Het geheim van het succes

Martin Hinoul (KU Leuven) gaat op zoek naar het geheim van Silicon Valley, bakermat van Hewlett-Packard, Intel, Apple, Oracle en Netscape.

Toen Kristien Mortelmans in 1965 haar man Joost volgde, die aan de Stanford University een doctoraat voorbereidde, sprak ze geen Engels. Ze had in Oostende net haar middelbare school beëindigd. Na talloze avondcursussen werd ze zelf toegelaten aan Stanford, waar ze de moeilijke richting biologie koos. Later specialiseerde ze zich in medische microbiologie. Na haar doctoraat volgde ze nog een tweejarige postdoctorale studie in de Medical School. Inmiddels werkt ze al meer dan 22 jaar aan het befaamde Stanford Research Institute. Haar man Joost werkt bij IBM in San Jose. Het Belgische bier kunnen ze nog altijd appreciëren, België zelf hebben ze ver achter zich gelaten. Het geheim van hun succes? Zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen. Zo luidt het prestatierecept van elke winnaar. In Silicon Valley wordt dat menu ook gevoed door de omgeving. Daar vind je nog de vrijheid om je ideeën te verwezenlijken, zo maakt Martin Hinoul duidelijk in zijn boek Silicon Valley.

De auteur, zelf doctor in de wetenschappen en momenteel business development manager bij KU Leuven Research & Development, leerde de vallei vooral kennen als technologisch attaché op het Belgisch consulaat in Los Angeles en vanuit de Belgische ambassade in Washington DC. In zijn boek laat hij enkele Vlamingen in de vallei aan het woord, zoomt in op de geschiedenis van bekende vallei-ondernemingen en gaat vooral op zoek naar een verklaring voor het succes van het mekka van de computerindustrie.

Hard labeur.

Een andere Vlaming, Herman De Kesel ( Tasa International, management- en personeelsadvies) schuift acht voorwaarden naar voren die de Valley zo succesvol maken.

Eén: de aanwezigheid van twee uitstekende universiteiten (Stanford en Berkeley). Zij zorgen niet alleen voor toponderzoek, maar stimuleren ook dat professoren en onderzoekers samenwerken met het bedrijfsleven. Vele academici zetten zelf (deeltijds) de stap naar het ondernemerschap.

Twee: zowel deze universiteiten als andere uitstekende scholen leveren niet alleen wetenschappers, ingenieurs en technici, maar ook andere specialisten die zich met de zakelijke en juridische aspecten bezighouden. Het volstaat immers niet een innovatie te vinden, ze moet ook op de juiste manier op de markt gebracht worden.

Drie: een continue toestroom van innovatoren. Vernieuwers van over de hele wereld worden aangetrokken. Vele bedrijven worden dan ook opgezet door immigranten.

Vier: de nabijheid, het jobhoppen en de talloze discussies zorgen voor een openheid en kruisbestuiving van ideeën. In dit perspectief hoort ook de cocompetition thuis, nog een fenomeen waarvan de bakermat in de Valley ligt. Cocompetition verenigt bikkelharde concurrentie en samenwerking.

Vijf: in de vallei kunnen ongewoon sterke teams worden samengesteld, die nieuwe ideeën verder uitwerken en marktrijp maken.

Zes: de aanwezigheid van de leveranciers van risicokapitaal en privé-investeerders ( business angels) zorgen in de moeilijke beginfase voor de nodige financiële middelen. Venture capital is onontbeerlijk. In 1997 werd een derde van het volledige beschikbare venture capital in de VS in Silicon Valley geïnvesteerd.

Zeven: Moore’s Law. Gordon Moore voorspelde de explosieve groei in de halfgeleiderindustrie en de producten die hieruit voortspruiten. Juist door die snelle evolutie kunnen bestaande producten opgegeven worden (ook al doen ze het nog goed) om nieuwe, betere versies op de markt te brengen. Wie dit kannibalisme niet toepast, raakt onherroepelijk achterop.

Acht: het zachte mediterrane klimaat met zijn onbegrensde ontspanningsmogelijkheden maakt deel uit van de aantrekkingskracht om zich juist in deze omgeving zo hard in te spannen. Laat daar alvast geen misverstand over bestaan: in Silicon Valley gaat het er weliswaar erg informeel aan toe, maar er wordt hard labeur geleverd.

(Geen) Vlaamse vallei.

Voeg bij de acht voorwaarden van De Kesel nog vijf andere ingrediënten en de valleitroeven worden helemaal duidelijk. Primo: talent wordt beloond met aandelenopties. Secundo: het personeelsbeleid kent weinig hiërarchische lagen, geen statussymbolen, geen anciënniteit, geen sterren en strepen, en geeft veel vrijheid, zij het binnen de afgesproken weg. Individueel talent en vrijheid vinden een vruchtbare bodem in teamwerk en gelijkgezinden. Tertio: het gaat erom risico’s te nemen. Wie mislukt, krijgt nieuwe kansen. Quarto: de arbeidsmarkt is uiterst soepel. Quinto: het belastingsysteem is erg voordelig voor investeerders.

Wie deze voorwaarden kent, beseft meteen dat de Vlaamse technologievalleien zich nog lang niet kunnen spiegelen aan Silicon Valley. Vele geïnterviewden twijfelen er trouwens sterk aan of de specifieke cultuur wel gekopieerd kán worden. Hopelijk lezen ook vele Vlaamse politici de uitstekende analyse van Martin Hinoul.

Martin Hinoul, Silicon Valley. Universitaire Pers Leuven, 200 blz.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content