Het groepsgevoel van de huisarts

Steeds meer Belgische gemeenten kampen met een tekort aan huisartsen, zo blijkt uit cijfers van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (Riziv). De komende jaren zal dat tekort alleen maar aanzwellen. Het aantal huisartsen dat met pensioen gaat, kan onmogelijk worden gecompenseerd door het aantal afgestudeerden. Daarnaast kiest nog altijd een onevenredig groot aantal studenten geneeskunde voor een opleiding tot specialist. Bovendien reserveren jongere artsen steeds vaker meer tijd voor hun gezinsleven, waardoor er minder tijd overblijft voor consultaties. Veel afgestudeerde huisartsen trekken ook de grens over, omdat in de buurlanden beter wordt betaald.

Voor sommigen allemaal redenen om te eisen dat in Vlaanderen het toelatingsexamen voor de studies geneeskunde wordt afgeschaft, om snel de hoogste nood te lenigen. Alsof dat zoden aan de dijk zou brengen. Net dat examen zorgt voor een hoog slaagpercentage van 85 à 90 procent voor eerstejaarsstudenten geneeskunde. De studenten zelf hebben trouwens nog gepleit voor het behoud van die instroombeperking.

Dat het tekort aan beschikbare huisartsen zich steeds harder zou manifesteren, is geen donderslag bij heldere hemel. Experts als de Gentse professor Jan De Maeseneer voorspelden het al tien jaar geleden. Het leek lang op schuldig verzuim door de overheid, want die rekent wel op de eerstelijnszorg, zeg maar de huisarts, om te besparen in de gezondheidszorg.

Gelukkig is het beginnen te dagen en zijn er initiatieven genomen om de aantrekkelijkheid van het beroep te verbeteren. Vooral het financieringspakket Impulseo dat voorziet in een vestigingspremie en leningen, maar ook in een financiële tegemoetkoming voor praktijkassistentie, is een belangrijke stap in de juiste richting. De overheid moet zeker ook manieren zoeken om de overdreven inkomenskloof tussen huisartsen en specialisten te verkleinen, maar daar wringt het schoentje niet echt. Voor veel studenten geneeskunde en huisartsen zijn vooral de administratieve plichten er te veel aan, zeker in combinatie met de vele uren ‘s avonds en in het weekend.

De oplossing ligt nochtans voor vele gevallen voor de hand. Een enquête van de vakgroep huisartsgeneeskunde van de UGent toonde vorig jaar al aan dat de meerderheid van de solo werkende huisartsen naar een duo- of groepspraktijk wil evolueren. In een groepspraktijk kunnen administratie en agendabeheer worden overgeheveld naar een secretariaat, zodat de huisarts de handen vrij krijgt voor zijn of haar kerntaken.

De overheid moet dus het grof geschut bovenhalen om de twijfelaars een zetje te geven om zich aan te sluiten bij collega’s. Dat kan zeker door voort te bouwen op Impulseo, of bijvoorbeeld via een belastingkorting. Het model van de volledig op een eiland werkende huisarts heeft hoe dan ook zijn beste tijd gehad.

Door Bert Lauwers

In een groepspraktijk kunnen administratie en agendabeheer worden overgeheveld naar een secretariaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content