Het water aan de lippen
Voor de Gentse verfproducent Lippens Paints is het in 2013, na enkele penibele jaren, erop of eronder. CEO Jean-Paul Lippens rekent voor de wederopstanding vooral op een nieuwe coating voor scheepsrompen, die de begroeiing met onderwaterorganismen tegengaat.
Lippens Paints heeft behalve de NMBS en landsverdediging ook constructeurs als de busbouwer Van Hool in zijn klantenbestand. De verfproducent is bovendien al decennia een topspeler in belijningsverf voor voetbalvelden. Maar ondanks die geloofsbrieven zit de Gentse kmo al vier jaar in de rode cijfers. “Het is heel moeilijk. 2013 wordt het cruciale jaar voor de toekomst van het bedrijf”, geeft Jean-Paul Lippens ruiterlijk toe.
Dat Lippens Paints het moeilijk heeft, is volgens de CEO deels het gevolg van twee gedwongen verhuizingen in economisch moeilijke periodes. “Je bent dan aan het werken voor machines en bouwstenen en daardoor ben je dan ook je financiële flexibiliteit grotendeels kwijt”, zegt Lippens. “We zitten in nichemarkten, waarin we moeten proberen mee te gaan met de grote collega’s. We moeten vaststellen dat die multinationals aan flexibiliteit hebben gewonnen door hun organisaties in entiteiten op te delen. Zo zijn het bijna allemaal kleine kmo’s in een groter geheel. De markt is veel moeilijker dan pakweg vijf jaar geleden. Bovendien hebben we de jongste jaren een aantal faillissementen van kleine en grote klanten moeten ondergaan en verwerken. Die waren helaas samen goed voor enkele honderdduizenden euro’s.” Nu Lippens zo verzwakt is, bestaat het gevaar dat geïnteresseerden het bedrijf willen inpalmen, beseft Lippens. “Maar verkopen is mijn persoonlijke prioriteit niet.”
Niet vervuilend
De 63-jarige CEO hoopt vurig dat enkele belangrijke contracten weldra worden afgerond, zodat het bedrijf weer wat ademruimte krijgt. Maar de echte wederopstanding moet vooral komen van LioCyl, een niet-vervuilende coating tegen de begroeiing op scheepsrompen. Die begroeiing of fouling is een gesel voor de scheepvaart, omdat onderwaterorganismen als algen zwaar wegen op de snelheid en het brandstofverbruik van schepen. Onbehandeld kan het verbruik zelfs met tientallen procenten toenemen.
Lippens Paints heeft al acht jaar geleden al een eerste werkzaam product ontwikkeld tegen fouling. Van die coating zijn er nu een vijftal producenten, onder wie Lippens. Die rubberachtig aanvoelende coating is echter kwetsuurgevoelig, de reden waarom Lippens ze slechts kleinschalig op de markt bracht. “We moesten die kwetsuurgevoeligheid uitschakelen. En toen zijn we in contact gekomen met Nanocyl”, blikt Lippens terug. Samen met die Waalse producent van koolstofnanotubes ontwikkelde Lippens LioCyl. Dat product werd onlangs bekroond met een nominatie voor de essenscia innovation award. “Nanocyl is onze partner, maar wij doen de commercialisering. Het komt dus onder Lippens-label op de markt.”
“Ik ga niet zeggen dat wij dé oplossing hebben gevonden. Dat zou iets te pretentieus zijn. Maar wat wij ontwikkeld hebben, is een product zonder biocides en zware metalen”, aldus Lippens. Liocyl is volgens hem niet vergelijkbaar met de huidige antifoulingverven. Die breken algen, mossen en andere begroeiingen op scheepsrompen af, maar zijn vaak milieubelastend. “Ons systeem breekt die begroeiing niet af. Het is wel easy to clean. Wij zeggen niet dat er geen aangroei kan komen. We zeggen alleen dat die aanslag zich niet hecht en heel gemakkelijk te verwijderen is.”
Luxejachten en tankers
“De markt is zeer geïnteresseerd in LioCyl. Het kan dus heel snel gaan, en het marktpotentieel is gigantisch”, zegt Lippens, die erop wijst dat alleen al in Europa ongeveer 7 miljoen jachten varen. “Niet elk jacht heeft nood aan een middel tegen fouling. Maar laat ons de helft of 40 procent van die jachten nemen, en gemiddeld 10 à 15 liter product per jacht rekenen. Dan kom je al snel aan honderdduizenden liters. Als wij ook kunnen bewijzen dat tankers met deze coating brandstof besparen en sneller kunnen varen, dan zal LioCyl ook in die wereld zijn weg vinden”, zegt Lippens, die al startorders op zak heeft in gebieden als de Caraïben of landen als Brazilië, Costa Rica en Panama
LioCyl wordt onder meer getest op een luxejacht dat in de Caraïben vaart. “De eigenaars hebben vastgesteld dat ze 20 procent sneller konden varen”, merkt Lippens op. De verf wordt ook al geruime tijd getest op twee schepen van de Antwerpse reder CMB. “Als wij dit jaar al een heel klein stukje van die markt kunnen bekomen, beschikt Lippens over wapens om de crisis om te buigen”, zegt Lippens. Hij kan bovendien rekenen op interesse van buitenlandse reders als MSC of het Nederlandse Damen, dat zowel luxejachten als tankers bouwt.
Lippens Paints moet vooral de strijd aangaan met enkele machtige multinationals, zoals Hempel, International Paint, Sigma en het Japanse Chugoku. “Ik heb niet de ambitie overal te zijn. Wij kunnen dat niet, de groten wel. Maar de markt is immens. Laten we dus proberen een klein stukje van die markt in te palmen. 2 of 3 procent zou al fantastisch zijn. Maar de markt moet nog altijd gemaakt worden. We moeten dus beide voeten op de grond houden.”
Naam in de militaire wereld
In afwachting van de grote doorbraak met LioCyl, rekent Lippens op goed nieuws uit andere marktsegmenten. Zo zou het eerstdaags een contract in Afrika voor het verven van zwaar militair rollend materieel moeten afronden. In de jaren tachtig vormde de militaire tak de hoofdmoot van de activiteiten van Lippens Paints, dat onder meer leverde aan constructeurs als Mercedes, Volvo, Renault en MAN. Maar die markt is zowel in België als elders fel getaand.
“In het buitenland is er ook een stukje protectionisme waarmee we moeten afrekenen. Maar we hebben als kleine speler nog altijd een naam in de militaire verfwereld.” Lippens Paints was zelfs een van de pioniers van FLAG (Flemish Aerospace Group). “Maar we zijn geen lid meer. Het militaire aspect van FLAG is veel kleiner geworden en aerospace is niet echt onze wereld. We hebben nochtans verf geleverd voor de Ariane-raketten.” Ook op het Russische ruimtestation Mir zat zowaar verf van Lippens. “Misschien 10 liter, maar als je daarvan moet leven…” (lacht)
De militaire verven zijn nu nog goed voor 15 à 20 procent van de business, die voor zowat 62 procent in België wordt gerealiseerd. Lippens haalt onder meer ook inkomsten uit verven voor de industrie en uit nicheproducten zoals de belijning van voetbalvelden, met watergedragen verf in plaats van het uit vroegere jaren bekende kalk en krijt. Lippens is in 1988 zelfs als eerste gestart met belijningsverf, en was daarin lang dé referentie in Europa. “Mijn eerste klant was Real Madrid”, zegt Lippens trots, terwijl hij ons meetroont naar muren vol foto’s en wimpels van de vele Europese topclubs die Lippens-verf op hun velden hebben gebruikt. “Nu gaat dat via dealernetten, dus hebben we nog heel weinig zicht op wie onze producten afneemt.” Maar de concurrentie is duidelijk toegenomen. Ook in België zijn rivalen opgedoken. “Je bent niet gauw sant in eigen land”, besluit Lippens.
BERT LAUWERS
“De markt is zeer geïnteresseerd in LioCyl. Het kan dus heel snel gaan, en het marktpotentieel is gigantisch”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier