‘Hier kan snel vijftig man extra aan de slag’
Taste without compromise. De leuze op de site van Incopack zegt volgens oprichter Gilbert Nijs perfect waar ondernemen gisteren, vandaag en morgen voor staat. “Je boekt geen vooruitgang met vrijblijvende gedachteoefeningen. Je moet stelling innemen en tot de actie overgaan.”
Geert Nijs weet waarover hij spreekt. Was hij 25 jaar terug enkel een denker en geen doener geweest, dan was zijn idee om UHT-slagroom in spuitbussen te produceren nooit van de grond gekomen. Vandaag leidt de ambitieuze zestiger een goed draaiend voedingsbedrijf, met vier Limburgse productielocaties.
Incopack ontstond als een reconversievennootschap in de nadagen van de sluiting van de Limburgse mijnen. “Ik wilde altijd al een eigen zaak beginnen en had in de loop der jaren een hoop ervaring opgedaan. Ik kende de markt en wist waar de mogelijkheden lagen.”
Met de hulp van de personeelsdienst van de Kempische Steenkoolmijnen rekruteerde hij uit het oude mijnwerkersbestand zestien arbeiders. Met die ploeg, een paar extra krachten en een degelijk management kon Nijs met de slagroomproductie beginnen.
Goed twintig jaar later stelt Incopack 360 mensen tewerk en draait het een omzet van 150 miljoen euro per jaar. Het moederbedrijf heeft er met All Freez, Eurodesserts en Limelco intussen drie dochterfirma’s bij. Zij staan in voor een gamma gebruiksklare producten, van verse desserts, melkdranken en kazen tot kant-en-klare diepvriesgerechten. Als privatelabelproducent levert Incopack aan verschillende voedings- en huismerken. “Die verscheidenheid maakt dat we ons risico kunnen spreiden en niet te conjunctuurgevoelig zijn. Als de consument van een A-merk plots besluit bij Aldi te kopen, maakt dat voor ons – als leverancier van beide – niet veel uit.”
Honkvast zijn is duur
Incopack realiseert 80 procent van zijn omzet buiten België. Het bedrijf exporteert naar een dertigtal landen, allemaal vanuit het Limburgse platteland. Dat hij honkvast is, geeft Nijs grif toe. “Maar de streek is ook centraal gelegen, ideaal om Europese klanten te bedienen.” Tegelijk beseft de Limburger maar al te goed dat zijn honkvastheid hem geld kost. “Als mijn productie-eenheden in Duitsland zouden liggen, bespaarde ik ongeveer 3,5 miljoen euro aan personeelskosten per jaar. In de privatelabelsector kan dat het verschil maken tussen winst en verlies.”
Nijs ziet de hoge overheidskosten als een zware dobber, voor de groei van zijn bedrijf maar ook voor de algemene werkgelegenheid in de streek. “Ik wil absoluut nog groeien en het liefst vanuit Limburg, maar de loonkosten houden me tegen.”
Vijf plannen liggen te wachten in zijn lade. “Op korte termijn kan hier nog vijftig man extra aan de slag”, weet de Incopack-bestuurder. Alleen moet het beleid mee willen. “We hebben een overheid die veel plant en overlegt, maar voorlopig weinig concreets onderneemt. Bij de mijnsluiting werd destijds een reconversieplan uitgewerkt en tot de actie overgegaan. Werkgevers kregen steun om de vrijgekomen krachten in hun bedrijf te engageren. De leidde tot een boost voor het Limburgse ondernemerschap en voor de werkgelegenheid in de streek. Toen ondernamen we mede dankzij de beleidsmakers, nu gebeurt dat ondanks hen. We moeten terug naar de basis, naar de overtuiging dat mensen graag zaken realiseren en dat die houding moet worden gestimuleerd.”
GOELE GEERAERT, FOTOGRAFIE KRISTOF VRANCKEN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier