‘Het is niet altijd een volledig positief verhaal geweest’

De legendarische Dr. Paul Janssen stierf in 2003. Tien jaar later verzekert zijn zoon Herwig als enige de familieband bij Janssen Pharmaceutica.

De 53-jarige Herwig Janssen is de enige van de vijf kinderen van Dr. Paul die bij Janssen Pharmaceutica aan de slag is gegaan. Hij is vicepresident Business Development Emerging Markets. Het maakt hem een bevoorrechte getuige van goede en mindere tijden in het bedrijf dat zijn vader groot heeft gemaakt. “Het is niet altijd een volledig positief verhaal geweest”, geeft hij toe.

Dr. Paul, de geestelijke vader van wereldvermaarde medicijnen als Imodium, Motilium en Daktarin, had zijn bedrijf al in 1961 verkocht aan de Amerikaanse groep Johnson & Johnson (J&J). De legende wil dat hij de groei anders niet kon verzekeren. Aan het begin van de jaren negentig werd Dr. Paul, op zijn 65ste, tegen zijn zin door J&J met pensioen gestuurd. De opvolging liep niet van een leien dakje. Bovendien worstelde Janssen zoals vele farmareuzen met een opdrogende pijplijn van nieuwe producten. En omdat de octrooien op een aantal topproducten verliepen, hakte de concurrentie van goedkopere generische kopieën in op de omzet. Janssen Pharma, vele jaren gelauwerd als beste werkgever, moest daardoor in het begin van de eeuw vier keer snoeien in het werknemersbestand. De schok van de jongste sanering van 2009 is verteerd, vooral omdat de impact veel kleiner was dan gevreesd. En nu draait de Kempense farmatrots op volle capaciteit. “Mijn vader zou heel tevreden zijn met hoe hier gewerkt is.”

Maar toch moest meermaals worden geherstructureerd.

HERWIG JANSSEN. “Toen hij met pensioen ging, was dit het meest productieve bedrijf ter wereld. Elk jaar hadden we drie of vier geneesmiddelen. En plots waren we een van de minst productieve bedrijven.”

Wat zorgde voor die plotse stilstand?

JANSSEN. “Mijn vader zei dat hij veel te weinig aandacht had besteed aan zijn opvolging. Hij dacht dat er na zijn 65ste verjaardag niks zou veranderen. De organisatie was helemaal gefocust op één persoon. Toen die wegviel, probeerden de mensen Napoleonneke te spelen in hun eigen departement, en werd dat heel snel een bureaucratie. De orkestleider viel weg en iedereen wilde eerste viool spelen. Dat werkte niet.”

Maar het tij is gekeerd.

JANSSEN. “Die tien jaar zijn we doorgekomen dankzij Tom Heyman (CEO van Janssen Pharma en bij J&J al twee decennia verantwoordelijk voor businessdevelopment, het verwerven van verkooplicenties voor medicijnen en het aankopen van producten of bedrijven, nvdr). Licencing en acquisities werden vroeger bijna nooit gedaan. Mijn vader vond dat niet nodig. Hij vond dat we genoeg geneesmiddelen hadden. Tom is daarmee begonnen op verzoek van de toenmalige baas voor farma van J&J. Hij heeft ongelooflijke successen binnengehaald en heeft ons erdoor gehaald. Vandaag halen we een omzet van 25 miljard dollar, maar daar zijn wel achttien of negentien ingelicentieerde producten bij. En er was Paul Stoffels (nu bij J&J de topman voor de farmadivisie, nvdr). Paul kan enorm goed de link leggen tussen wetenschap en wat de markt nodig heeft. Hij durft beredeneerde risico’s te nemen, en heeft daar enorm veel successen mee gehad. We zijn zeven nieuwe geneesmiddelen aan het lanceren en hebben nu de beste pijplijn van de hele industrie.

“Zonder die twee had de toekomst van Janssen er heel slecht uitgezien. Ik ben er zeker van dat er hier van de huidige 5000 man dan zelfs geen 2000 meer zouden werken.”

Wat voor een vader was Dr. Paul?

JANSSEN. “Een die heel hard werkte. Toen was dat vaak zeven dagen op zeven, met vaste uren van halfnegen tot halfeen en van halftwee tot zeven. Maar zijn hobby’s waren thuis. Schaken en piano spelen, en ook tennissen deed hij heel graag. Hij ging nooit op restaurant. En thuis was hij een echte familieman, een goedgehumeurd iemand die hield van muziek en praten. Of hij zich bezighield met zijn kinderen? Dat werd vroeger niet gedaan. Als grootvader probeerde hij het wel…”

Wat hebt u van hem geleerd?

JANSSEN. Bescheiden blijven en respect hebben voor andere mensen. En zeer belangrijk: nooit roddelen. Daar kon hij absoluut niet tegen. En hij heeft me ook gezegd niet te investeren in dingen die ik niet begrijp.”

U hebt hetzelfde karakter?

JANSSEN. “Mijn vader was een Kempenaar, zoals ik. Kempenaren zijn rustige mensen, maar een beetje koppig.”

Hoe bent u in het bedrijf verzeild geraakt?

JANSSEN. “Ik heb rechten gestudeerd en moest eigenlijk naar het leger. Een week ervoor heb ik bij het parachutespringen mijn voet gebroken. Neen, niet met opzet (lacht). Maar ik dacht dat mijn oproeping met zes maanden zou worden uitgesteld en ging werken in Amerika bij J&J. Na zes maanden kreeg ik bericht dat ik afgekeurd was. Maar in België zeiden ze: ‘Je bent een Janssen dus mag je niet bij Janssen werken.’ Dat was echt de regel, omdat ik familie was. Dus ben ik in de VS gebleven.

“Voor mensen zoals Paul Stoffels en Tom Heyman is het nooit een probleem geweest dat ik een Janssen ben, en zal dat nooit een probleem zijn. Die dachten soms wel ‘wat zegt hij nu?’ (lacht) Tom Heyman heeft me trouwens teruggehaald. Er zijn er anderen geweest. Die hadden gewoon schrik, omdat ik de zoon was ván. Een typisch Belgische reflex. In Amerika was het eender of ik Janssen of Johnson heette. Daarom dat ik naar het buitenland moest om promotie te kunnen maken.”

De naam Janssen heeft zwaar gewogen?

JANSSEN. “Als ik het allemaal had geweten, denk ik niet dat ik ooit bij J&J zou gewerkt hebben. Als er functies vrijkwamen, wilden ze niet dat ik die kreeg omdat ik een Janssen was. Ik heb meer moeite moeten doen om ergens te geraken dan een ander. Het heeft me vertraagd.”

Had die weerstand ook te maken met het karakter van uw vader?

JANSSEN. “Ja, mijn vader was zeker geen diplomaat. Die zei wat hij dacht. Hij had zijn bedrijf verkocht, dus moest hij in principe luisteren. Maar dat deed hij niet en kon hij niet. Zijn bazen waren zo verstandig om hem te laten doen, omdat ze wisten dat hij gelijk had. Maar toen ging Jim Burke, de toenmalige CEO van J&J, met pensioen en diens opvolgers vonden dat mijn vader nu maar eens moest luisteren. En dat ging niet.”

Sprak u daarover met hem?

JANSSEN. “Heel veel. Dat was zijn grote frustratie, maar hij kon daar niet veel aan doen. Die mannen zeiden dat nooit in zijn gezicht. Dat durfden ze niet.”

Hij werd geïsoleerd?

JANSSEN. “Toen hem werd gevraagd met pensioen te gaan, wou hij niet. Maar J&J kon zich natuurlijk ook niet veroorloven hem zomaar weg te sturen, dus hebben ze hem off site onderzoek laten doen, Dat deed hij het liefste. In die tijd was het grote probleem oplossingen te vinden voor het hiv-virus dat aids veroorzaakt. Daar heeft hij zich op geconcentreerd, met ongelooflijk positieve resultaten.” (Zijn laatste vondst leidde tot de ontwikkeling van de aidsremmer Edurant, die in 2011 werd gelanceerd en door Janssen zelf werd omschreven als zijn wereldkampioen, nvdr.)

“Mijn vader dacht dat een goed geneesmiddel zichzelf verkocht. Op het laatst was dat niet meer waar. Er kwam veel meer nood aan farmaco-economische studies om zo’n geneesmiddel te ondersteunen. Dat was voor hem niet zo vanzelfsprekend. Maar hij werd daarin wel te weinig geconsulteerd. Hij was ook niet omringd door mensen die dat konden, en dat was een bron van frustratie. Maar ik wil daar geen negatief verhaal van maken. Want hij zou hij heel tevreden zijn met wat nu gebeurt.”

Heeft uw vader ooit spijt gehad dat hij Janssen Pharma had verkocht?

JANSSEN. “Als hij had geweten dat Janssen zo succesvol zou zijn, had hij nooit verkocht. Hij zei altijd ‘ik heb dat gedaan voor mijn mensen’, maar ik geloof dat niet. Weet u, Janssen was niet van hem, maar van de familie, in de eerste plaats van zijn ouders. En hij had twee zussen die er ook hun zegje in hadden. Een topman van J&J was toen louter toevallig met vakantie in Europa, en las in Paris Match een artikel over le grand scientifique Paul Janssen en Belgique. Die wou het bedrijf dus kopen, en mijn vader zei ‘goed, dan ben ik er vanaf’. Hij zou het nu wellicht anders hebben gedaan, maar voor Janssen is het uiteindelijk niet slecht uitgedraaid.”

Uw vader zou het zelf niet hebben kunnen uitbouwen?

JANSSEN. “Toch wel. In de jaren zestig heeft hij producten als haloperidol (antipsychoticum), alfentanil (anestheticum) en miconazol (tegen schimmelinfecties, bekend als Daktarin) ontwikkeld. Dat zijn grote successen geworden, en dat had hij ook op eigen houtje gekund. Je kan ook commercialiseren door de verkooplicentie aan iemand anders te geven. Dat inlicentiëren doen wij nu trouwens heel de tijd. Wij zoeken de Paul Janssens van deze wereld.”

BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE KRISTOF VRANCKEN

“Mijn vader dacht dat er na zijn 65ste verjaardag niks zou veranderen”

“Dr. Paul dacht dat een goed geneesmiddel zichzelf verkocht. Op het laatst was dat niet meer waar”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content