HET POLITIEKe TESTAMENT VAN VERHOFSTADT

In een klooster in Pienza, waar ik een deel van mijn vakantie doorbracht, las ik een oud boekje: “Le politisme” van Christophe de Landsheer (Quorum, 1994). Het gaat over de nieuwe partij VLD, met als boegbeeld Guy Verhofstadt. Het actualiteits-gehalte is frapperend.

Tussen informateurs, formateurs, verkenners en formateurs-bis in tandemformule, zou men vergeten dat we nog steeds een aftredende premier hebben. De lectuur was voor mij de aanleiding om even terug te blikken, in alle sereniteit, op acht jaar, beter vijftien jaar, Verhofstadt. Het is immers vijftien jaar geleden dat hij zijn Burgermanifest publiceerde, waarbij de toenmalige PVV werd omgetoverd tot VLD. Om tot een échte burgerdemocratie te komen, stelde Verhofstadt negen maatregelen voor: einde van de opkomstplicht, afschaffing van het tweekamerstelsel, tegengaan van de proliferatie van kabinetten door de uitvoerende macht te beperken, voorverkiezingen bij lijstsamenstellingen, referenda over cruciale kwesties, een Hof van de mensenrechten, mogelijkheid voor belastingsplichtigen om de bestemming te bepalen van deel van hun te betalen belastingen, het recht om “uit de staat” te stappen, nieuwe grondwettelijke rechten ondermeer met betrekking tot het milieu.

Dat negenpunten programma blijft actueel, alleen al omdat bijna geen enkel punt werd uitgevoerd. De opkomstplicht is nog niet afgeschaft. De Senaat ook niet. De kabinetten worden bij elke regeringswissel groter. De voorverkiezingen voor de lijstsamenstelling zijn slechts gedeeltelijk ingeburgerd. Belangrijke kwesties, zoals de staatshervorming, gebeuren niet op basis van referenda maar over de hoofden van de burger heen. Een Hof voor de mensenrechten werd opgericht. De belastingbetaler kan niet zelf de bestemming kiezen van een deel van zijn belastinggeld. Het recht om uit de staat te stappen bestaat evenmin, net als de bijkomende grondwettelijke rechten. Als professor in een heel goede bui zou ik zeggen twee op tien, een niet-delibereerbaar geval.

Einde van het cliëntilisme

Naast de negen concrete punten stonden nog heel interessante ideeën in het Burgermanifest. Om de onafhankelijkheid van politici te garanderen, mogen zij geen mandaten in publieke of semipublieke organisaties of bedrijven bekleden, en iedere vorm van cliëntilisme, leugen, nepotisme of fraude moet onvoorwaardelijk worden veroordeeld. De feiten die de pers halen, om over de andere maar te zwijgen, liegen er niet om en Wallonië heeft niet langer een monopolie op wanpraktijken. Het is trouwens de VLD zelf die, en dit in tegenstelling tot de MR in Wallonië, een unieke kans voor depolitisering van de Vlaamse administratie heeft laten liggen, in ruil voor een inhaaloperatie (meer VLD-topambtenaren) bij de gigantische benoemingstrein, in 2006, in het kader van “beter bestuurlijk beleid”.

Nu een jaar later creëert men zelfs organisaties met als énig doel mensen te benoemen. Hercules is een mooi voorbeeld hiervan. Een organisatie werd opgericht om één subsidiemaatregel te beheren die zonder probleem door één van de bestaande organisaties had kunnen worden beheerd en dit tegen alle officiële adviezen in. De leidende ambtenaar, een officieuze kabinetsmedewerker, wordt benoemd zonder dat er énige open vacature of evaluatie aan te pas komt, daarbij alle basisprincipes van het beter bestuurlijk beleid verkrachtend. De naam van de organisatie is alvast goed gekozen: de mythologische figuur Hercules is geboren uit de verkrachting door Zeus van Alcmene. Opdat zij het niet zou merken, nam Zeus de gedaante aan van haar man. Bij een moderne jury zou hij veroordeeld worden, schrijft Alastair Blanshard in zijn biografie over Hercules (Globe 2007).

De schrijver van het Burgermanifest moet lijdzaam toezien hoe de miskenning van de burgerdemocratie ons terugkatapulteert naar de tijd die zelfs de oude politieke cultuur onwaardig was. Het recente Oesorapport over bestuur in België geeft het Burgermanifest gelijk. De uitgebreide kabinetten zijn een domper op goed bestuur, schrijft de internationale organisatie, en België is een van de weinige landen die nog over deze organen beschikt. Hun werking en leiding ontsnapt aan iedere vorm van evaluatie of controle. Managementfuncties op administraties zijn gepolitiseerd. De daaruit voortvloeiende inefficiëntie kost de burger jaarlijks miljoenen euro, die ongeveer het dubbel bedragen als de geschatte transfers van Vlaanderen naar Wallonië. In plaats van een communautair pact hebben wij meer behoefte aan een efficiëntiepact met de burger, waarbij politieke consensus wordt bereikt over de kerntaken van de overheid, inkrimping van de kabinetten, en depolitisering en afslanking van administraties. De burger, uitzondering makend van de kleine schare begunstigden, zou er gevoelig beter van worden.

Visionair

Het Burgermanifest is vijftien jaar oud en blijft een visionair document geschreven door een visionaire politicus. Mits enige actualisering blijft dit document een blauwdruk voor goed bestuur, die naam waardig. Het eigenbelang en de coalitiecultuur in België – met een inherente tendens tot compromissen, afvlakking en middelmatigheid – maakt echter dat deze visie weinig kans op slagen heeft in onze grassprietmaatschappij. Het Verhofstadteffect kon dan ook geen Sarkozygehalte hebben. Maar de visie onderliggend aan het Burgermanifest blijft wat België te doen staat als wij niet willen ondergaan aan zelfgenoegzaamheid en zelfbedieningscultuur. Of zoals Verhofstadt het zelf schreef: “Hoe meer een maatschappij is gepolitiseerd, hoe minder efficiënt zij is”. Misschien komt er een geactualiseerde versie van het Burgermanifest vanuit Toscane.

Reacties: blikvanaernaoudt@trends.be

Rudy Aernoudt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content