Het laatste socialistische experiment

Alain Mouton

In Frankrijk staat de maand mei in het teken van de dertigste verjaardag van de verkiezing van François Mitterrand tot president. Na een kwarteeuw rechts bewind kwam toen nog eens een socialistische president aan de macht. De verjaardag van Mitterrands verkiezing heeft bij onze zuiderburen een hele boekenplank voortgebracht. Een buitenbeentje tussen al die werken is 10 jours en mai van politiek journalist Pierre Favier. Het werk gaat dieper in op de tien dagen tussen 10 mei 1981 (de verkiezingszondag) en 21 mei, de dag van Mitterrands eedaflegging.

Het boek toont aan hoe er in tal van landen grote bezorgdheid heerste over Mitterrands verkiezingsoverwinning. De socialistische president maakte er geen geheim van een regering te willen vormen met de communisten. Maar vooral: zijn sociaaleconomisch programma was een poging om op democratische manier het socialisme in één land in te voeren. Om te beginnen zouden vijf industriële bedrijven genationaliseerd worden, net als 39 banken. Daarnaast werd de pensioenleeftijd verlaagd naar 60 jaar, werd de 39-urige werkweek ingevoerd zonder loonverlies, gingen de laagste lonen en uitkeringen omhoog en werd een vijfde week betaalde vakantie ingevoerd. Ook een vermogensbelasting stond op het programma. Jacques Attali, economisch adviseur van Mitterrand, vertelt dat de medewerkers van de Amerikaanse president Ronald Reagan hem vroegen wat “het verschil was tussen het Franse economische beleid en dat van de Sovjet-Unie.”

De economische plannen van Mitterrand hadden al een effect nog voor ze werden uitgevoerd, zo toont 10 jours en mai aan. Na de verkiezingsoverwinning vond een massale kapitaalvlucht vanuit Frankrijk plaats. De Franse frank kwam zeer snel onder zware druk te staan. Aftredend president Valéry Giscard d’Estaing en premier Raymond Barre waren zo van hun melk door de verkiezingsnederlaag – Giscard begon op het Elyseé te huilen voor de ogen van zijn Republikeinse Garde – dat ze niets ondernamen om de kapitaalvlucht tegen te gaan. De paniek op de markten was zo groot dat de Parijse beurs twee dagen gesloten moest worden.

De impact van het revolutionaire economische beleid van Mitterrand werd na zijn aantreden snel duidelijk. De concurrentiepositie van de Franse bedrijven bleef maar verzwakken. De hogere lonen jaagden de consumptie aan, maar door de zwakkere dollar gebeurde dat vooral via de aankoop van goedkopere Amerikaanse producten. De Franse handelsbalans ging diep in het rood. De speculatie tegen de Franse frank nam nog toe.

Mitterrand moest het geweer van schouder veranderen. Tussen 1981 en 1983 waren er drie devaluaties van de Franse frank. Bovendien was een loonstop onvermijdelijk. Er kwamen zware besparingen . Mitterrand moest de duimen leggen voor de druk van de door hem zo verguisde geldmachten. De laatste devaluatie was voor Mitterrand een breekpunt. De illusie van een socialistisch experiment in één land leek niet langer mogelijk en de president verlegde zijn aandacht naar Europa. Hij werd een van de architecten van de muntunie, een project dan ondertussen ook geen onverdeeld succes is gebleken.

Pierre Favier, 10 jours en mai, Seuil, 2011, 252 blz, 18 euro

ALAIN MOUTON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content