Het nieuwe profiel van de grootbanken
Enkele kleine spaarbanken verlagen tijdens Batibouw hun hypotheekrente. Maar de grootbanken volgen deze keer niet. In welke mate veranderen de agressieve prijsbrekers het klassieke profiel van de grootbanken?
De banken slaan dit jaar de kandidaat-bouwers en -kopers niet met verpletterende voorwaarden om de oren naar aanleiding van Batibouw. Woonkredieten zijn een stukje duurder dan twee jaar geleden en dat ligt niet alleen aan het niveau van de langetermijnrente. De banken hebben besloten dat prijsbreken geen rendabele zaak is. Als één bank het basistarief met een kwart- of een halfpunt laat zakken, volgen immers automatisch ook de andere banken. Daar wordt niemand beter van, tenzij de klant.
Mythe 1. Het woonkrediet is de hoeksteen van de relatie bank-gezin
De markt voor woonkredieten is bikkelhard in België. De banken begrepen eind de jaren tachtig dat de hypotheek de hoeksteen van de relatie tussen bank en gezin is. In België streeft het modale gezin ernaar zijn eigen woning te bezitten. Hypothecaire leningen worden dan ook op vrij jonge leeftijd afgesloten.
In de golf van bankfusies en -overnames van de voorbije jaren zijn de banken erg gebrand op marktaandeel. Ze waren bereid de voorwaarden voor woonkredieten flink te rekken, omdat de brandverzekering, schuldsaldoverzekering en domiciliëring van het loon van de kredietnemer het verlies konden compenseren. In 1999 bereikten de woonkredieten tijdens Batibouw nooit geziene bodems. Gedurende enkele maanden konden kandidaat-kopers een hypotheekrente van iets minder dan 5% krijgen. Dit jaar blijven we in elk geval boven de 6%.
De rentegekte rond Batibouw zorgde ook voor een forse toename van de administratieve kosten, zegt Eric De Keuleneer, voorzitter van het directiecomité bij het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet. “Batibouw is nu goed voor meer dan de helft van alle woningkredietdossiers. Dat is administratief moeilijk te volgen. Onze bedienden moeten tijdens de maanden volgend op de beurs ‘s avonds en in het weekend doorwerken om alle dossiers rond te krijgen. En klanten moeten lang wachten op de afhandeling van hun dossier. Er bestaat geen objectieve reden om deze activiteit seizoensgebonden te verkopen.”
Mythe 2. Banken boeken schitterende winstcijfers
Ondertussen likken de banken hun wonden. Hoewel de banken voor 1999 schitterende resultaten konden voorleggen, blijkt uit de jaarrekeningen dat de kernactiviteit minder winstgevend geworden is. De kernactiviteit is traditioneel gericht op de rentemarge (het verschil tussen de rente op de aangetrokken middelen en de rente op de verstrekte kredieten). De rentemarge bedroeg in 1999 nauwelijks meer dan 1%. De inkomsten uit woonkredieten worden nog eens verminderd door vergoedingen voor bemiddelaars zoals zelfstandige agenten, aannemers, vastgoedmakelaars en notarissen.
“De marge is aan sanering toe,” zegt Marc Verboven, directeur product management bij Fortis. “De marge is veel geringer in België dan in de buurlanden. Dat is ook de reden waarom buitenlandse banken nauwelijks interesse tonen voor de woonkredietmarkt in België. Een aantal belangrijke kostelementen worden in ons land niet of nauwelijks doorgerekend in de prijs van het krediet. Dat kan niet blijven duren. Dat is geen goed financieel beheer.”
De winst van de banken groeide in 1999 met 40%. Dat hadden ze vooral te danken aan de hoge rentabiliteit van hun effecten- en beursactiviteiten. De vooruitzichten op de financiële markten zijn nu echter minder gunstig. Dat verklaart ten dele waarom banken minder enthousiast zijn om hun nek uit te steken voor kredieten. Temeer daar de meeste grootbanken in ons land met een kater zitten na enkele recente tegenslagen in kredietdossiers bij technologiebedrijven zoals Lernout & Hauspie en Real Software.
Mythe 3. Het riscioprofiel van banken is laag
De tariefpolitiek wordt ook sterk beïnvloed door de internationale reglementering van bankactiviteiten. Dat reglement wordt opgelegd door het Bazelcomité. Het Bazelcomité is een emanatie van de Bank voor Internationale Betalingen. Het Comité houdt toezicht op de financiële stabiliteit van de banken en doet aanbevelingen voor een beter toezicht op bankrisico’s. Een van de aanbevelingen van het Bazelcomité luidt dat de financiële instellingen hun reserves voor kredieten in functie van het totale risicoprofiel van de kredietnemer moeten berekenen. Het Bazelcomité wenst risicoratio’s van geëffectiseerde en niet-geëffectiseerde kredieten te onderscheiden. De eerste worden verondersteld minder risicovol te zijn dan de laatste. Als de deposito’s slinken, zijn de banken geneigd de uitstaande schuldvorderingen door te verkopen in de vorm van effecten. Zo maken ze hun vastgelegde geld weer liquide en beschikbaar.
Ook hypotheekleningen worden geëffectiseerd, hoewel deze praktijk in België veel minder courant is. Onrendabele contracten komen namelijk niet in aanmerking voor verhandeling als effecten. Banken die ten gevolge van de geringe winstmarge hun leningen niet in effecten kunnen omzetten, zullen meer eigen middelen moeten inbrengen op hun balans.
Mythe 4. De bank is de ideale tussenpersoon
Na decennia van branchevervaging in de bankwereld, waarbij banken verzekeringen verkochten en verzekeringsmaatschappijen kredieten verkochten, zou de tendens zich wel eens kunnen omkeren. Spaarbanken worden dan weer spaarbanken, kredietinstellingen weer kredietinstellingen. Het zijn dit jaar precies de kleinere banken, Argenta voorop, die naar aanleiding van Batibouw eenzijdig de tarieven hebben verlaagd. Net als veel kleinere banken werkt Argenta zonder volwaardig kantorennetwerk. De kosten zijn dan ook veel geringer.
De grote banken met hun uitgebreide kantorennetwerk tonen zich al enkele jaren minder enthousiast over de kleine particulier. Nadat ze wedijverden om de gunsten van de massa, hebben ze nu weer de neiging de kleine klant af te stoten. De man in de straat brengt steeds minder geld in het laatje. Hij heeft de onhebbelijke neiging zijn eigen boontjes te doppen, zonder het advies van de bank. Een lening hier, een rekening daar, een verzekering weer elders. Klanten betalen naar eigen goeddunken hun leningen vervroegd af, of vragen herzieningen allerhand. De totaalklant blijkt een fata morgana. Hij ontsnapt aan de horizon.
Ook banken in onze buurlanden moeten de ontrouw van hun klanten verdragen. In Nederland heeft ABN AMRO aangekondigd het aantal kantoren van 850 terug te brengen tot 550. De banken verleggen hun aandacht naar corporate banking, merchant banking en investment banking. De tendens is ook in ons land merkbaar, net als in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. De commissie-inkomsten zouden de komende jaren moeten toenemen om de slinkende rente-inkomsten te compenseren.
Michèle Van der Plaetsen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier