Het economische geweten van Wallonië
Jarenlang staken de Waalse politici de kop in het zand, want discussiëren over de miljardentransfers van Vlaanderen naar Wallonië getuigde van slechte smaak. Zelfs de vraag stellen of de transfers gerechtvaardigd waren, was taboe. Tot een aantal Waalse academici vorig jaar vragen begon te stellen over het nut van de transfers en over het risico dat die de Waalse economie in slaap zouden wiegen. Toen hun standpunten in de pers verschenen, trokken de professoren snel hun staart in. Maar er is één Waalse hoogleraar die het debat niet schuwt: Robert Deschamps, verbonden aan de Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix in Namen.
In een recent verschenen paper ( Heeft het Belgische federalisme nog zin?) stelt deze macro-econoom dat de Franstaligen er goed aan doen de scheiding van België voor te bereiden. Eigenlijk maakt de hoogleraar twee analyses. Enerzijds moeten de Franstaligen hun negationisme opzijzetten en duidelijk onder ogen zien dat het huidige federalisme met zijn geldstromen niet functioneert. Meer verantwoordelijkheid bij de deelstaten leggen, is de boodschap. De federale staat en de deelstaten moeten bijvoorbeeld doelstellingen vooropzetten inzake werkgelegenheid en onderzoek en ontwikkeling, en de middelen efficiënt aanwenden. Responsabilisering heet dat.
Deschamps waarschuwt voor een stijging van de rentelasten wanneer er over de splitsing van de staatsschuld zal worden onderhandeld. En hij waarschuwt ook de Vlamingen ervoor dat bij een opdroging van de transfers Wallonië aanzienlijk zou verarmen. “En een arme buur heeft Vlaanderen zeker niet nodig,” is zijn argument. Met zijn standpunten profileert hij zich als de persoon die wetenschappelijk onderbouwde argumenten hanteert om de Denkgroep ‘In de Warande’ van antwoord te dienen. Daarvoor diept hij een tien jaar oud werkstuk op: The cost of non-Belgium, la valeur ajoutée de la Belgique fédérale, de meerwaarde van het federale België, uitgebracht door de Bel- gisch gezinde denktank Coudenberggroep. Deschamps was een van de auteurs van dit anti-Warandemanifest avant la lettre en is van oordeel dat de inhoud ervan nog altijd actueel is.
Deschamps mag dan een buitenbeentje zijn omdat hij het debat over de splitsing van België zonder koudwatervrees aangaat, hij staat dichter bij het Franstalige establishment dan velen zouden denken. Terwijl MR-senator Alain Destexhe ervoor pleit dat Wallonië zo snel mogelijk zijn economie saneert zodat het niet langer een beroep moet doen op het Vlaamse manna, blijven transfers volgens Deschamps een noodzaak. Het voorkomt armoede, zo is het standpunt van de Naamse hoogleraar. Hij is ook een fervent tegenstander van de regionalisering van het sociale overleg. Dat zou immers leiden tot een splitsing van de betaling van sociale bijdragen en het einde van de unitaire sociale zekerheid.
“Als Deschamps invloed uitoefent op de politieke wereld, gebeurt het onrechtstreeks,” zegt een collega-hoogleraar. “Al worden zijn voorstellen op een selectieve wijze overgenomen door de politici.” Zo pleitte hij vier jaar voor een sterke daling van de gezondheidsuitgaven, maar dat voorstel werd door niemand opgemerkt.
Anders was het met zijn oplossing voor de benarde financiële situatie van Brussel. De personenbelasting zou niet meer betaald worden in de woonplaats, maar wel op de plaats waar men werkt. Dat zou Brussel extra ademruimte geven, en Brussels minister-president Charles Picqué (PS) stelde al meer dan eens voor om die piste te bewandelen.
De grootste invloed heeft Deschamps echter uitgeoefend toen heel Franstalig België in de jaren negentig in de ban was van de herfinanciering van het onderwijs. De Franse Gemeenschap keek eind jaren negentig aan tegen een tekort van 173 miljoen euro, terwijl de put volgens de Hoge Raad voor Financiën slechts 114 miljoen euro mocht bedragen. In een studie die Deschamps samen met zijn confraters Michel Mignolet van Namen en Paul Kestens van de ULB maakte, werd gepleit voor een herfinanciering van het onderwijs. Een absolute prioriteit voor de Franstalige partijen, die tijdens de Lambertmontonderhandelingen extra middelen wisten binnen te halen.
Daarnaast pleit Deschamps al jaren voor een betere werking van het Franstalige onderwijs. “Hij neemt op dat vlak wel eens provocatieve standpunten in,” vertelt Jean Hindriks, UCL-econoom en medewerker aan de denktank Itinera Institute. “Voor Deschamps betekenen extra middelen niet noodzakelijk een efficiëntere werking van een overheidsdienst. Hij maakt zich niet populair met die standpunten, maar ik bewonder hem daar wel voor. Een onafhankelijke denker en vorser. Hem een politieke kleur geven, is moeilijk.” In maart publiceerde hij nog een ophefmakende studie over de financiering van het onderwijs, waarin hij stelde dat het Franstalige onderwijs te veel middelen kreeg voor te weinig resultaten. “De uitgaven voor onderwijs in verhouding tot het bruto binnenlands product (BBP) zijn de hoogste in de wereld, met uitzondering van Denemarken,” is zijn conclusie. “Nochtans scoort het onderwijs in Franstalig België slecht in alle vergelijkingen. De middelen worden verkeerd aangewend en de netten en scholen blijven liever op hun eigen kleine, beschermde terrein spelen dan samen te werken.”
Met zijn provocerende standpunten is Deschamps het Waals economische geweten die de Waalse politici een spiegel voorhoudt. Zijn jongste studie wordt dan ook gezien als een lijst met hints voor de Franstalige onderhandelaars, met als belangrijkste advies: als de staatsschuld wordt gesplitst, moet dat gebeuren op basis van hun bijdrage tot het BBP. Vlaanderen zou hierbij dus de zwaarste lasten moeten dragen.
ROBERT DESCHAMPS
Hoogleraar aan de Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix in Namen.
Schrijft in een recente paper dat de Franstaligen de scheiding van België moeten voorbereiden.
Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier