Het Midas-complex van Hendrik Seghers

Na de ondergang, midden de jaren tachtig, van zijn zakenimperium Particint kende Hendrik Seghers een opmerkelijke verrijzenis. Maar ook nu bleek de val onafwendbaar. “Hij voelde zich als koning Midas die alles wat hij aanraakte veranderde in goud,” vertelt een gewezen kaderlid. Het gevolg: managers van de groep volgden hem in zijn megalomanie in plaats van met beide voeten op de grond te blijven. Of hoe ook dit – aanvankelijk succesvol – initiatief tot mislukken gedoemd was.

Een met graffiti bekladde ruïne van wat een bruisend mediterraan vakantieparadijs had moeten worden – met zwerfletters die zware beschuldigingen krijsen tegen de ontwikkelaars (zie foto) – herinnert aan het ambitieuze vastgoedproject dat Hendrik Seghers (72) ooit in Spanje wilde opzetten. Het liep uit op een fiasco, waarbij niet alleen de Spaanse vakantiehuizen maar ook de hele Particint-groep van Seghers werd meegesleurd (zie Trends vorige week). Zelfs zijn imposante bouwmastodont Seghers Beton overleefde de turbulentie niet. Toch kende Hendrik Seghers een opmerkelijke verrijzenis als captain of industry en timmerde hij vrank en vrij aan een indrukwekkender imperium op de as van zijn eerste puinhoop.

I Aanvaring met Boerenbond

Voor Hendrik Seghers betekende het faillissement van Particint en Seghers Beton in 1984 en 1985 geen onoverkomelijk probleem. Op nog altijd onduidelijke wijze slaagt hij erin om Seghersgenetics, Dinamec en Seghers Engineering, alias SeghersbetterTechnologyGroup ( SBT), uit het faillissement te houden. Alhoewel de meeste topkaders al in de periode 1979 tot 1981 de groep verlaten, blijven enkele toplui als Emiel Puttaert, André Geeroms en LucienDe Boever, de bedrijfsleiders van respectievelijk SBT, Dinamec en Genetics voor Hendrik Seghers werken. Ook August De Munck, jarenlang zijn financieel directeur, blijft voor hem freelancen.

Wanneer een schandaal bij een andere molenaarsfamilie uit Buggenhout in 1986 MoensVeevoeder over de kop doet gaan, grijpt Seghers zijn kans. Hij koopt Vermylen-Vitamex uit het faillissement. Officieel zorgt Investco van KBC voor het (her)startkapitaal van 0,5 miljoen euro. Met centen publiek bovenkomen zit er duidelijk nog niet in, zo kort na het zuiderse debacle van Hendrik Seghers. Maar al na drie maanden wordt hij er bestuurder, Investco verdwijnt met stille trom. Door de overname van sectorgenoot Gaurit uit het Antwerpse en Eurovit in Drongen kent Vitamex een grote vlucht.

Ondertussen vecht Seghers een robbertje uit met de machtige Boerenbond, een partner van Seghers bij Seghersgenetics, toen nog Seghers Hybrid. Met een kapitaalsinjectie van 40 miljoen frank in 1978 in Seghers Hybrid had de Boerenbond mee de groep Seghers van de totale ondergang gered. Maar de aankoop van Vitamex zag de redder niet zitten. Hendrik Seghers heeft het wel eens vaker moeilijk met partners.

II Het geld kan niet meer op

De hoeksteen voor de ontplooiing van het nieuwe bedrijvenimperium legde Hendrik Seghers vreemd genoeg al begin 1974: met het aantrekken van Emiel Puttaert, een mijningenieur die onder meer bij Montecatini en Extraction De Smet had gewerkt. Hij kende Seghers en JaakVan Passel, toen topman van Seghers Beton, van hun Leuvense studententijd bij het Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond ( KVHV). Puttaert: “Het was in het begin zeer moeilijk. Voortdurend werden we geboycot door de andere bedrijven uit de sectoren van de afvalverbranding en waterzuivering. Toch konden we al in 1975 de eerste offerte voor een waterzuiveringsinstallatie doen en in 1980 bouwden we een eerste oven voor slibverbranding in Brugge.”

Begin jaren tachtig stromen ook de eerste contracten voor huisvuilverbranding binnen met opdrachten voor Wilrijk ( Isvag), Brugge, Gent en in de VS Salt Lake City en Savannah. Puttaert: “Ik zag Hendrik niet veel, omdat hij begin jaren tachtig vooral bezig was met de bouwgroep. Pas na het faillissement van Seghers Beton in 1986 vestigde hij zich bij ons. Ik wist hem echter tot in 1993, toen ik ziek werd, voldoende op afstand te houden. Daarna verloor ik langzaam de controle. Met alle gevolgen. Toen we midden jaren negentig de omzet van 1 miljard frank overschreden, charterde hij een vliegtuig en trok met het personeel op kosten van de zaak een dag naar Praag. Toen ik in 1996 met pensioen ging, greep binnen SBT een grote metamorfose plaats. Het geld kon niet meer op. Denk maar aan het veel te dure hoofdkwartier in Klein-Willebroek.” Ludwig Van Kauteren (ex- Volvo Cars Sint-Truiden) volgt Puttaert wat later op, maar houdt het al na anderhalf jaar voor bekeken.

In 1989 volgt een nieuwe mijlpaal: de aankoop van de Unitank-technologie voor waterzuivering, die mede door de toenmalige Leuvense universiteitsassistent Luc Vriens met financiële steun van Stella Artois was ontwikkeld. Met Hendrik Seghers zal hij in 1994 via Seghers Water een aparte divisie oprichten voor de waterzuiveringstechnologie. De oude zwakte om alleen met vreemd kapitaal en met weinig of geen eigen middelen te werken, blijkt ook nu. Luc Vriens: “Seghers Water werd gecreëerd zonder één frank cash, met onze inbreng in de vorm van vooral patenten en contracten.” De komst van Vriens en Unitank is een goede zaak. Er duiken immers serieuze problemen op met de klassieke afvalverbrandingsovens. De ernstige gezondheidsklachten van buurtbewoners in Aartselaar en Wilrijk met de Isvag-verbrandingsinstallatie zijn hier een voorbeeld van.

Luc Vriens: “Er kwamen geen opdrachten meer voor afvalverbranding, zodat de waterzuiveringsinstallaties veruit de grootste omzet genereerden voor SBT. Pas midden jaren negentig met de installaties van Indaver in Beveren veranderde dat en werden er opnieuw verbrandingsovens besteld, omdat de technologie rond rookgaswassing op punt was gesteld.”

III Hendrik waant zich Midas

Midden jaren negentig loopt alles opnieuw perfect voor Seghers en zijn groep, die dan ook in Azië, de Europese buurlanden en de VS actief is. Maar andermaal blijkt het imperium op drijfzand gebouwd. In 1997 bekijken de gealarmeerde banken hun kredieten: blijkt dat de diverse bedrijven van de groep op veel plaatsen bij vele banken kredieten hebben lopen, waardoor de schuldgraad oploopt en er onvoldoende dekking rest. De banken stellen een ultimatum: Seghers moet de balansstructuur verbeteren en dus een kapitaalverhoging doorvoeren, zoniet vragen ze hun kredieten terug en is het faillissement onvermijdelijk.

Brigitte Malou, financieel directeur SBT van 1997 tot 1999: “Advocaat Louis Verbeke werd in 1997 aangetrokken om de groep te helpen kapitaal aan te trekken. Al snel bleek dat de groep niet rijp was voor een beursgang en dat een private plaatsing aangewezen leek. Daarom werd er overgegaan tot een privaat placement, waarbij Lessius de groep vrij duur waardeerde op 100 miljoen euro, waardoor veel investeerders afhaakten. Die 100 miljoen leek me wel haalbaar, het potentieel zat erin en met een ander management had dat misschien kunnen lukken. Bovendien was de plaatsing nog niet rond of Hendrik had al een offerte gedaan voor de overname van Page, de afvaldochter van de Franse groep Lyonnaise des Eaux die toen te koop stond. Gelukkig kwam die aankoop er niet. Anders was het geld al uitgegeven voor het binnen was. Terwijl dat kapitaal moest dienen om de balans te versterken. De balanssituatie verslechterde heel snel na 1997, onder meer door de vele acquisities.” Dit lijkt wel een perfecte echo van wat haar voorganger August De Munck verklaarde over de toestand in de jaren zestig bij Seghers (zie Trends van 19 september 2002).

Toch kon voor Hendrik Seghers in 1997 het geluk niet op. Brigitte Malou: “Hij voelde zich als koning Midas uit de Griekse mythologie die alles wat hij aanraakte veranderde in goud met als gevolg dat hij overal bedrijven begon te kopen alsof het geld niet opkon.” Ook Hendrik Janssens, bestuurder en directeur van Seghersbetter Technology for Services+Machinery, beaamt: “In 1997 kreeg Hendrik Seghers plots het idee om overal bedrijven uit de dienstverlenende industriële sector op te kopen. Dat moest een derde poot worden binnen SBT, de Services. Als ik de boot afhield omdat het bedrijf te duur was of niet interessant, dan zette hij me onder druk. Als ik niet kocht, zou hij het wel zelf kopen.”

IV Muiterij op een zinkend schip

1998 is voor de groep een rampjaar. SBT kent een cashdrain van 35,32 miljoen euro. Het bedrijf bloedt dood. De bouw van de verbrandingsoven in Drogenbos (van Vlabraver) blijkt niet haalbaar, terwijl de private plaatsing in belangrijke mate hierop is gebaseerd. Ondertussen zijn bij nog meer banken kleine extra kredieten aangegaan. Het bekendraken van de cijfers van 1998 leidt tot een open revolte van de topkaders. Onder meer Ludwig Van Kauter, Luc Vriens, André Geeroms en Hendrik Janssens willen de terugtrekking van Seghers.

André Geeroms: “We waren toen zeer eendrachtig, maar al snel bleken we machteloos en bleef Hendrik de baas.” Hendrik Janssens bevestigt: “Hendrik stelde dat hij zich wilde terugtrekken en verkopen. De banken bleken ons echter niet te steunen en bovendien trokken de minderheidsaandeelhouders naar de kant van Hendrik.” Zoals in de periode 1979 tot 1981 de meeste toplui de groep verlieten, zo herhaalt dat scenario zich tussen 1999 en 2001. Onder meer Vriens, Malou, Van Kauter en Geeroms verlaten het zinkende schip.

Terwijl het bedrijf in snelvaart de afgrond in tuimelt, blijft Seghers zegebulletins naar de media versturen. “Seghers-groep sluit 2000 af met 160 miljoen frank winst,” meldt DeFinancieel-Economische Tijd op 24 januari 2001, een cijfer dat bijna een jaar lang aangehouden wordt. Terwijl er dat jaar een cashdrain is van 8 miljoen euro. Een gewezen bestuurder bij SBT: “De bestuurders binnen SBT die de minderheidsaandeelhouders vertegenwoordigden, hebben nooit echt weerwerk geboden of veel vragen gesteld over de tegenstelling tussen de persverhalen en de grote verliezen. Ze lieten Hendrik grotendeels zijn gang gaan, ondanks de verliezen. Het faillissement heeft veel te maken met een barslecht management.” Hendrik Janssens bevestigt: “Het gebeurde dat sommigen zelfs niet naar de raad van bestuur kwamen en vooraf onder elkaar afspraken welke opmerkingen ze zouden maken. Niet zelden bleef het bij afspraken en werd de kritiek op de bestuursvergaderingen achterwege gelaten. Louis Verbeke heeft Hendrik Seghers in het begin wel een paar maal goed op zijn plaats gezet, maar ook hij liet uiteindelijk betijen.”

In juli 1999 stellen de banken een nieuw ultimatum. Met een aantal voorwaarden zou de schuld van meer dan 50 miljoen euro de komende 18 maanden niet worden opgevraagd en zou er ook geen terugbetaling op de hoofdsom moeten gebeuren. Prompt nemen ze panden op het handelsfonds. In september 2001 wordt dit nog maar eens verlengd tot 30 juni 2002, waartegen de kredieten definitief zouden moeten worden terugbetaald. Tegen dan is de toestand bij SBT echter zo dramatisch, dat elke reddingspoging hopeloos te laat komt.

V Een vriendin van de vijand

Veel meer dan een symbolische reddingspoging van het Singaporese Temasek komt er nooit. Jef Dauwe, curator van Seghersgenetics: “Die investeerders van Singapore zijn hier nog steeds niet komen kijken en ik geloof niet dat hun interesse ooit reëel was.” In totaal verloor alleen SBT de voorbije vier jaar meer dan 60 miljoen euro in cashdrain. Het bedrijf was een bodemloos vat met projecten die volgens alle ondervraagde kaderleden praktisch allen verlies leden. Het extra geld dat Lessius, Mercator, Temasek, Artesia en Alpinvest in 1997, 1999 en 2000 in de groep brachten, is verdwenen, evenals de extra kredieten.

In de groep heerst chaos met interne ruzies, waarbij niemand zeker is van elkaars positie. Een advocaat: “Als ik naar de hoofdzetel belde, was me opgedragen geen contact te hebben met An Smet, de hoofdjuriste van de groep.” An Smet is dan al de nauwe vriendin van Luc Vriens, de aartsvijand die door Hendrik Seghers met alle juridische middelen wordt bestreden. Blijkbaar kan Seghers haar niet ontslaan.

Ondertussen publiceert SBT weliswaar cijfers voor 2001 (met een monsterverlies van 23,9 miljoen euro), maar voegt er geen commentaar en revisorenverslag bij. Het bij de NationaleBank neergelegde verslag van vorig jaar bevat de commentaar bij de cijfers van 1999 en geen revisorenverslag. Ongetwijfeld een unicum in het Belgische bedrijfsleven. Zucht JohnyCornillie, voorzitter van de raad van bestuur van SBT: “Ik heb dat correct aan de administratie gegeven voor verdere verwerking. Wat er daarna gebeurde, weet ik niet.”

VI De coalitie van de zoon komt te laat

Bovendien blijken in 2001 grote sommen richting bedrijven van Hendrik Seghers gegaan te zijn. Zo zijn er eind 2001 vorderingen van SBT op bedrijven van Hendrik Seghers voor een bedrag van 10,59 miljoen euro, tegen 2,35 miljoen euro in 2000. Leningen die volgens de niet officieel gepubliceerde uitleg bij het jaarverslag mochten “verstrekt worden voor zover de cashflow van SBT toelaat.” Voor de extra lening van 0,5 miljoen euro aan Groenhove, eigenaar van het Groenhof in het Vlaams-Brabantse Malderen, waar Seghers woont, staat er: “De raad van bestuur heeft deze lening niet goedgekeurd.” Maar het geld is al op 1 maart 2001 richting Groenhof verdwenen.

Lucien De Boever, bedrijfsleider van 1968 tot begin 2002 van Seghersgenetics: “Men kan de schuld voor het faillissement niet alleen bij Hendrik Seghers leggen. Te veel managers van de groep volgden hem in zijn megalomanie in plaats van met beide voeten op de grond te blijven.” Zoon Pieter Antoon Seghers ziet het zo: “De reden voor het faillissement zijn velerlei. Voor ons bij Genetics waren er natuurlijk de serie rampen in de veeteelt (zoals BSE, de dioxinecrisis en MKZ). Maar de grote onderkapitalisatie en te snelle expansie zijn zeker mee de oorzaak. Ook de slechte financieringsvoorwaarden speelden een rol. Bovendien was binnen SBT de relatie van de hoofdaandeelhouder met de banken en de minderheidsaandeelhouders totaal verzuurd. Wat ook voor Genetics zware gevolgen had. Wij hebben veel tijd verloren met oneindige discussies en ook een massa tegenwerking gehad. Men moet daarbij niet denken dat ik hierover geen stevige meningsverschillen had met mijn vader. Die bleven echter intern. Uiteindelijk waren er vooral in het bedrijf mensen die het faillissement wilden. De voorbije crisis heeft mij veel geleerd en getoond wie mijn vrienden zijn. Samen met een coalitie bestaande uit Paul De Keersmaecker, Johny Cornillie, Jo Bury en Carl Malbrain heb ik gewerkt aan een oplossing, maar wel te laat. Toen de voorlopige bewindvoerders werden aangewezen, was het voorbij.”

Willy Van Damme [{ssquf}]

Weigerden een gesprek: Carl Malbrain, Jacqueline Quermia, KBC Bank, Lessius en Mercator Bank. Hendrik Seghers reageerde niet op een vraag voor een gesprek.

eXtra informatie op

www.trends.be

Het organigram en een overzicht van de schuldpositie van de bedrijven van en rond Hendrik Seghers.

“Hendrik wilde uiteindelijk zich terugtrekken en verkopen, maar de banken bleken ons hierin niet te steunen.” (Hendrik Janssens)

“De schuld voor het faillissement kan niet alleen bij Hendrik Seghers gelegd worden. Te veel managers volgden hem in zijn megalomanie.” (Lucien De Boever)

“Die investeerders van Singapore zijn hier nog steeds niet komen kijken en ik geloof niet dat hun interesse ooit reëel was.” (curator Jef Dauwe)

“Uiteindelijk waren er vooral in het bedrijf mensen die het faillissement wilden.” (Pieter Antoon Seghers)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content