verbeteringen? Een van de grootste vraagstukken van de afgelopen tijd blijft relevant: ondanks de sterke economie blijft het sentiment onder Amerikanen somber. Aan het begin van dit jaar leek daar eindelijk verandering in te komen, toen een veel gevolgde peiling van de Universiteit van Michigan een scherpe stijging liet zien. De afgelopen maanden zakte die echter weer wat in. Het lijkt nu de enige economische indicator te zijn die tegen Harris werkt.

Bij nadere beschouwing is het sentiment echter misschien niet zo negatief als het lijkt. Een wijziging in de methode van de peiling in april, waarbij werd overgegaan van telefonische naar online-interviews, veroorzaakte een daling van ongeveer 11 procent in de index, volgens een nieuwe studie van de economen Ryan Cummings en Ernie Tedeschi, die beiden voor Biden werkten. Met de oude methode zou de index nu dicht bij het hoogste punt in drie jaar liggen.

Ondertussen toont een alternatieve graadmeter van het economische sentiment – een index van Goldman Sachs, gebaseerd op socialemediaberichten – een rooskleuriger beeld. De stijgende lijn wijst op een duidelijke toename in optimisme de afgelopen zes maanden. Dat is gunstig voor Harris. Mocht Trump winnen op 5 november, dan zal dat ondanks de economische situatie zijn.

Partner Content