‘Het speelveld is niet gelijk’

De staalmarkt kreunt onder overcapaciteit en de import van Chinees staal. Na een miljardenverlies vorig jaar broedt ArcelorMittal op een kapitaalverhoging. Toch maakt de staalfabriek in Gent zich op voor een recordjaar in productie. CEO Matthieu Jehl legt uit waarom.

In zijn mahoniehouten kantoor op de zevende verdieping van de directietoren van ArcelorMittal in Gent oogt Matthieu Jehl wat gespannen. ‘s Werelds grootste staalgroep haalt zwakke resultaten. De onderneming kreunde vorig jaar onder bijzondere waardeverminderingen in haar mijnenafdeling. Dat is te wijten aan de dalende grondstofprijzen en vooral de pijlsnel dalende staalprijzen, door de invoer van goedkoop staal uit China. Voor de eerste keer in tien jaar na de fusie van het Europese Arcelor en het Indiase Mittal, wordt het dividend voor 2015 geschrapt. Meer nog: de onderneming hengelt naar 3 miljard dollar bij haar aandeelhouders voor een kapitaalverhoging.

Half februari ging u voor de eerste keer in uw leven betogen. Samen met uw werknemers en andere staalbaronnen protesteerde u in Brussel tegen de import van Chinees staal tegen dumpingprijzen.

MATTHIEU JEHL. “We wilden de politici een duidelijk signaal geven. Iedereen deed mee, werknemers, directie, vakbonden. We hebben een gemeenschappelijk belang: onze industrie wordt kapotgemaakt door oneerlijke concurrentie. Het is nu zeer, zeer ernstig. Politici, doe er iets aan, voor het te laat is.”

Kunnen staalbaronnen niet beter lobbyen bij de Europese Commissie?

JEHL. “Ik houd niet van dat woord lobbyen. Het heeft een negatieve bijklank. Uiteraard discussiëren we op alle niveaus. In het Europees Parlement, de Commissie, de lidstaten. Het probleem van de Chinese import is heel dringend. En het is buitensporig gegroeid de voorbije maanden. De staalprijzen zijn zeer laag. De Chinese groei vertraagt en de Chinese staalproducenten exporteren. Welk continent is nog het meest toegankelijk voor import? Europa. Andere werelddelen hebben hun markten inmiddels afgeschermd.”

Concurrentie is toch gezond?

JEHL. “We willen graag concurreren met de hele wereld. Maar dat moet op een eerlijke manier gebeuren. Ik heb geen schrik van de Chinezen, zolang ze met gelijke wapens strijden. Dat is het probleem. Het speelveld is niet gelijk. De Chinese staalbedrijven worden gesubsidieerd. Ze opereren niet in een vrije markt. Ze bieden oneerlijke prijzen aan.”

De Europese Commissie heeft toch invoerheffingen aangekondigd?

JEHL. “Dat gaat allemaal veel te traag. Begin deze maand zijn er voorlopige antidumpingmaatregelen genomen. Onze klacht dateert al van oktober 2014. De Europese Commissie heeft vijftien maanden nodig gehad. In die tijd kan een speler een markt volledig kapotmaken. Dat moet dus veel sneller. In de Verenigde Staten duurt zo’n procedure drie maanden. En de antidumpingmaatregelen die nu van kracht zijn gelden slechts voor een deel van de staalproducten.”

Kunnen betere producten geen tegenwicht vormen?

JEHL. “We hebben inderdaad gespecialiseerde producten, met toegevoegde waarde. We zijn goed in heel korte levertermijnen. Maar dat volstaat niet. Als de algemene marktprijs daalt, is die impact ook voelbaar in staalproducten met een hoge toegevoegde waarde. En als je wil produceren op volle capaciteit, moet je alles kunnen produceren, ook producten van hoge volumes met minder toegevoegde waarde.”

De fabriek in Gent draait inderdaad op volle capaciteit. Dat lijkt wat paradoxaal bij al dat Chinees geklaag?

JEHL. “ArcelorMittal concentreerde vanaf 2012 de productie in de beste fabrieken van de groep. Het gevolg is dat alle Europese fabrieken vandaag een heel hoge capaciteitsbenutting hebben. Gent is op dat vlak geen uitzondering. De fabriek draait vandaag op volle kracht. We verwachten voor 2016 opnieuw een recordjaar voor de productie.”

Gent staat voor een verkoop van 4,85 miljoen ton staal op een groepstotaal van bijna 85 miljoen ton. Dat is bijna 6 procent. Is Gent daarmee de grootste fabriek?

JEHL. “In Europa is Gent de tweede grootste fabriek voor de productie van vloeibaar staal, na Duinkerken. Maar in toegevoegde waarde, de productieketting van begin tot einde, is Gent inderdaad de grootste in Europa. Wereldwijd hebben we nog grotere fabrieken, maar die maken andere types staal.”

Gent mag dan wel de grootste zijn in toegevoegde waarde, het is ook de duurste in loonkosten. Merkt u al een effect van de federale regeringsmaatregelen voor de verlaging van de loonlasten?

JEHL. “Langzaam, heel langzaam. Er gaapt nog altijd een kloof met Duitsland en Frankrijk. Als België 100 betekent, dan staat de teller in Duitsland en Frankrijk op 80. We proberen dat te compenseren door een hogere productiviteit. Ook de andere fabrieken gaan vooruit in productiviteit.”

Hoeveel procent van de productiekosten bedragen de loonkosten?

JEHL. “Een derde van onze totale kosten zijn vaste, twee derde zijn variabele kosten. Variabel zijn vooral grondstoffen en energie. We hebben weinig vat op de prijsvorming van de grondstoffen en de energieprijzen. We kunnen hooguit de factuur drukken via een betere procesbeheersing en meer energie-efficiëntie. Maar onze vaste kosten kunnen we wel beperken. Die bedragen 2 miljoen euro per dag. Per dag! En twee derde daarvan houdt rechtstreeks verband met de personeelskosten. Het is dus cruciaal dat we voortdurend aandacht hebben voor productiviteitsstijging, want dat drukt de vaste kosten.”

Dat lukt blijkbaar, want in Europa is Gent de kopman in productiekosten.

JEHL. “Gent was inderdaad de beste in 2014 en 2015. Het klinkt dus wat paradoxaal. We hebben de hoogste loonkosten. Maar omdat we continu aan productiviteits- en procesverbetering werken, kunnen we in het koppeloton blijven. Soms zakken we af naar de tweede plaats, maar we blijven wel vooraan fietsen.”

U hebt al veel fabrieken gezien en geleid in de groep. Hoe scoort Gent?

JEHL. “Het is een heel goede fabriek. Alleen al de bouw van de fabriek, alles is heel goed geïntegreerd op één site. Dat levert heel veel voordelen in logistiek en energie-efficiëntie. Er is de zeehaven, de verbinding met de universiteit en goede hogescholen. We vinden goede ingenieurs en hooggeschoolde mensen, maar ook technische vakmensen. We hebben ook klanten in de buurt, zoals Volvo. Dat alles creëert een symbiose. Vlaanderen heeft een goede ondernemersgeest. Werknemers willen samen met het bedrijf vooruit. Al die elementen samen maken van Gent een van de mooiste, misschien zelfs de mooiste fabriek van de groep.”

Wolfgang Riepl, fotografie Emy Elleboog

“We willen graag concurreren met de hele wereld. Maar dat moet op een eerlijke manier gebeuren”

“Ik heb geen schrik van de Chinezen, zolang ze met gelijke wapens strijden”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content