Het kerstgeschenk van Verhofstadt: hogere belastingen

Terwijl u de opbrengst van de belastingverlaging zou moeten tellen, is de fiscale druk in 2004 alleen maar gestegen. Een lange lijst belastingverhogingen heeft de belastinghervorming uitgevlakt. Bovendien is een structurele verlaging van de totale fiscale druk de komende jaren uitgesloten. We zetten de ‘kerstcadeaus’ van Verhofstadt even op een rijtje.

Alle regeringsretoriek ten spijt daalt de fiscale druk in België niet. Meer nog, volgens de recentste cijfers van de Europese Commissie is de druk in 2004 gestegen: van 45,7 % van het bruto binnenlands product (BBP) in 2003 naar 46 % in 2004. België hoort daarmee bij de koplopers in Europa.

De fiscale druk zou wel lichtjes dalen in 2005 en 2006 naar respectievelijk 45,7 % en 45,4 %, maar tegelijk zou het begrotingstekort oplopen naar 0,5 % in 2007 (zie grafiek 1: Minder uitgaven of meer lasten?). Anders gezegd: als de regering streeft naar een begrotingsevenwicht of zelfs werk wil maken van lichte overschotten vanaf 2007, is er dus geen geld voor lagere belastingen. Dan moet ofwel de belastinghervorming teruggeschroefd worden of gecompenseerd worden door nieuwe lasten, ofwel moet er gesnoeid worden in de uitgaven.

Wat wordt het? Als de trend van de jongste jaren zich doorzet, krijgen we nog een lawine aan nieuwe lasten over ons heen die de belastinghervorming uithollen, terwijl aan de uitgaven nauwelijks of niet geraakt wordt. Integendeel. De snelle en bijna ongecontroleerde stijging van de uitgaven voor gezondheidszorg maakt het zo goed als onmogelijk om de overheidsuitgaven in toom te houden. De vergrijzing slaat nu al fors toe in de staatskas. Het proefballonnetje over het inhouden van de roerende voorheffing op spaarboekjes, of de plannen om belastingvorderingen te verkopen, tonen aan dat de paarse regering onder elke steen centen zoekt.

Premier Guy Verhofstadt ( VLD) had nochtans een uitgelezen kans om de fiscale druk te verlagen. Tussen 1999 en 2004 daalden de rentelasten van 7 % naar 4,9 % van het BBP. Deze rentebonus werd echter volledig opgesoupeerd. De overheidsuitgaven voor rentelasten stegen van 43,1 % in 1999 naar 45,7 % dit jaar. Resultaat: de totale overheidsuitgaven dalen niet (zie grafiek 2: Hoge fiscale druk of een overheidstekort ?) en blijven volgens cijfers van de Europese Commissie tot 2008 schommelen rond 50,8 % van het BBP. Onder deze omstandigheden is een structurele daling van de fiscale druk zo goed als uitgesloten zonder een tekort te veroorzaken.

De blauwe regeringspartner kreeg daarom tot nu toe geen lastenverlaging maar hooguit een lastenverschuiving, terwijl de rode regeringspartner zijn centen telt. De verhouding binnen paars valt ontnuchterend zwaar in het voordeel van de socialisten. Het blijft dus afwachten of Verhofstadt eindelijk zijn beloftes over een lagere fiscale druk kan waarmaken in de tweede helft van deze legislatuur.

De fiscale druk zal niet zakken

Waarom heeft het programma van lagere sociale lasten en de belastinghervorming, die beide al ettelijke jaren in de steigers staan, de fiscale druk (nog) niet verlaagd?

De verklaring is in hoofdzaak te zoeken op federaal niveau, omdat Verhodstadt & co. nog altijd grotendeels de fiscale teugels in handen hebben. Het fiscale beleid op Vlaams en gemeentelijke niveau heeft daarom weinig impact op de totale fiscale druk (zie kaders).

Laten we beginnen in 2000 en 2001. De fiscale druk steeg in die periode lichtjes met 0,2 % van het BBP, om in 2002 verder te stijgen naar een recordniveau van 46,5 %. In dat jaar nam de regering met de rechterhand weliswaar een pakket maatregelen die de belastingdruk met 0,7 % deden dalen, maar met de linkerhand verhoogde ze de druk met 1,1 % van het BBP.

In 2003 was blauw aan zet, en dankzij de belastinghervorming en de verlaging van sociale lasten verlaagde de fiscale druk met 0,6 %. Zo belandden we weer op het niveau van 2000. De lastenverlaging, zonder compenserende belastingverhogingen in een periode van tegenvallende conjunctuur, dreigde echter een gat in de begroting te slaan. Geen nood: de regering trok het blik van de eenmalige inkomsten open. Dankzij de kraak van het pensioenfonds van Belgacom kon de regering toch pronken met een licht begrotingsoverschot.

Dit jaar dan. Volgens de cijfers van de Europese Commissie zou de fiscale druk dus weer toenemen met 0,3 %. Op federaal niveau roomt de belastinghervorming de fiscale inkomsten in 2004 af met 1,1 miljard euro. Let wel: de fiscale inkomsten stijgen wel, maar met 1,1 miljard euro minder dan dat ze zonder hervorming zouden gestegen zijn. Daarnaast was er de verlaging van de belastingen op ploegenarbeid (42 miljoen euro) en diverse kleinere lastenverlagingen (168 miljoen euro).

Die verlaging had meer kunnen en moeten zijn, maar zoals bekend wordt driekwart van het voordeel van de belastinghervorming niet meteen uitgekeerd in de bedrijfsvoorheffing, maar pas verrekend bij de inkohiering. Dat betekent dat de belastingbetaler pas in 2006 en 2007 de belastingen terugkrijgt die hij in 2004 en 2005 te veel betaalde. En is er een garantie dat de belastinghervorming in 2006 wél meteen via de bedrijfsvoorheffing uitgekeerd wordt? Neen. Minister van Begroting Johan Vande Lanotte ( SP.A) zei vorige week in de Kamer dat er daarover nog geen beslissing is genomen. Lees: er is geen geld.

De som die de burgers intussen te goed hebben van de overheid, is volgens Hendrik Bogaert, de begrotingsspecialist van CD&V, opgelopen tot maar liefst 2,5 miljard euro. Bogaert: “Als die renteloze lening eeuwigdurend wordt, is dat dus een verschuiving van 2,5 miljard euro van de burgers naar de overheid. Dat bedrag is echter een tijdbom onder de begroting. Wie naar de Raad van State stapt om het belastingvoordeel onmiddellijk via de bedrijfsvoorheffing te laten verrekenen, krijgt wellicht gelijk. Er is een precedent over de verrekening van het huwelijksquotiënt, waarbij de Raad van State oordeelde dat de bedrijfsvoorheffing moet aansluiten bij de realiteit. Dan kost de belastinghervorming in 2006 en 2007 niet ongeveer 3,5 miljard euro, maar 5,8 miljard euro aan de schatkist.”

Zelfs ondanks de beperkte belastingverlaging die dit jaar al ten laste van de begroting komt, stegen de fiscale inkomsten in de eerste acht maanden van 2004 met 6,2 %. Dat is sneller dat het ritme van de nominale economische groei, waardoor de fiscale druk onherroepelijk toeneemt. Zelfs de directe belastingen houden dankzij de goede conjunctuur een groeiritme van 4,5 % aan, zodat ook hier de fiscale druk niet afneemt. De belastinghervorming zorgt er dus enkel voor dat de druk van de directe belastingen niet toeneemt.

2004: welke taksen voeren de druk op?

Intussen is in 2004 op federaal niveau het gedeelte van de belastinghervorming dat wel meteen verrekend werd, integraal gecompenseerd door een plejade kleinere belastingen. Het zijn deze belastingverhogingen die de fiscale druk opvoeren.

De lijst in de algemene toelichting van de begroting 2004 is indrukwekkend.

Hogere opcentiemen in de bedrijfsvoorheffing (opbrengst: 98 miljoen euro).

Bedrijfsvoorheffing op dienstencheques (8 miljoen euro).

Verhoogde taks op ICB’s (instellingen voor collectieve belegging) (98 miljoen euro).

Taks op effecten aan toonder (46 miljoen euro).

Hogere accijnzen op rookwaren, benzine en diesel (128 miljoen euro).

Invoering van kliksysteem benzineprijzen (119 miljoen euro).

Invoering van kliksysteem dieselprijzen (61 miljoen euro).

Bedrijfsvoorheffing op loopbaanonderbreking en tijdskrediet (67 miljoen euro). Heel opmerkelijk: voort-aan wordt er dus wel meteen bedrijfsvoorheffing afgehouden, terwijl vroeger de niet betaalde bedrijfsvoorheffing via de inkohiering vereffend werd. Hier neemt de regering voortaan wel een correcte inning van de bedrijfsvoorheffing als uitgangspunt.

Hetzelfde verhaal voor de bedrijfsvoorheffing op arbeidsongeschiktheid en ouderschapsverlof (78 miljoen euro).

Gevolgen van aanpassing aan Europese energierichtlijn voor de belasting op aardolieproducten (46 miljoen euro).

Strijd tegen fiscale fraude (310 miljoen euro). Dat is technisch gezien geen belastingverhoging, maar betekent toch extra inkomsten voor de overheid. Deze post is een klassiek stopmiddel om de begroting sluitend te maken.

De Elia-heffing die retroactief vanaf 1 mei 2004 zou worden ingevoerd (170 miljoen euro). Dat geld is bestemd voor de gemeenten, maar is een bevoegdheid van de federale regering. Voor de burger betekent de heffing een extra last, omdat de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt nog niet tot de verhoopte prijsdalingen heeft geleid.

Sinds begin 2004 liggen de meerwaarden op aandelen bij een inbreng in natura of verkoop onder vuur. Normaal zijn deze winsten belastingvrij. Maar de fiscus beschouwt de interne meerwaarden nu als een abnormaal beheer van het privé-patrimonium en smeert de betrokken belastingbetalers een heffing van 33 % aan hun broek.

Boete voor laattijdige indiening van het jaarverslag (18 miljoen euro).

Totaal van deze maatregelen: 1,24 miljard euro. Per saldo betaalt de burger in 2004 dus relatief meer belastingen dan in 2003, al is dat ook deels te wijten aan de goede conjunctuur.

2005: eindelijk lagere fiscale druk?

Ook de begroting van 2005 heeft enkele bladzijden met belastingverhogingen in petto. Net als dit jaar zullen de verhogingen de belastinghervorming die in 2005 meteen voelbaar is in de begroting, bijna integraal compenseren.

Verhoging van de belasting op financiële producten (150 miljoen euro).

Hogere accijnzen en prijsverhogingen van tabak (155 miljoen euro).

Verhoging heffing op drankverpakking (130 miljoen euro).

Diversen (40 miljoen euro).

Betere inning (325 miljoen euro).

De Europese spaarrichtlijn moet voor een repatriëring van kapitaal zorgen en dus voor hogere roerende voorheffingen (388 miljoen euro).

Daardoor blijft er nog maar 144 miljoen over van de belastingverlagingen die in 2005 een weerslag hebben op de begroting. Ook in 2005 slaagt de belastinghervorming er niet in om de fiscale druk te verlagen op het niveau van de directe en de indirecte belastingen.

Alle heil moet daarom komen van de verdere verlaging van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid om de totale fiscale druk te verlagen. Toch zijn ook hier enkele lastenverhogingen te noteren: denk maar aan de hogere belasting op bedrijfswagens (opbrengst: 155 miljoen euro) of de bijdrage die zelfstandigen betalen voor de kleine risico’s (tweemaal met 20 % gestegen, opbrengst: 40 miljoen euro). Ook de vennootschappen moeten meer bijdragen aan de sociale zekerheid. De vennootschapsbijdrage die in 1993 eenmalig werd ingevoerd, maar daarna een structureel karakter kreeg, werd fors opgetrokken voor de 22.500 vennootschappen die een volledig boekhoudschema hebben (opbrengst: 33 miljoen euro).

Volgens cijfers van de Nationale Bank van België bleven de werkelijke sociale bijdragen tussen 2000 en 2003 op een niveau van 14,4 %. Deze druk zou vanaf dit jaar licht dalen volgens de Europese Commissie, naar 13,9 % in 2006. Het blijft ook hier afwachten in welke mate nieuwe lasten deze daling niet uithollen, want het is dus precies deze verlaging van de sociale lasten die opnieuw een gat in de begroting van 0,5 % in 2006 slaat.

Wat Verhofstadt sinds 1999 gepresteerd heeft, is dus geen verlaging van lasten, wel een verschuiving. Op zich kan dat zinvol zijn. Door arbeid minder te belasten en consumptie méér, kunnen de werkgelegenheid en de economie versterkt worden. Vooral in de sociale zekerheid wordt er gezocht naar een bredere financieringsbasis en naar inkomsten die de factor arbeid niet belasten (zoals accijnzen). Maar een structurele verlaging van de totale fiscale druk, en dat is toch dé relevante indicator, is de komende jaren budgettair uitgesloten.

Daan Killemaes Eric Pompen

Als de trend van de jongste jaren zich doorzet, krijgen we nog een lawine aan nieuwe lasten over ons heen, terwijl aan de uitgaven nauwelijks of niet geraakt wordt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content