Het jaar van de waarheid voor Vivaldi
De wittebroodsweken van de federale regering zijn voorbij. De balans is positief, althans in vergelijking met de voorafgaande minderheidsregering. Hoe dramatisch de opflakkering van corona ook is voor zo veel gezinnen en bedrijven, voor Vivaldi is ze een cadeau. Een derde coronagolf is ondenkbaar. Het indijken van de tweede vergt daarom commando op topniveau. Premier Alexander De Croo is voor even de stuurman van het hele land. De Vlaamse socialisten scoren met de terugkeer van de voortvarende technocraat Frank Vandenbroucke.
De aanslepende coronacrisis verbergt de grote ideologische verschillen in de veelkleurige coalitie. Het federale regeerakkoord is een lijst met veel vage intenties en weinig duidelijke keuzes. Naarmate de coronacrisis ebt, volgt een vloed van twistvragen. De eerste in een lange rij is de omslag naar een periode van geleidelijke normalisering via een grootschalige vaccinatie. Welke vaccins, hoeveel, aan wie, waar, hoe, wanneer, met welke infrastructuur, welke transitieregels, welke prioritaire groepen en sectoren?
Het is opmerkelijk dat België hierin, anders dan veel andere landen, ogenschijnlijk nog geen duidelijke politieke keuzes heeft gemaakt. Minstens wordt hierover nog niet duidelijk gecommuniceerd. We kennen intussen meer dan genoeg het belang van een tijdige en consistente crisiscommunicatie. De federale regering heeft de kans om zelf de verhaallijn te maken, de burgers psychologisch over de crisisvermoeidheid te tillen en eindelijk van een reactief naar een proactief beleid te schakelen. Ze laat die kans vooralsnog liggen.
Zodra de politieke keuzes zijn gemaakt, volgt een logistieke operatie voor 11 miljoen patiënten: massaleveringen, bevoorrading, beveiliging, materiaal, locaties, protocollen, toedienen, opvolgen, monitoren, traceren, controleren enzovoort. Ik hoop dat die plannen klaarliggen. Zodra de coronamist optrekt, komen we meteen in een nieuwe wereld terecht. De wereld waarin de budgettaire en economische kostprijs op tafel komt, waarin reddingsplannen en investeringsplannen moeten worden uitgerold, waarin de uitgestelde keuzes van het regeerakkoord dringend in beleidsbeslissingen moeten worden omgezet.
De aanslepende coronacrisis verbergt de grote ideologische verschillen in de veelkleurige coalitie.
De federale regering, en met haar de regionale bewindsploegen, hopen op manna uit het Europese herstelfonds. Zowat 1 procent van het bruto binnenlands product kunnen besteden zonder daarvoor naar belastingen of begrotingen te hoeven kijken, is een godsgeschenk voor alle politici. Gratis geld is wonderlijm voor elke coalitie. Verlanglijstjes schrijven en verdeelsleutels maken zijn een favoriet politiek tijdverdrijf. Zolang Europa de begrotingsteugels loslaat, kan zelfs worden gefantaseerd over een vermenigvuldiging van de broden met Belgisch gratis geld.
Maar wie denkt dat een relancebonanza de diepe politieke kloven in de federale coalitie zal dichten, dreigt van een kale reis te zullen thuiskomen. Tien jaar geleden al, in de nasleep van de financiële crisis, experimenteerden de Verenigde Staten met een groot federaal herstelplan. Er viel bijna 1000 miljard dollar te verdelen. De beslissing over dat plan was relatief gemakkelijk. De uitvoering ervan bleek aartsmoeilijk, want afhankelijk van een politieke eensgezindheid over de prioriteiten en van een bureaucratische efficiëntie in de besteding. Uiteindelijk werd het relancegeld vooral besteed toen de crisis al lang over was.
Dat was Amerika onder Obama. Nu spreken we over de verdeelde Europese Unie, het complexe België en de mozaïek Vivaldi. Begroting, belastingen, werkloosheid, herstructureringen, collectieve ontslagen, pensioenhervorming, werkgelegenheidsbeleid, energietransitie: het komt allemaal op ons af. 2021 wordt het jaar van de waarheid. Houd u vast.
De auteur is decaan aan de Macquarie University in Sydney en visiting fellow bij de denktank Itinera. @devosmarc
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier