Het meerwaardevirus bij de Rulingdienst
De Rulingdienst – de Dienst Voorafgaande Beslissingen – heeft in haar beleid zo’n focus op de meerwaarden op aandelen ontwikkeld, dat er sprake is van een meerwaardevirus, met bijbehorende koorts. Meerwaarden op aandelen zijn belastingvrij als ze kaderen in een normaal beheer van een privévermogen. Voor de fiscus is de meerwaarde die wordt gerealiseerd bij het inbrengen of verkopen van aandelen aan een vennootschap die je zelf controleert – bijvoorbeeld een holding – puur fiscaal gedreven en dus geen normaal beheer van een privévermogen. De redenering is dat de verrichting gebeurt om in de onderneming opgespaarde winst om te zetten in een belastingvrije meerwaarde op aandelen.
Het meerwaardevirus heeft de koorts zo hoog doen oplopen dat de Dienst Voorafgaande Beslissingen veel strenger is dan de rechtspraak.
De jacht van de fiscus op die ‘interne meerwaarden’ heeft ertoe geleid dat bij elke rulingaanvraag een onderzoek wordt gedaan naar een mogelijke interne meerwaarde die ooit is gerealiseerd of zou kunnen worden gerealiseerd. Een familiale groep die een fusie voorlegt aan de Dienst Voorafgaande Beslissingen, krijgt gegarandeerd een controle van de interne meerwaarden, ook al is de fusie een operationeel gedreven verrichting.
Het gevolg daarvan is dat een familiale onderneming geen ruling voor een fusie krijgt omdat de vorige generatie van familiale aandeelhouders twintig jaar geleden een verrichting met interne meerwaarden heeft gedaan. Die verrichting dateert van lang voordat de interne meerwaarden zelfs een fiscaal topic waren. Dat gaat in tegen alle rechtspraak. Iedereen weet dat, maar er is niets aan te doen: terug naar huis, zonder ruling.
Het meerwaardevirus heeft de koorts zo hoog doen oplopen dat de Dienst Voorafgaande Beslissingen veel strenger is dan de rechtspraak. Geen enkele rechtbank zal oordelen dat een fusie niet beantwoordt aan zakelijke overwegingen – dat is het wettelijke toetsingscriterium voor een fusie – louter omdat de eerste generatie van de familie meer dan twintig jaar geleden een holding voor de groep heeft opgericht. Maar een ruling krijgt de onderneming er niet, tenzij ze bereid is een meerwaardebelasting te betalen, die wettelijk niet verschuldigd is. Zo verwordt de Dienst Voorafgaande Beslissingen tot een aflatencommissie.
De Rulingdienst wordt bevolkt door competente medewerkers. Ze zijn technisch top, zeer kritisch, en hebben economisch en commercieel inzicht. De absurditeit van bovenstaand geval ontging hen dus ook niet. Ik kreeg een telefoontje van een medewerker van de Dienst Voorafgaande Beslissingen. Die was bezorgd, want “uw cliënt weet toch dat de Rulingdienst voor een rechtbank altijd gelijk zal krijgen?” Tja, een ruling wordt net aangevraagd om te vermijden dat zulke zaken ooit voor de rechtbank moeten komen. Maar als de controlediensten posities durven in te nemen die haaks staan op de rechtbank, gebeurt dat dus wel. We waren duidelijk niet de enigen die er wakker van hadden gelegen.
Een rulingaanvraag vergt veel tijd en middelen van de onderneming om aan alle vragen en vereisten van de Dienst Voorafgaande Beslissingen te kunnen voldoen. Het zijn soms lange processen, waarbij na de eerste vragenlijst vaak nog een tweede en heel veel communicatie over en weer volgt. De kosten lopen intussen op. Rechtszekerheid heeft een prijs. Een onderneming is best bereid die investering te doen. Die bereidheid valt echter weg als de indruk ontstaat dat de eerste betrachting van de Dienst Voorafgaande Beslissingen erin bestaat te zoeken naar inkomsten voor de schatkist, terwijl de dienst in het leven werd geroepen om rechtszekerheid te bieden. Zowel de belastingplichtige als de Dienst Voorafgaande Beslissingen verdient beter.
De auteur is advocaat en partner bij Renier & Ketels.Tax
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier