Het jaar van de hoop 2.0

In 2008 draaide in Amerika alles rond ‘hoop’. We hielden ons hart vast en verkozen leiders van wie we dachten dat ze de zo broodnodige verandering zouden brengen. Als ik nu in mijn kristallen bol kijk, voorspel ik dat het in 2011 allemaal rond hoop 2.0 draait. Ons systeem is te rot om nog hersteld te kunnen worden door politici die van binnenuit werken. Echte verandering kan er alleen komen als genoeg mensen buiten Washington het vragen en zij het politiek te riskant maken om vast te houden aan de status-quo.

Amerika wordt geconfronteerd met hoogst wisselvallige omstandigheden. Aan de rechterkant heerst de woede. De progressieven worden overspoeld door ontgoocheling en hebben er de grootste moeite mee om te aanvaarden dat deze president het niet zo voor hen heeft. Intussen wacht de Amerikaanse middenklasse een onzekere toekomst. Het casino van Wall Street draait weer volop, maar op Main Street wijst nog niets op een spoedige opleving. Afschuwelijke statistieken over faillissementen, werkloosheid, executies van hypotheken, enzovoort zijn evenveel knipperlichten dat de middenklasse onder vuur ligt en dat de Verenigde Staten een derdewereldland dreigen te worden.

Ik weet dat dit een schokkende uitspraak is, maar de bewijzen zijn er, waar je ook kijkt. De staat Hawaï ontslaat niet alleen leraars, hij zet nu ook leerlingen aan de deur. Tijdens het vorige schooljaar werden de publieke scholen op zeventien vrijdagen gewoon gesloten. In Clayton County, een voorgeborchte van Atlanta, werd het hele bussysteem platgelegd. En Colorado Springs schakelde een derde van zijn 24.000 straatlantaarns uit. In Camden, New Jersey, maakt men zich op om alle bibliotheken permanent te sluiten. Een aantal steden die in geldnood zitten, heeft het idee om straten te herstellen al helemaal opgegeven en laten nu toe dat het weer kiezelwegen worden of dat ze door de natuur teruggenomen worden. De Amerikaanse leiders lijken intussen onbekwaam of gewoon onwillig om er iets aan te doen. Jobcreatie staat op een laag pitje nu heel Wash-ington aangetast is door de deficitkoorts.

Daarom wordt 2011 het jaar van de hoop 2.0. Wie voor hervorming stemde, ziet eindelijk in dat het politieke spel in Washington meer dan ooit doorgestoken kaart is en dat het vermogen van belangengroepen om zinvolle veranderingen tegen te houden groter is dan ooit. Dat kunnen de Amerikanen niet langer lijdzaam aanzien en ze wachten tot de mensen die ze verkozen hebben beterschap brengen. Dat is een recept voor overweldigende frustratie. Datzelfde besef groeit ook bij diegenen die niet voor hervorming gestemd hebben maar, als ze om zich heen kijken, inzien dat er iets moet gebeuren om te vermijden dat de VS verglijden naar het statuut van derdewereldland. Hope 2.0 is geen partijgebonden platform. Integendeel, het overstijgt de links-rechtsconfrontatie waartoe de Amerikaanse media elk verhaal willen herleiden.

Helpt elkander

Welke vorm gaat Hope 2.0 aannemen? De vorm van duizenden en duizenden gebaren van medeleven, die over heel Amerika plaatsvinden telkens mensen de hand uitstrekken naar hun buren, ook al zijn ze vreemden voor elkaar. De vorm van Seth Reams, een man die zijn baan verloor en terwijl hij werk zocht, de website We’ve Got Time to Help opstartte. De site brengt mensen die tijd hebben – doorgaans omdat ze zonder werk zitten – in contact met mensen die hulp nodig hebben. Het zal zijn alsof iedereen tot de ontdekking komt dat door anderen te helpen, ook al hebben ze het zelf moeilijk, ze uiteindelijk hun eigen leven verbeteren.

Het lijkt erop dat de Amerikanen aanvaarden dat democratie geen kijksport is en dat er geen fundamentele verandering kan komen zonder dat er een beweging opstaat die verandering eist. Als de Amerikaanse politici blijven ‘leiden’ door de vinger in de lucht te steken om na te gaan uit welke richting de wind komt voor ze besluiten om iets te doen, dan gaat Hope 2.0 over het veranderen van de windrichting.

In 1965 was Lyndon Johnson ervan overtuigd dat hij niet over voldoende stemmen zou beschikken om de wetgeving over stemrecht erdoor te krijgen. Tot Martin Luther King en de mars in Selma de natie een geweten schopten en hem het nodige duwtje gaven. In 2011 kijken de Amerikaanse burgers ook naar zichzelf, terwijl ze uiteraard hun leiders aansprakelijk houden. Ze nemen verantwoordelijkheid op voor de wederopbouw van levensgemeenschappen, in plaats van gewoon te wachten op de overheid.

Door meer te eisen van hun politieke en bedrijfsleiders – en meer nog van zichzelf – bepaalt de bevolking zelf of Amerika een derdewereldland wordt of de ‘meer perfecte unie’ die de Founding Fathers voor ogen hadden.

De auteur is medeoprichtster van de Huffington Post.

ARIANNA HUFFINGTON

De Verenigde Staten dreigen een derdewereldland te worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content