Het grote suc6 van sms
Per maand suizen er naar schatting 10 miljard sms-berichten door de ether. Wat zijn de gevolgen?
De short message service – kortweg sms – dateert van 1994, maar brak pas einde 1999 goed door. Dat de korte berichtjes zo’n gigantisch succes zouden kennen, had niemand ooit durven vermoeden. Ondertussen hebben filosofen zich over het fenomeen gebogen, om het gigantische succes te verklaren.
De populariteit van sms’en lijkt voor de hand te liggen. Telefoneren kan te opdringerig zijn, want de persoon die je wilt bereiken, wil misschien niet gestoord worden, of is niet bereikbaar. Om een e-mail te versturen, moet je een computer bij de hand hebben en een brief versturen, is vaak al helemaal niet meer aan de orde. Sms’en biedt hier een goed en eenvoudig alternatief. Toch is die eenvoud niet de enige verklaring. De essentie van het enorme succes van sms’en zit niet in het versturen van korte, zakelijke berichten, maar in de manier waarop jongeren ermee omgaan.
Jongeren sturen berichtjes om contact te houden met elkaar. De inhoud is van ondergeschikt belang, zeggen de filosofen, want het gaat veeleer om contact zoeken en houden. Het voelt gewoon prettig om een sms’je te ontvangen, daarom worden er ook zoveel verstuurd. Een berichtje komt neer op een elektronische knuffel. Je krijgt even aandacht. Je hoort erbij. “Mensen zijn het product van hun communicatie,” zegt professor Marc De Kegel, filosoof in Gent, in het magazine Bodytalk. “We worden pas onszelf in het contact met anderen.”
Marc De Kegel schreef samen met Bram Bresseleers en Jan Knops een boek over de nieuwe sms-cultuur: Messages, sms- en chat-cultuur van jongeren is uitgegeven bij Mens & Cultuur Uitgevers (www.mens-en-cultuur.com) en bedoeld voor mensen die veel met jongeren in contact komen.
Turbotaal
Een sms bevat maximaal 160 tekens, inclusief spaties. Dat is niet heel veel, maar het vraagt wat tijd om zoveel tekens te tikken. Jongeren hebben daarom hun eigen sms-taal ontwikkeld. Daarin wordt van alles weggelaten, afgekort, samengetrokken en vertaald in icoontjes. Een gewoonte die is doorgesijpeld uit de chatrooms. Chatten via internet kan al langer en ook in het chatjargon wemelt het van de icoontjes en afkortingen.
Chatten is bijzonder populair bij het jonge volkje. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat 90 procent van de jongeren gebruikmaakt van het chatprogramma msn; 55 procent doet dat zelfs dagelijks. De Algemene Onderwijsbond in Nederland spreekt van 5 procent verslaafden: dat zijn de jongens en meisjes die iedere week meer dan 32 uur achter de computer zitten om te chatten. Hoe dan ook, de nieuwe chattaal dringt door in de mobiele telefoons. Leerkrachten op school melden dat de nieuwe jongerentaal nu ook binnensluipt in het schoolwerk en dat is voor de meesten een brug te ver. Sommige docenten schreeuwen moord en brand over de invloed van de gsm-taal op het algemeen Nederlands. Anderen zien het niet als een verloedering, maar als een normale evolutie die we niet kunnen tegenhouden.
In hoeverre computer en gsm de spreek- en schrijftaal zullen beïnvloeden, is vandaag nog niet voorspelbaar. Uit een klein Brits onderzoek bij 35 tieners blijkt dat overvloedig sms-gedrag geen invloed heeft op hun schrijfvaardigheden. Dat neemt niet weg dat de school geen sms-taal accepteert in schooltaken. Op school moet de standaardtaal gehanteerd blijven.
Maar het ligt ook om andere redenen gevoelig, want voor veel mensen is taalverloedering een teken van morele verloedering.
Marleen Finoulst
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier