HILTONS HONING

Slechts één Belg op zeven eet honing. Weyn’s lokt de anderen met een gratis proefbeurt in een winkel op een topligging.

“Slechts 15 % van de bevolking gebruikt honing. De rest nooit. Je moet dus een enorme toeloop van mensen hebben om de winkels leefbaar te maken. Daarom hebben we alleen winkels in de steden op topliggingen.”

Edmond Weyn brengt het credo van hotelmagnaat Conrad Hilton voor zijn honinghandel ten uitvoer. “Location, location, location”, dat zijn de drie belangrijkste elementen voor een geslaagde verkoop. Vandaag heeft de nv Weyn’s Honingbedrijf vijftien winkels op franchise-basis, waarvan veertien in Vlaanderen en Brussel, en één in Charleroi. “In Vlaanderen wordt uitbreiding moeilijk,” denkt Edmond Weyn.

Een recente reclamecampagne in dagblad Het Volk heeft Weyn nog gesterkt in de overtuiging dat een goede ligging de eerste vereiste is. Lezers kregen een gratis staal honing. De vraag naar het staal was groot, maar de respons achteraf bleek mager.

Edmond Weyn startte in 1968 met de honinghandel. Vandaag leidt hij de nog steeds 100 %-familiezaak, samen met zijn twee dochters Griet en Marianne. De negen werknemers realiseerden vorig jaar een omzet van 65 miljoen frank. 350 ton honing werd uit heel de wereld ingevoerd en in het hoofdkwartier in Beveren verpakt. “De helft van de honing wordt verpakt voor rekening van derden. Wij zijn gespecialiseerd in het in potten steken van (vaste) honing. Dat is een stiel apart.” Van de productie voor rekening van derden verdwijnt 40 % naar het buitenland, vooral naar de buurlanden Duitsland en Nederland. De andere helft van de totale aanvoer is bestemd voor de eigen winkels. “Heel belangrijk is ons ruim assortiment. We laten de mensen proeven in de winkels. We willen absoluut vermijden dat ze met een pot naar huis gaan die ze niet lusten.” Ook de productie voor anderen is bestemd voor de kleine speciaalzaak. Leveren aan de grootwarenhuizen wimpelt Weyn’s af. Niet alleen zijn de winstmarges erg klein, de kwaliteit van het product lijdt onder de massaverkoop.

Weyn’s heeft naar eigen zeggen 20 % van de Belgische markt (2500 ton werd in 1995 op de Belgische markt ingevoerd en bewerkt, deels voor de export). De grootste speler op de Belgische markt is Meli, dat vooral het F1-segment bedient. Het aandeel van de F1 stijgt gestadig, ten koste van de speciaalzaak. Bovendien houdt de consument de knip op de beurs, wat het ruime assortiment aan aanverwante producten betreft. Want Weyn’s heeft, naast de (meest verkochte) pot honing van één kilo, ook cosmetica op basis van koninginnenbrij, snoepjes van propolis, choco met honing, waskaarsen of gelegenheidspakketten.

MARIANNE, EDMOND EN GRIET WEYN (WEYN’S HONINGBEDRIJF) Alleen winkels op toplocaties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content