‘Het is niet onze taak om jobs te creëren’
Terwijl de banen bij bosjes sneuvelen en nog moeilijker tijden zich aandienen, staat de chemiefederatie essenscia in naam van de hele industrie op de barricaden.
Frank Coenen had zich de start van zijn voorzitterschap van essenscia allicht anders voorgesteld. Net een dag eerder rolde de ellende van Ford Genk als een tsunami over het land. Een handvol andere bedrijven als Duferco, NLMK, Dow Chemical en Photo Hall kondigde fors banenverlies aan. Het maakt de CEO van Tessenderlo Group strijdlustiger en het werk van essenscia dringender.
Net drie jaar geleden startte de federatie van de chemie en life sciences structureel overleg met de federale regering in een zogenaamde High Level Group chemie (HLG). Samen werkten ze een rist concrete oplossingen uit om het investeringsklimaat en het concurrentievermogen van de industrie te versterken. Vervroegde federale verkiezingen in 2010 zorgden voor vertraging, maar vorige maand werd de HLG weer van onder het stof gehaald. Het nieuwe overleg moet tegen volgende zomer een actieplan baren voor een sector die is uitgegroeid tot de sterkhouder van de Belgische industrie.
Chemie en life sciences zijn goed voor een derde van de Belgische export en een handelsoverschot van 26 miljard euro, en ze zorgen voor een directe werkgelegenheid van 90.300 arbeidsplaatsen plus 150.000 indirecte jobs. “Dit toenemende gewicht geeft onze sector ook een enorme verantwoordelijkheid voor de welvaart en het welzijn in ons land”, zegt Coenen. Hij nam de fakkel als essenscia-voorzitter over van BASF Antwerpen-topman Wouter De Geest tijdens de uitreiking van de Innovation Award van essenscia. Om dan meteen, geflankeerd door de CEO van essenscia, Yves Verschueren, de sociale ellende en de toekomst van de industrie te duiden.
“We gaan duidelijk naar lastige tijden”, poneert Frank Coenen. “We merken sinds de zomer overal vertraging, en voor zover ik het kan zien, wordt begin 2013 bijzonder moeilijk. De herstructurering in West-Europa, en dus ook in België, is helemaal niet gedaan. Het wordt dus nog slechter voor het weer beter gaat.”
“De chemie-industrie heeft al bewezen dat ze bijzonder veerkrachtig is. We moeten wel heel voorzichtig zijn en erover waken dat we die sterke positie bewaren. Waar ik me bijzonder veel zorgen over maak, is wat er gebeurt in de VS met schaliegas. Daardoor kunnen ze met onvoorstelbaar lage energiekosten uitpakken. We mogen trouwens hetzelfde verwachten in Azië. Energie is cruciaal voor de toekomst van onze sector. Vandaar dat we initiatieven nemen als die High Level Group waarbij we duidelijk de hand uitsteken naar de overheid, zodat we niet als andere industrieën in de problemen komen.”
Maar wat als de overheid daarin niet volledig mee wil stappen?
YVES VERSCHUEREN. “Indien het antwoord op onze vragen neen zou zijn, hebben we een heel groot probleem. Maar ik geloof nooit dat het zover komt.”
Wat is de impact van Ford Genk op u?
FRANK COENEN. “Die is verontrustend, want ze betekent voor de chemie-industrie weer minder afname en ze weegt op het consumentenvertrouwen.”
Kan een drama als Ford Genk een doorbraak forceren voor uw eisen?
VERSCHUEREN. “Misschien. Zulke drama’s dwingen beleidsmakers om harder na te denken over wat we kunnen doen om de industrie te houden. Hopelijk begrijpen de beleidsmakers en onze sociale partners dat het tijd is voor een andere maatschappij. Iedereen moet beseffen dat de gouden tijden van Europa verleden tijd zijn. Er moet ook een verandering komen in de ingesteldheid van de bevolking. Die moet vooral begrijpen dat de wereld veranderd is en dat het gemakkelijke leven onherroepelijk voorbij is.
“Mensen moeten ook bereid zijn te aanvaarden dat langer werken een noodzaak wordt. Nu willen sommigen al te gemakkelijk uit het actieve leven stappen op te jonge leeftijd. Bepaalde bedrijven in onze sector hebben werkuren die grenzen aan het ongelofelijke. Maar als mensen op de werkvloer blijven vasthangen aan verworven rechten, wordt de pijn nog een stuk harder.”
Hoe groot is het besmettingsgevaar van sluitingen als Ford Genk? Hebben ook buitenlandse beslissingscentra in de chemie vragen bij hun aanwezigheid in een land als België, dat blijft worstelen met zulke hoge lonen en energieprijzen?
VERSCHUEREN. “Dat er echt iets moet veranderen, is juist. Ook andere buitenlandse multinationals merken dat op. Maar ik denk niet dat ze op basis van Ford willen vertrekken.”
COENEN. “We hebben de jongste maanden wel ondervonden dat Amerikaanse investeerders voorzichtig zijn om in Europa te investeren. Dat heeft te maken met de eurocrisis en onzekerheden in onze wetgeving. Maar als ik even als baas van Tessenderlo Group spreek… ik heb geen enkele indicatie dat ons hoofdkwartier uit België wordt weggetrokken.”
Waarom slaagt de chemiesector erin deze moeilijke tijden zonder grote kleerscheuren door te komen, in tegenstelling tot andere industrieën?
COENEN. “Chemie heeft sneller gerationaliseerd en was veel flexibeler in de uitbouw van capaciteit. Als ik specifiek naar België kijk, is het belangrijk dat de chemie zich in de Antwerpse haven ontwikkeld heeft tot een complete cluster van bedrijven die met elkaar verbonden zijn en met afnemers en leveranciers. Dat geeft ons een bijzonder sterke concurrentiepositie. Bovendien bestaat de chemie-industrie hier al 70 jaar. Onderschat de ervaring en knowhow die daar intussen zit niet. Je kunt in bijvoorbeeld Saoedi-Arabië veel installaties neerpoten, maar ze hebben daar wel een enorm probleem met knowhow en management. Zoiets kan je niet zomaar transporteren.
“Het is van cruciaal belang dat we innoveren en de business van morgen creëren. Dat is een stokpaardje. Kijk naar de uitdagingen waar de wereld voor staat. Voeding, energie, klimaatverandering. De chemie is bijzonder goed geplaatst om daarvoor met oplossingen te komen. Als we het heel slim spelen, halen we daar heel goede business uit voor morgen, ondanks ons energieprobleem. Ik ben dus helemaal niet pessimistisch voor de Europese chemie-industrie, zolang we maar innovatief blijven. We zijn trouwens in Europa nog altijd meer innoverend dan de VS en Azië.”
En misschien ook goed dat de werkgelegenheid de strategie niet dicteert?
COENEN. “Als bedrijfsleider moet je met het stakeholdermodel werken. Je hebt investeerders, arbeiders, leveranciers, milieu en zo meer, en dat moet allemaal in balans zijn. Als je gewoon blijft investeren puur om de jobs, kom je in de problemen. Het is niet onze taak om jobs te creëren. Die zijn het resultaat van dat stakeholdersmodel, ze komen dan vanzelf. Dat is de meest gezonde en meest duurzame benadering.”
Energie is nu overduidelijk de topprioriteit voor de chemie-industrie?
COENEN. “Ja. Voor ons is dat een belangrijker element dan de loonkosten. Wij nemen daarin ook de lead voor de andere sectoren.”
VERSCHUEREN. “En het beweegt sneller in de verkeerde richting. We praten nu al twee jaar over de problematiek van de gigantische kosten door subsidies voor windmolens op de Noordzee. Het doorrekenen van die subsidiëringskosten naar onze bedrijven is nefast voor ons concurrentievermogen. Dit soort dossiers wordt wél opgevolgd in de hoofdkwartieren in het buitenland. Zij weten dat er een liability, een risico, zit op hun operaties in België. Dus wij vragen met aandrang aan de federale regering om die problematiek op te lossen.”
U bent als CEO van essenscia vijf jaar op post. Staat de industrie er nu beter voor dan toen?
VERSCHUEREN. “Neen. De realiteit en de actualiteit van de voorbije week tonen aan dat we in een kritische situatie zijn beland, en dat het niet gemakkelijk is voor de industrie om zich daar uit te werken. Maar ik blijf hoopvol. Vergeet niet dat er in Europa een heel sterke motor zit, genaamd Duitsland. Hopelijk kunnen we veel goede praktijken uit Duitsland straks ook breder uitdragen naar België en de rest van Europa.
“We hebben het zelfbewustzijn van onze chemische industrie een flink stuk verhoogd. Hopelijk helpt dat om bepaalde zaken in beweging te krijgen en op te lossen.”
COENEN. “Maar er is nog een enorm lange weg af te leggen. De perceptie is nog niet goed genoeg. Het is nog niet genoeg geweten welke mooie dingen we hier allemaal aan het doen zijn.”
Bert Lauwers, fotografie Pat Verbruggen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier