Het echte begrotingswerk begint nu pas

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Ik zie nochtans ook geen verband tussen het winkelgedrag van mijn vrouw en de hoogte van het begrotingstekort,” zei Guy Quaden, gouverneur van de Nationale Bank, bij de presentatie van zijn nieuwe jaarverslag. Maar er is wél een verband en dat koopgedrag verklaart zelfs de verrassend sterke groeiprestaties van de Belgische economie in de jongste jaren. Wij Belgen trokken de portemonnee open, niet zozeer omdat we meer verdienden, maar omdat we minder spaarden. En die lagere spaarquote is volgens de analyse van de Nationale Bank te danken aan de sanering van de overheidsfinanciën. Quaden: “Het zet de Belgische gezinnen er wellicht toe aan om het bestedingsgedrag af te stemmen op betere perspectieven voor het netto-inkomen.”

Hoe vaker minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP.A) kan uitpakken met een begroting in evenwicht, hoe beter dat lijkt voor de Belgische economie. Vande Lanotte speelt daarom zo vaak mogelijk dit refrein, want als een moderne variant op de rattenvanger van Hamelen loopt de bevolking hem achterna, recht de winkels in. De overname van de schulden van de NMBS brengt de schuldafbouw dit jaar overigens bijna tot stilstand en dat is dus slecht voor de economie. Die strofe is dan ook uit het officiële repertoire geschrapt.

Dat het begrotingsevenwicht de jongste jaren alleen mogelijk was dankzij forse eenmalige maatregelen, is in deze redenering niet eens een valse noot. Het lijkt zelfs een goede investering geweest te zijn. Het doel (economische groei) heiligt de middelen (eenmalige inkomsten). En vanaf dit jaar is het begrotingsevenwicht in toenemende mate te danken aan de extra fiscale inkomsten die gepaard gaan met een goede conjunctuur, die op zijn beurt dus te danken is aan dat begrotingsevenwicht. Of hoe Vande Lanotte de Belgische economie bij het eigen haar uit het moeras trekt. De vraag is hoe lang dit mooie liedje kan blijven duren.

De Belgen sparen nog altijd relatief veel. Er lijkt dus nog ruimte over voor extra groei. Maar het begrotingsevenwicht is wankel. De overheidsuitgaven voor intrestlasten stijgen al enkele jaren pijlsnel – ook in 2004 bedroeg de onderliggende groei 2,8 % in reële termen, wat sneller is dan de groei van het bruto binnenlands product – en de vergrijzing zal de druk op de uitgaven nog versterken. Deze trend combineren met een lastenverlaging zal een strikte begrotingsdiscipline vergen, die politiek veel moeilijker ligt dan het opsouperen van eenmalige inkomsten. Het echte begrotingswerk komt er nu pas aan. Klaart de regering deze klus niet, dan zal de bevolking snel doorhebben dat het met de overheidsfinanciën toch niet zo snor zit.

Bovendien kan het Belgische productieapparaat de extra binnenlandse vraag op termijn gewoon niet aan, omdat de potentiële groei slechts 2 % bedraagt. De economie vooruitpraten op basis van betere begrotingscijfers lukt dus maar even en het vergt ook daden om het groeipotentieel op te drijven. Nederland en Duitsland volgen trouwens een omgekeerde strategie. Via soms pijnlijke hervormingen jaagt de overheid daar de consumenten de winkels uit, maar de economie vaart er op termijn wel beter bij.

Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content