HET JAAR VAN BELGIË
Vorig jaar viel meer geld te verdienen met Europese dan met Amerikaanse aandelen. Fondsen die focusten op Belgische aandelen waren de absolute uitblinkers.
Koop Europese aandelen! Dat advies gaven analisten begin 2015 bijna unisono. In de Verenigde Staten hadden de beurzen er al een stevige rit op zitten, de Europese stonden voor een inhaalbeweging, was de overtuiging. Europa heeft die favorietenrol kunnen waarmaken. Na een sterke rally volgde wel een wereldwijde correctie in augustus, toen de kopzorgen over de Chinese economie de bovenhand namen. Vooral oliebedrijven, mijnbouwondernemingen en hun toeleveranciers kregen het hard te verduren. Eind vorig jaar volgde nog een eindejaarsrally.
Zegen voor Europese bedrijven
De lage olieprijs trof groeilanden als Brazilië en Rusland hard, doordat ze sterk afhankelijk zijn van hun oliesector. Maar ook de Verenigde Staten bleven niet buiten schot. Sinds de opkomst van de schalieolie zijn de Amerikanen niet alleen de grootste consumenten van olie, maar ook een van de grootste producenten. Voor de meeste Europese bedrijven is de goedkope olie een zegen. Zij zijn vooral verbruikers van grondstoffen. Daar kwam de goedkope euro bovenop. De meeste vermogensbeheerders hebben nog altijd een voorkeur voor Europese aandelen. Ze halen daarvoor verscheidene redenen aan: de Europese Centrale Bank voert een soepeler beleid dan de Federal Reserve, de winstgroei is potentieel hoger en de waarderingen zijn redelijk.
Sommige strategen stellen dat Europese aandelen 2016 nog altijd positief kunnen afsluiten, ondanks de moeilijke start van het jaar. Eén ding is wel zeker: u kunt vandaag tegen veel scherpere prijzen deelbewijzen van aandelenfondsen kopen dan twee maanden geleden.
België boven
De fondsen die focussen op Belgische aandelen lopen niet vaak in de kijker. Sinds de invoering van de euro hebben beleggers nog maar weinig redenen om voor een zuiver Belgisch fonds te kiezen. Beleggers kunnen zonder wisselkoersrisico hun eieren in meerdere manden leggen, waarom zouden ze zich dan beperken tot Belgische aandelen?
Maar vorig jaar was voor die Belgische fondsen een glansrol weggelegd. De Bel-20-index – en de bredere Belgische beurs – presteerde beter dan de indexen in de buurlanden. Dat komt deels doordat er geen grote oliebedrijven en nauwelijks grondstoffengroepen in de Brusselse sterindex zitten.
De keerzijde is dat Belgische aandelen wellicht ook minder zullen profiteren van een herstel van de olie- en grondstoffensector. Het is dus niet zeker dat de Bel-20 ook in 2016 zal uitblinken. Daar komt nog bij dat we de schadelijke impact van de speculatiebelasting op de verhandelbaarheid van kleine Belgische aandelen – vooral biotechbedrijven – nog niet kunnen inschatten.
Historisch lage rente
Obligatiefondsen hebben het in 2015 opnieuw beter gedaan dan verwacht. We schrijven al jaren dat de rente nauwelijks nog kan zakken en dat een rentestijging het rendement van de obligatiefondsen kan uithollen. Hoe hoger de rente, hoe minder een obligatie waard is. Dat betekent niet dat de beheerder op de vervaldag zijn inleg niet terugkrijgt, maar de waarde van zijn fonds daalt na een rentestijging wel, als de obligaties in de portefeuille meer in waarde zakken dan het fonds aan rente opstrijkt.
De schrik zit erin. In de laatste zes maanden van vorig jaar werden meer deelbewijzen van obligatiefondsen verkocht dan gekocht, volgens de Europese sectorfederatie Efama. Over heel 2015 trokken de obligatiefondsen nog altijd 82 miljard euro aan. Maar het meeste geld van de Europese beleggers ging naar gemengde fondsen (236 miljard euro) en aandelenfondsen (133 miljard euro). Met de gemengde fondsen wedden beleggers op twee paarden tegelijk: aandelen én obligaties. Dat type producten won de voorbije jaren aan populariteit.
Er waren de voorbije jaren af en toe renteopstoten, maar vandaag zitten we opnieuw op historisch lage niveaus. De echte stijging laat nog altijd op zich wachten. Hoe langer de looptijd van de obligaties in een fonds, hoe gevoeliger het is voor renteschommelingen. In een periode van dalende rente betekent dat meer meerwaarden op obligaties, en in een periode van stijgende rente meer minwaarden.
Tegen alle verwachtingen in loonde het de voorbije jaren om obligaties met een lange looptijd in portefeuille te hebben, maar het is twijfelachtig of dat de komende jaren ook een winnende strategie zal zijn. De richting van de rente is moeilijker te voorspellen dan ooit, nu de Amerikaanse centrale bank haar beleidsrente geleidelijk optrekt en de Europese Centrale Bank er alles aan doet om die laag te houden.
ILSE DE WITTE
De meeste vermogensbeheerders hebben nog altijd een voorkeur voor Europese aandelen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier