Het nieuwe Congo-affairisme
Minister Louis Michel ontkent nauwe banden te hebben met mijnindustrieel George Forrest. Maar waarom worden er dan vertrouwelijke rapporten van Buitenlandse Zaken naar Congo doorgesluisd?
Er is beroering in Belgische diplomatieke kringen in Congo over het feit dat recente kritische rapporten bestemd voor Buitenlandse Zaken (BZ) in Brussel over de Belgische mijnuitbater George Forrest nog dezelfde dag bij hem in Lubumbashi terechtkomen. Dat roept de vraag op naar het waarom van de lekken en heeft consequenties voor kaderleden van de Congolese mijngroep Gécamines ( GCM). Sommigen worden ten gevolge van die lekken sinds midden april zwaar onder druk gezet en beweren zelfs bedreigd te worden.
In een recent interview met het weekblad Knack wond minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel ( PRL) zich op over de vraag naar bevoorrechte relaties met George Forrest in Congo. Michel ontkende ten stelligste. En inderdaad, de geruchten over betrokkenheid van zijn zoon Charles in mijnprojecten van Forrest lijken ongegrond. Maar verschillende bronnen die zijn belangrijkste mijnprojecten, het dossier van Société des Terrils de Lubumbashi ( STL), van nabij opvolgden, laten verstaan dat er politieke druk vanuit liberale hoek werd uitgeoefend op de Delcrederedienst ( NDD) om – na een veto van Financiën en Buitenlandse Handel – toch een staatswaarborg voor dat STL-project van Forrest te forceren. Werd Louis Michel misleid?
Op z’n minst is een parlementair onderzoek naar het STL-project (het afromen van mineralen uit afvalbergen) en de toedracht van de NDD-dekking gewenst. Want van bij de start rezen er vragen over de manier waarop Forrest en zijn Amerikaans-Finse partner OMG in de STL-deal Gécamines en de Congolese schatkist benadelen (zie Trends, 25 januari 2001).
Zelf de buit binnenhalen
De diplomatieke rapporten klagen aan hoe Forrest systematisch projecten tegenwerkt van andere potentiële investeerders in GCM. De man heeft invloed, want heeft als geen ander politieke en zakelijke connecties in de mijnprovincie. “Wie in Katanga wil ademhalen, moet bij Forrest een zuurstofmasker halen,” aldus de gangbare boutade.
De mijnproductie was ooit de belangrijkste inkomstenbron voor de Congolese staatskas, maar zit op een absoluut dieptepunt. Omdat – aldus de vanuit BZ gelekte en onrechtmatig naar Congo terugkerende rapporten – Forrest een wederopstanding van sommige GCM-activiteiten ondermijnt. Door interne obstructie van zijn mannetjes in het management van Gécamines en georkestreerde perscampagnes, raken alternatieve investeringsdossiers op de lange baan. Door concurrenten het leven zuur te maken, wil groep Forrest de leefbare brokken naar zich toe halen, heet het in de BZ-rapporten. Bovendien worden hier Belgische diplomatieke verslagen bezorgd aan Forrest, die tevens ereconsul van Frankrijk is.
Momenteel gaat de strijd om de elektrolysefabriek van Luilu. Nadat Forrest in augustus van vorig jaar het voorzitterschap van GCM verloor, begon het topmanagement van GCM met de Canadese groep First Quantum Minerals over de Luilu-fabriek te onderhandelen. Maar een guerrilla vanuit de Forrest-groep steekt een stok in de wielen. Ook de overname van de Kamoto-mijn door de Zuid-Afrikaanse Kumba-combinatie ( Anglo American/ Iscor) krijgt tegenkanting vanuit de Canadese groep Kinross, die scheep gaat met Forrest en de Belgen Ben Brabants en René Nolleveaux. Beiden werden als GCM-bestuurders binnengehaald, nadat George Forrest aan de top van GCM de plaats had ingenomen van de Zimbabwaan Billy Rautenbach.
Rautenbach had zijn neus gestoken in overfacturaties door onder meer Forrest bij toeleveringen aan GCM. Daarover loopt een rechtszaak, door Rautenbach aangespannen bij de International Council for the Settling of Investment Disputes. “Uiteraard trapten we op zere tenen van mee-eters, ook Belgische, die GCM leegzogen,” zegt Rautenbach (die evenmin een koorknaap is).
De commotie rond GCM veroorzaakt ongenoegen tot op het presidentiële niveau in Kinshasa, waar Forrest in de onmiddellijke entourage van Joseph Kabila ook pionnen heeft – spanningen die voor België schadelijk kunnen zijn.
Delcredere onder druk
In juli 1999 weigerde Delcredere een staatswaarborg op een lening van 20 miljoen dollar van de bank Belgolaise ( Fortis) voor het STL-project. Het veto kwam er na een gesprek van Luc Coene, de kabinetschef van premier Guy Verhofstadt ( VLD), met Rautenbach. Rautenbach, op dat moment nog de topman van Gécamines, kon Coene overtuigen dat de STL-contracten eenzijdig in het voordeel van OMG en hun zakenpartner Forrest waren opgesteld en zwaar in het nadeel van de Congolese staatskas. “GCM bracht de ertsen aan, OMG de technologie. Er was dus helemaal geen behoefte aan Forrest als derde partij, die winsten opstrijkt terwijl GCM die best zelf kan gebruiken,” aldus Rautenbach.
Maar op 13 maart 2000 wipte de toenmalige Congolese president Laurent-Désiré Kabila Rautenbach en kwam George Forrest aan de top van GCM. En meteen kreeg STL zijn staatswaarborg. Het groene licht van Delcredere viel merkwaardig genoeg samen met het ‘vredesoffensief’ van Louis Michel in Congo. Ere-ambassadeur en gewezen directeur-generaal van Buitenlandse Zaken Robert Guillot-Pingue (PRL) is bestuurder bij George Forrest International, Pierre Chevalier (VLD) zijn raadsman.
Voor de staatswaarborg aan het STL-project gold de bijkomende voorwaarde dat OMG ook borg zou staan voor 10 miljoen dollar. OMG ging daarmee akkoord nadat het via arrangementen met topkaderleden van GCM een korting van 7,8 miljoen dollar op eerdere prijsafspraken met GCM over kobaltaankopen had verkregen. Gécamines werd dus behalve in STL nog een tweede keer benadeeld.
Ook vandaag voelt GCM zich bekocht, nu er in de Metal Bulletin van New York te lezen staat: “Het germanium uit koperresten van STL maakt Congo tot de belangrijkste producent van dit strategische erts.” Dat germanium wordt door OMG in Finland verwerkt, terwijl de Belgische materialengroep Umicore (voorheen Union Minière) en andere partners processen met een lokale toegevoegde waarde hadden aanboden.
Door Trends met bovenstaande gegevens geconfronteerd, reageert George Forrest verontwaardigd en noemt het allemaal leugens en laster.
Erik Bruyland [{ssquf}]
Diplomaten verdenken George Forrest ervan Gécamines kapot te willen maken.
Ere-ambassadeur Robert Guillot-Pingue (PRL) is bestuurder bij George Forrest International, Pierre Chevalier (VLD) zijn raadsman.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier