Het geld halen waar het zit
Raken bedrijven nog aan financiering? BAN Vlaanderen vroeg geldschieters die vraag te beantwoorden in een publiek debat. De antwoorden waren soms verrassend. “Bedrijfskredieten zijn te goedkoop in België.”
Het volume aan uitstaande bankkredieten aan kmo’s is in België nooit groter geweest. De teller staat op 128,5 miljard euro, dat is 23,5 miljard meer dan in 2007.” Ingmar Symoens, directeur Business Center bij ING, zet de puntjes op de i: bedrijven hebben niet te klagen over de banken. Ook niet over de tarieven. “De rente op bankkredieten schommelt tussen 2,5 à 3 procent. Vijf jaar geleden was dat nog meer dan 5 procent.”
Symoens deed zijn uitspraken op een debat georganiseerd door Business Angels Netwerk Vlaanderen (BAN Vlaanderen). Het debat draaide rond financiering van bedrijven in deze moeilijke tijden. Zijn de geldschieters nog steeds aanspreekbaar voor ondernemers? “Ik durf te zeggen: een goed onderbouwd project krijgt bij ons gehoor”, aldus Symoens. “Wie is de ondernemer achter het project? Investeert hij ook eigen middelen? Dat geeft ons vertrouwen. Waarborgen zijn voor de banken van secundair belang.”
Het probleem met bankkredieten zit hem eerder in de vraag dan het aanbod, stelt Sophie Manigart, professor aan de Vlerick Business School en een van de sprekers op het debat. “Studies van de Nationale Bank en de Europese Centrale Bank bevestigen de daling van de kredietaanvragen (zie kader De bankier, uw vriend). Komt daarbij dat de financiële gezondheid van de bedrijven slechter is dan vroeger. Bedrijfskredieten zijn te goedkoop in België. De winstmarge op vergelijkbare kredieten is lager in België dan in andere Europese landen. De Belgische banken halen dat op via hogere prijzen op andere diensten.”
Rendement
Bedrijven krijgen nog bankkredieten, maar krijgen ze ook risicokapitaal? Bij de businessangels wel. Vorig jaar deden de leden van BAN Vlaanderen veertien investeringen, dit jaar zitten ze al aan twintig, en het jaar is nog niet om. Slechts de helft van de investeringen gaat naar starters, nochtans de traditionele visvijver van businessangels. Starters zijn echter riskante beleggingen. “Wij investeren almaar meer in mature dossiers, zeg maar bedrijven van meer dan twee of zelfs vijf jaar oud”, liet Reginald Vossen, directeur van BAN Vlaanderen, weten. “Een businessangel beseft dat hij risico neemt, maar het moet aanvaardbaar blijven.”
Daar staat tegenover dat businessangels doorgaans minder strenge rendementseisen stellen dan bijvoorbeeld durfkapitalisten, die zich aan grotere gokken wagen. Businessangels investeren 25.000 tot 250.000 euro per dossier, wat kan oplopen tot 1 miljoen euro dankzij middelen uit het Ark Angels Activator Fund, het co-investeringsfonds van BAN Vlaanderen. Durfkapitalisten zitten een klasse hoger. Voor hen is 250.000 tot 500.000 euro een minimum, en dan nog. “We doen dit soort bedragen alleen als er uitzicht is op enkele miljoenen euro’s extra investeringsmiddelen in latere fases”, zegt Jos Peeters, CEO van het durfkapitaalbedrijf Capricorn Venture Partners. “Wij richten ons op hightech. Daar heb je forsere bedragen nodig om tot succes te komen. Biotech en medische technologie draaien goed, in cleantech gaat het wat minder vandaag.”
Capricorn verwacht zijn inleg minstens vijf tot tien keer terug te zien. Wie bij een durfkapitalist aanklopt, zet zich beter schrap. Peeters: “Voor ons cleantechfonds hebben wij 2000 dossiers gescreend. Daarvan hebben we er amper zestien geselecteerd. De overige waren daarom niet slecht, maar wij willen grote rendementen. De meeste ondernemingen zijn niet geschikt voor durfkapitaal. Ik ben de eerste om dat toe te geven.”
Peeters gaf nog mee dat zes van de zestien geselecteerde projecten intussen over de kop zijn gegaan. “Van de tien overblijvers hebben er vier of vijf het potentieel het hele fonds terug te betalen”, aldus nog Peeters. Durfkapitaal is niet voor doetjes.
Het rendement van businessangels kwam niet aan de oppervlakte in het debat. Zij moeten alvast niet veel onderdoen voor de durfkapitalisten, meent Manigart. “Businessangels investeren minder in hoogrisicoprojecten, waardoor ze minder dossiers moeten afschrijven. Businessangels kunnen zich ook meer geduld veroorloven. Durfkapitalisten daarentegen zijn gebonden aan deadlines, en moeten soms participaties verkopen nog voor die hun potentieel gerealiseerd hebben. Dat alles maakt dat businessangels uiteindelijk nog een behoorlijk rendement halen.”
Basiskennis
Crowdfunding is de democratische variant van risicokapitaal, maar Vlaanderen loopt achter op de buurlanden. “Vorig jaar telde Nederland 29 platformen voor crowdfunding, het VK 44”, weet Bart Walterus van accountant- en adviesbedrijf KPMG. “In Vlaanderen is er nog geen begin van inventaris.”
Crowdfunding draait lang niet altijd om kapitaalverstrekking. “Zo kan een platform gewoon vragen een bedrag te schenken, soms met vergoeding in natura, een toneelticket bijvoorbeeld”, aldus Walterus. “Dat soort crowdfunding is het meest verspreid. Klassieke financiering via crowdfunding is wel aan een opmars bezig. Deelnemers geven dan een lening, waarop ze rente krijgen, maar dat hoeft niet. Het is ook mogelijk dat ze enkel de lening terugbetaald krijgen. Verstrekken ze kapitaal, dan worden ze aandeelhouder en ontvangen ze een dividend. In dat geval moeten ze wel hun deel van het risico dragen. Meer en meer ondernemers zien dit soort crowdfunding als een bijkomende financieringsbron.”
Omdat crowdfunding via het internet verloopt, is het erg geschikt om de markt te testen. “Wie T-shirts ontwerpt, weet meteen of zijn creaties aanslaan”, aldus Manigart. Maar het is niet al goud wat blinkt, waarschuwt John Neven, vennoot van adviesbedrijf Neven & Partners. “Er zijn heel wat financieringsbronnen beschikbaar: bankkredieten, geld van businessangels, durfkapitaal, private equity, met daarnaast nog een reeks instrumenten van overheidsinstellingen als het federale Participatiefonds en het Vlaamse PMV, zoals achtergestelde leningen en waarborgen. Welke projecten zullen dan bij crowdfunding terechtkomen? Projecten die elders niet aan de bak komen. Als het is om de boel te belazeren, speel ik niet mee.”
Daarom pleit Neven voor een bescherming van de consument via een specifiek wettelijk kader voor crowdfunding, dat er nu niet is in België. Crowdfunding moet terugvallen op bestaande regels voor de bescherming van beleggers, zoals de Prospectuswet. Bart Candaele, diensthoofd strategie en financiering van het Vlaamse Agentschap Ondernemen, relativeert de Belgische achterstand in regelgeving: “De financiële waakhond FSMA heeft een handleiding uitgevaardigd voor crowdfunding. Daarmee geraak je al een heel eind. De meerwaarde van crowdfunding is dat het mensen in staat stelt kleine bedragen te investeren. Zo bereik je een doelgroep die anders nooit in contact komt met ondernemingen.”
Volgens Manigart is er in de bedrijfswereld een groot gebrek aan basiskennis van financiering. “Ik hoor verhalen van ondernemers die stomverbaasd zijn over een tarief van 8 procent voor een achtergestelde lening, terwijl ze bij de bank maar 3 procent moeten betalen. Ze weten niet dat sommige soorten van financiering een hoger rendement eisen. Nederlanders zijn veel beter op de hoogte. Een basisopleiding economie in het middelbaar onderwijs zou al heel wat helpen.”
JOZEF VANGELDER, FOTOGRAFIE THOMAS DE BOEVER
“Wij investeren almaar meer in mature dossiers, zeg maar bedrijven van meer dan twee of zelfs vijf jaar oud” Reginald Vossen
Businessangels kunnen zich meer geduld veroorloven. Durfkapitalisten daarentegen zijn gebonden aan deadlines” Sophie Manigard
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier