Het postleven zoals het hoort
De nieuwe CEO van De Post, Johnny Thijs, moet dringend het vliegtuig naar Stockholm nemen. De Zweedse post werkt er al negen jaar in een volledig geliberaliseerde markt. De Zweden laten zien hoe postkantoren moeten worden beheerd en vakbondsrelaties horen te verlopen.
Hem raden we zeker geen reis naar Zweden aan. Het zou te frustrerend zijn. Want daar is Lennart Grabe, ex- Ericsson en sinds april 1999 chief executive officer (CEO) van Posten, de Zweedse post, net gestart met de sluiting van alle 1350 postkantoren. Van het eerste tot het laatste. Er komen wel 3100 nieuwe verkooppunten in de plaats: 400 postcentra voor bedrijven en 2700 verkoophoeken in kruidenierszaken, benzinestations en dergelijke meer. Een gigantische operatie die bijna het hele jaar in beslag zal nemen.
“De omvorming heeft tot doel Posten toegankelijker te maken,” zegt Lena Rydenstam, directeur van het kantorennet van Posten. “De winkels zijn tot 20 uur ‘s avonds open, zes dagen per week. Je kunt er pakketten ophalen en versturen, brieven versturen, zegels kopen.” De achilleshiel van de operatie is de kwaliteit van de dienstverlening. Van ervaren postkantoorbeambten verschuift de service naar kruideniers en uitbaters van tankstations, voor wie post geen hoofdtaak is. Zij zullen een opleiding krijgen, hebben een directe lijn naar het callcenter en een pc met informatie over alle producten. “Het zal ons ook verplichten tot het vereenvoudigen van onze producten,” zegt Lennart Grabe (55), die een jaarloon van 380.000 euro opstrijkt (aangevuld met een pensioenbijdrage van 204.000 euro).
Het nieuwe distributienet vergt een investering van bijna 97 miljoen euro, maar zal wel een jaarlijkse besparing van 27 miljoen euro opleveren. De 5000 werknemers in het netwerk worden er immers 2000. Over die vermindering – gespreid over twee jaar – is er een akkoord met de vakbonden gesloten.
“De onderhandelingen met de vakbonden waren geen groot probleem,” zegt Lena Rydenstam. Daar zal Johnny Thijs van opkijken. “Samenwerken is voor ons het motto,” zegt Björn Nystrom van Saco, de postvakbond die de kaderleden groepeert. “Er zijn in de omvorming van Posten naar een echt bedrijf wel strijdpunten geweest, maar geen enkele staking. Ook de vakbond denkt dat de liberalisering een positief effect heeft gehad. Het heeft geen zin altijd maar nee te zeggen.”
Volledige liberalisering
Zweden is een van de drie landen in de wereld waar de postmarkt volledig is geliberaliseerd. Iedereen die zin heeft, kan er een postbedrijf beginnen. Schaf een fiets of een auto aan, zet een paar postbussen neer, druk zegels en je bent vertrokken. Zo zijn er ongeveer 45 kleine postbedrijfjes – met in totaal circa 1500 werknemers – die in de landelijke gebieden enkele gemeenten bedienen. Het is concurrentie, maar echt wakker liggen hoeft Posten niet. Het heeft nog steeds 95% van de markt. Maar in het segment van de voorgesorteerde post van bedrijven (en dat is 55% van het totale aantal brieven) heeft concurrent CityMail Sweden 20% à 30% marktaandeel (zie kader: “CityMail doet ons pijn”). Het heeft Posten verplicht tot een hoge efficiëntie.
CityMail ligt aan de grondslag van de liberalisering. In 1991 ging het van start in Stockholm. Posten zette meteen een gerechtelijke procedure in voor het doorbreken van zijn monopolie. Het werd een aanslepende juridische strijd waarin de liberale regering in 1993 plots ingreep door het monopolie af te schaffen.
“We waren daar niet echt tegen gekant,” zegt Sture Wallander, vice-president van Posten. “De belangrijkste markt is die van business-to-consumer, hoofdzakelijk reclamedrukwerk en direct mail. Onze concurrenten in die markt zijn kranten en televisie, niet de andere postbedrijven. Het was duidelijk dat een monopolie daartegen geen bescherming zou bieden. Vandaar dat het goed was het monopolie af te schaffen.”
De Zweedse geliberaliseerde markt is een voorbeeld voor Europa, waar conservatieve landen als Frankrijk en België de opening van de postmarkt zo lang mogelijk proberen tegen te houden en daar ook goed in slagen. Volgens het compromis van eind vorig jaar – dat VLD-minister Rik Daems als een liberale triomf trachtte te verkopen – zal in 2006 een volgende schuchtere stap worden gezet en zou tegen 2009 de markt volledig vrij worden.
In Zweden heeft Posten na de liberalisering de verplichting van de ‘universele dienstverlening’ opgelegd gekregen. Dat betekent dat alle Zweden op elke werkdag moeten worden beleverd. “De postale kant wordt niet gesubsidieerd, omdat een landelijk netwerk meer voordelen dan nadelen heeft,” zegt Sten Selander, directeur van PTS, de post- en telecomwaakhond. Ook dat moet een koude douche zijn voor het Belgische postmanagement, dat rekent op enkele miljarden voor die universele dienstverlening. Voor de verplichting om financiële basisverrichtingen te blijven garanderen na de verkoop van Postgirot, de Zweedse postbank, krijgt Posten wel 43 miljoen euro.
De liberalisering heeft vooral positieve gevolgen voor de bedrijven gehad. Selander: “In de voorgesorteerde mail zijn de prijzen gedaald als gevolg van de concurrentie ( nvdr – van 4,8 naar 2,75 kronen). In de gewone brievenmarkt heeft de concurrentie een symbolische halve procent marktaandeel en daarom worden de prijzen daar gereguleerd door een prijsstop.” Sinds 1997 is er geen verhoging van de zegelprijs geweest. Wat niet belet dat sinds 1990 de verhoging 75% bedraagt (hoofdzakelijk door een eenmalige verhoging van 30% in 1997 omdat de prijsbeperking toen niet goed geregeld was en door de invoering van 25% BTW).
Verlieslatend internet
Posten heeft zijn strategie vastgelegd. In 1999 werd beslist de financiële tak af te stoten, wat pas in december vorig jaar resulteerde in een verkoop voor circa 485 miljoen euro aan Nordbanken. Posten gaat zich nu toeleggen op brievenpost, internet en logistiek.
Ook in de internettoepassingen is de Zweedse post een interessant voorbeeld voor het Belgische postwezen, want in het strategische plan van Frans Rombouts – waarvan Johnny Thijs heeft gezegd dat hij het zal behouden – ligt een zware nadruk op het internet.
Posten heeft tot nu toe bloedrode cijfers geschreven met zijn elektronische initiatieven. In 2000 werd een bescheiden omzet geboekt van 7 miljoen euro en een verlies van 8,6 miljoen euro. De grootste mislukking werd Torget, een portaal voor e-business dat in oktober 1996 werd gestart. Eind vorig jaar werd Torget verkocht, Posten houdt nog slechts 15% aan. Lennart Grabe relativeert: “Met Torget wilden we alleen de e-commerce versterken om zo meer trafiek van pakjes te genereren. En dat hebben we ook gedaan. Maar Torget droeg onvoldoende bij tot de bottom line. We hebben beslist ons te concentreren op de ontwikkeling van Posten.se, onze eigen internetsite waarlangs we diensten verkopen.”
De andere webinitiatieven worden wel aangehouden. Zo is er het e-government, waar ook De Post op mikt. “Posten heeft een infrastructuur ontwikkeld waarover nu eensgezindheid bestaat,” zeggen Hellen Wilstrand en Karin Norman van de divisie e-government van Posten. “We kunnen daar vanaf nu toepassingen rond bouwen. Het doel is verschillende overheidsinstellingen aan elkaar te koppelen. Voor die instellingen afzonderlijk is de ontwikkeling van zo’n infrastructuur veel te duur. Een voorbeeld is de aanvraag van een rijbewijs voor professioneel gebruik. We kunnen de procedure inkorten van drie maanden tot twee à drie dagen. We rekenen een commissie aan voor het gebruik van de infrastructuur.”
In België staan we nog niet zover. De Post en Belgacom ontwikkelen elk hun platform. De vorige week aangekondigde toepassing – het aanvragen van autonummerplaten via elektronische weg – wordt niet opgezet met De Post.
Ook op het vlak van de ePostbox is er een achterstand. De ePostbox van De Post zit momenteel in een testfase. De Zweedse is al volledig operationeel sinds december vorig jaar. Bedrijven kunnen facturen en andere documenten naar de elektronische postbus van een klant sturen. In de toekomst zal er een directe link naar bankprogramma’s komen, waardoor facturen meteen voor betaling kunnen worden doorgestuurd. Er zijn elf bedrijven bij aangesloten en 3500 ontvangers, maar pas in maart zal het systeem groots worden aangekondigd. Dit jaar mikt Posten op honderd bedrijven en 250.000 à 300.000 ontvangers.
Een ander programma is het ontwikkelen van elektronische identiteitskaarten die een digitale handtekening bevatten. Posten heeft al 100.000 kaarten uitgereikt. De potentiële markt zou rond een miljoen draaien. “De belangrijkste toepassingen zullen zaken worden zoals de toegang tot computer of beveiligde e-mail,” zegt Evald Persson, marketing manager eSecurity Posten, die toegeeft dat het project veel geld heeft gekost en dat de toepassingen nog moeten groeien voor er winst kan worden geboekt.
Logistiek potentieel
De tweede poot van Posten wordt de logistiek. En daar ligt een belangrijk en ook logisch verschil met de Belgische post. België zit als klein landje geprangd tussen Nederland, Duitsland en Frankrijk, waar de respectieve postbedrijven grote logistieke spelers zijn. Het strategisch plan van De Post heeft dan ook beslist de logistiek aan zich te laten voorbijgaan. Zweden daarentegen kan zich in Noord-Europa nog wel opwerken tot een belangrijke speler.
Posten heeft in de voorbije jaren pakjesbedrijven gekocht in Denemarken, Noorwegen en Finland. Het heeft een eigen organisatie opgezet in de Baltische Staten en zich in Zweden zelf verder uitgebouwd. Eind vorig jaar werd een samenwerkingsovereenkomst getekend met het Franse La Poste en zijn dochters, het pakjesbedrijf DPD (Direct Parcel Distribution) en de koerier Chronopost.
Lennart Grabe: “We hebben niet de middelen om een wereldwijd netwerk uit te bouwen. Dat kan alleen door een alliantie met een partner. We zijn geen Deutsche Post dat beursgenoteerd is en een monopolie heeft.”
“Het is moeilijk om hier de eindjes aan elkaar te knopen,” zegt Grabe. “We moeten extreem efficiënt zijn en erg kostenbewust.” Posten heeft zijn kassa gespekt door twee belangrijke operaties: de verkoop van Postgirot en de sale-and-leaseback van al het vastgoed in december vorig jaar, een operatie van 237 miljoen euro. Tegelijkertijd werd een ambitieus administratief besparingsprogramma aangekondigd: 25% minder kosten in vier jaar tijd. Dat moet ruim 100 miljoen euro opleveren.
Posten heeft dat nodig, want de cijfers staan onder druk. In de eerste negen maanden van 2001 bedroeg de bedrijfswinst 42,6 miljoen euro, maar als het inmiddels verkochte Postgirot er wordt uitgelaten, werd er een bedrijfsverlies genoteerd van 16 miljoen euro. In 2000 was dat cijfer nog positief (21,6 miljoen op een omzet van 2,4 miljard euro). Toen zorgden eenmalige kosten voor een nettoverlies van 160 miljoen euro. En 2002 zal negatief worden beïnvloed door de investeringen in het kantorennetwerk. Lennart Grabe verwacht pas in 2003 en 2004 weer mooie cijfers.
Logistiek vergt veel geld. Straks zijn de extraatjes die nu gecreëerd werden, opgesoupeerd. Wordt een beursgang dan onvermijdelijk? Grabe: “Er zijn voor ons drie mogelijkheden: kapitaal krijgen via het staatsbudget, via de kapitaalmarkt of niet groeien. In ons businessplan dat tot 2004 loopt, kunnen we ons financieren met eigen middelen. Het is aan de eigenaar om te beslissen.”
Guido Muelenaer
Het Zweedse Posten sluit 1350 postkantoren. In de plaats komen verkooppunten in kruidenierszaken en benzinestations.
Iedereen in Zweden kan een postbedrijf beginnen: schaf een fiets aan, zet wat postbussen neer, druk zegels en je bent vertrokken.
De liberalisering van de post in Zweden heeft vooral positieve gevolgen voor de bedrijven gehad.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier