‘Het zal nooit genoeg zijn voor wie kapitaal boven arbeid stelt’

Alain Mouton

Julien De Wilde haalt zwaar uit naar de vakbonden. De repliek van de syndicale organisaties is al even scherp.

Trends legde het interview met Julien De Wilde, de ex-CEO van Bekaert en voorzitter van Nyrstar en Agfa-Gevaert, voor aan de voorzitters van de drie vakbonden. Het ABVV wilde ondanks herhaaldelijk aandringen niet reageren. ACV en ACLVB wel.

ACV-voorzitter Marc Leemans is niet onder de indruk. “De Wilde mag nog eens een nummertje wild om zich heen schoppen opvoeren. Dit keer naar de politici, de economen, de juristen en — hoe konden ze ontbreken — de vakbonden. Vorig jaar heette het nochtans: ‘Als wij alleen maar negatief zijn, is het helemaal om zeep, ziet niemand het nog zitten’.”

“Eens goed uitrazen lijkt bevorderlijk voor het psychisch welzijn. En dan heeft dit interview toch iets bijgebracht. Ik hoop dat de heer De Wilde de gemoedsrust terugvindt om met iets meer zorgvuldigheid kennis te nemen van de syndicale standpunten en benaderingen.”

Goed contract voor iedereen

Het actuele sociale thema is het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden. Tegen 8 juli moet de discriminatie in de opzegtermijnen en de carensdag (de eerste ziektedag die bij arbeiders niet wordt uitbetaald) zijn weggewerkt van het Grondwettelijk Hof. Zoals bekend vrezen de werkgevers dat de royale opzegtermijnen van bedienden worden uitgebreid naar die van de arbeiders. Volgens de werkgeversorganisaties doen die de loonkosten aanzienlijk toenemen.

Het ACV relativeert de extra loonkosten en dat schiet bij Julien De Wilde in het verkeerde keelgat. Hij verwijst naar de berekeningen van de christelijke vakbond: het eenheidsstatuut zou de loonkosten met slechts 0,12 procent opdrijven. “Wij hebben nooit beweerd dat het eengemaakte werknemersstatuut slechts 0,12 procent kost”, benadrukt Leemans. “Die 0,12 procent heeft betrekking op de macrokosten van de harmonisering van de opzegtermijnen en het wegwerken van de carensdag. Tot op heden heeft niemand al kunnen aantonen waar we een rekenfout hebben gemaakt. En we hebben altijd gezegd dat dit een macrocijfer is. Dat heb je nu eenmaal nodig om de globale impact op het concurrentievermogen van onze economie in te schatten en correct toepassing te maken van de wet van 1996 op de vrijwaring van het concurrentievermogen. Uiteraard zijn de gevolgen op meso- en microvlak sterk uiteenlopend. Om al die redenen steken we al heel lang de hand uit voor overleg over compensaties voor de extra kosten, met bijzondere aandacht voor industriële sectoren en kmo’s.”

Jan Vercamst, de voorzitter van de liberale ACLVB, vindt dat de vakbonden de voorbije maanden met constructieve voorstellen kwamen. “De deadline van 8 juli komt dichterbij en we wachten nog altijd op een voorstel van de regering dat we nadien evalueren. De ACLVB hoopt op een voorstel waarin alle elementen van het onderscheid tussen arbeiders en bedienden aan bod komen. Voor de liberale vakbond is, naast een goed contract voor iedereen, de motiverings- en hoorplicht voorafgaand aan het ontslag op straffe van een sanctie primordiaal. Wij beseffen dat we in tijden van schaarste leven, maar ook dat we tijden van constante sociale afbraak meemaken. Onze voorstellen over de opzeggingstermijnen en de motiverings- en hoorplicht komen daaraan tegemoet.”

Beter zijn dan de rest

Wat de vakbonden vooral op stang jaagt, is de beschuldiging dat zij niet weten wat wereldwijde concurrentie betekent. “Vakbonden weten heel goed wat concurrentie betekent”, zegt Vercamst. “Ik kan alleen maar constateren dat wij al jaren zeggen dat niet alleen kostenverlagingen tellen, maar dat competitiviteit ook draait om beter zijn dan de rest. Beter betekent vandaag: innovatiever, nieuwe markten aanboren, hogere toegevoegde waarde creëren, inzetten op design, kwaliteit, creativiteit, enzovoort.”

“Dat vereist natuurlijk de durf om risico’s te nemen en investeringen te doen op de lange termijn. Uiteraard zijn er ook creatieve en gemotiveerde werknemers. Dat is een heel ander verhaal dan puur op korte termijn kosten te schrappen zonder te weten wat er morgen nog overblijft. Geef de economie dus terug aan de échte lokale ondernemers in plaats van ons te laten versmachten door anonieme managers en aandeelhouders.”

Marc Leemans wil komaf maken met de bewering dat vakbonden niet geïnteresseerd zijn in het loonkostenprobleem of het ontkennen. “Al jaren pleit het ACV voor een substantiële operatie om de loonkosten te verminderen en onze loonkloof met de buurlanden weg te werken, met name door een tax shift“, benadrukt hij.

“Onze werknemers kosten te veel. Niet door de lonen en de index. Wel omdat onze sociale zekerheid zeer zwaar weegt op loonarbeid en bijgevolg te weinig op andere inkomens, in het bijzonder inkomens uit vermogen. Loonarbeid wordt in België 41 procent zwaarder belast dan kapitaal, lees je in de jongste Europese statistieken. Maar keer op keer wordt onze uitgestoken hand verveeld weggewuifd, onder het mom dat zo’n tax shift slechts tot een broekzak-vestzakoperatie zou leiden.”

Aandacht voor industriebeleid

De Wilde doet in het interview schamper over de 150.000 jobs die gecreëerd kunnen worden door 13 miljard te halen uit de fraudebestrijding. Dat bedrag kan dan gebruikt worden om de loonkosten te verlagen. Dat was een voorstel van het ABVV, maar het ACV wil hier een aantal zaken duidelijk maken. “Het is niet de eerste keuze van het ACV om de alternatieve financiering te zoeken in de bestrijding van de fiscale fraude. Een doorgedreven strijd tegen de fiscale fraude moet eerst en vooral helpen om het deficit en de schuld van de overheid te verminderen. We voeren geen zware verlaging van de socialezekerheidsbijdragen door om achteraf te moeten vaststellen dat de compensaties via nieuwe structurele inkomsten uit fraudebestrijding tegenvallen.”

Vercamst waarschuwt voor toverformules om de bedrijven hier te houden. “Internationale bedrijven worden permanent ondersteund met loonkostenverminderingen, de notionele-intrestaftrek, subsidies allerhande en dan nog trekken sommigen weg. Ik maak mij geen illusies. Geen enkel bod zal ooit genoeg zijn voor diegenen die kapitaal boven arbeid stellen om een zo hoog mogelijke winstmaximalisatie na te streven. Ik hoed mij er wel voor om te spreken over dé ondernemingen en dé vakbonden. Want er zijn heel wat winstgevende bedrijven die wel hun maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen en die op alle begrip uit de vakbondswereld kunnen rekenen.”

Tot slot wil Leemans nog reageren op de waarschuwing van De Wilde over het tanende gewicht van de industrie in onze economie. “Het ACV voert al jaren campagne voor een toekomstgericht en duurzaam industrieel beleid, zowel Europees, nationaal als regionaal. Wij kunnen het ook niet helpen dat industriebeleid lang taboe was. Met Vlaanderen in Actie is die aandacht er wel, zij het nog met onvoldoende tastbare resultaten. Maar kom dat ook niet in de schoenen van de vakbonden schuiven.”

ALAIN MOUTON

“Ik hoop dat de heer De Wilde de gemoedsrust terugvindt om zorgvuldig kennis te nemen van de syndicale standpunten en benaderingen” Marc Leemans, ACV

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content