HET ELDORADO BESTAAT
“Gécamines kan binnen de vijf jaar gemakkelijk 600.000 ton koper en 60.000 ton kobalt produceren,” zegt Kalaa Mpinga, Congolees en tot december 2001 executive vice-president van de Zuid-Afrikaanse mijnreus Anglo American ( AAC). Hij ziet voor Gécamines eenzelfde rol van economische locomotief weggelegd als Debtswana in Botswana (Debtswana is het samenwerkingsverband tussen de regering en het diamantconcern De Beers).
“Het ontmantelen van de activa van Gécamines moet stoppen, want men is bezig dat potentieel te ondermijnen,” waarschuwt hij. GCM zou omgeturnd kunnen worden tot een van de rendabelste mijngroepen, naar het voorbeeld van het Afrikaanse Ashanti Goldfields. De voorwaarden zijn dan wel dat er politieke stabiliteit en juridische zekerheid komt, en dat men in Congo ophoudt met privé-investeerders te pluimen.
Mpinga kent Congo en zijn vele onderhuidse belangennetwerken. Daarom pleit hij ervoor om het management van de GCM-concessies aan een buitenstaander, een strategische partner met een minderheidsbelang, toe te vertrouwen. “Iemand met financiële slagkracht en de ambitie om op te klimmen tot de topvijf in koper- en kobaltontginning, maar die nog geen actieve speler is.” Desgevraagd noemt hij Xtrata, de mijntak van de Zwitserse tradinggroep Glencor, en Braziliës grootste mijngroep CVRD.
Mpinga volgt de Wereldbank: geen uitverkoop van de Congolese ondergrond. “Selecteer een onafhankelijk, professioneel managementteam, laat het zich concentreren op een aantal key sites, en doe internationale aanbestedingen voor sleutel-op-de-deurprojecten en bijbehorend management.”
De succesvolle omvorming van het Ghanese staatsbedrijf Ashanti Goldfields tot een in Londen genoteerde, dynamische Afrikaanse mijngroep, is volgens Mpinga ook voor GCM haalbaar. “Er zitten bij Gécamines bekwame Congolese ingenieurs. Niemand kan dat ontkennen. Geef ze een kader waarin ze zich in alle transparantie kunnen ontplooien.”
Kalaa Mpinga weet zeker dat Gécamines, met zware investeringen en met de modernste technologie, zich kan opwerken tot de goedkoopste producent van koper – in een prijsvork van 30 tot 35 dollarcent per pond. Behalve Chili produceren de meeste andere mijnen koper tegen een kostprijs tussen de 40 en de 60 dollarcent. Het struikelblok in Katanga zijn de transportkosten. De huidige prijs van 100 dollar per ton zou echter teruggebracht kunnen worden tot 30 dollar als de Benguelaspoorweg vanuit Katanga dwars door Angola opnieuw operationeel zou worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier