Het leven zoals het is

Een camping is een klein dorp waarin generaties bezoekers elkaar opvolgen. We sloegen onze tenten op bij de familie Metsu en gingen op zoek naar het wij-gevoel in de polders.

De legertenten hebben op de campings plaats moeten ruimen voor stacaravans met kabelaansluiting. Zaakvoerder Frank Metsu (44) van het gelijknamige camping heeft de kampeerevolutie na de Tweede Wereldoorlog aan den lijve ondervonden.

“Mijn grootouders hadden een boerderijtje tussen duinen en polders. Op het eind van de jaren veertig begonnen arbeiders tijdens hun vakantie naar zee af te zakken. Velen brachten legertenten mee en vonden in de voortuin van de hoeve een betaalbaar plaatsje. In de jaren zestig ruilden veel kampeerders hun tent voor een chalet. Vaak werd een deel van de vroegere stallingen tot kantine of campingwinkel ingericht,” zegt Metsu.

De exploitant is burgerlijk ingenieur en licentiaat in de Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw, en werkte enkele jaren bij de verzekeraars Royale Belge en Winterthur. Daarna besloot hij om samen met zijn broers Johan en Peter de ouderlijke camping te gaan runnen. “Onze camping heeft 350 percelen. Tweehonderd daarvan zijn voorzien voor stacaravans, een honderdtal voor mobiele caravans en amper tien voor tenten. De Belg is geen trekker met de tent op de rug. Hij is erg honkvast en moet zich op de camping op de eerste plaats thuisvoelen. We krijgen vooral een ouder publiek over de vloer dat hier van het voorjaar tot september in stacaravans verblijft. Gezinnen met opgroeiende kinderen kiezen meestal voor een mobiele caravan, en ook hier kiest men generatieslang voor een vaste camping.”

Campingpark Metsu realiseerde in 1999 een omzet van 25 miljoen. Naast de drie broers draait ook moeder Metsu nog altijd mee, en tijdens de zomer komen er nog een viertal jobstudenten bij. “Een campinguitbater is vooral een allrounder: hij is zowel administratief als technisch onderlegd, diplomatisch maar ook streng, organisator en psycholoog. Kortom, hij is zowat de burgemeester van een klein dorp,” weet Frank Metsu.

Het dorp van Metsu is de jongste jaren wel behoorlijk groter geworden. “Ongeveer tien jaar geleden kochten we een klein aanpalend kampeerterrein en bouwden er twintig motelappartementen. Daar krijg je een totaal ander publiek. Ik noem ze de zappers, de goedverdienende gezinnen die kortere en meer vakanties nemen en die ook in de winter zo’n huisje huren. Veel campings zijn qua oppervlakte en omzet te klein om naast het sanitaire blok, de campingwinkel en een speeltuintje nog extra service te bieden. Door de fusie van onze twee terreinen konden we in de voorbije jaren wel een wasserette, sauna en een tennis- en petanqueveld inplanten. Over een jaar of vijf plannen we een overdekt zwembad.”

foto 2 metsu3.jpg