Het buik-gevoel van Jan Hoet

Vorige week maakte de Stichting Marketing de shortlist bekend voor de verkiezing van de Marketeer van het Jaar. Geen Jan Hoet bij die laatste drie, al stond de directeur van het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst (S.M.A.K.) in Gent wél op de longlist.

De drie kandidaten die op de shortlist van de Stichting Marketing voorkomen, zijn Alain Bauwens ( Henkel China), Staf Helbig ( Dexia Bank) en Mieke Callebaut ( Guylian) (zie Trends, 19 oktober 2000, blz. 122). De drie zijn door een jury uit een lijst van ruim vijftig voorgedragen kandidaten gekozen. Onder hen dus ook Jan Hoet.

Is Hoet dan een topmarketeer? Consultant Louis Delcart leidde de jurybesprekingen die de finalisten moesten aanwijzen: “Er waren mensen uit allerlei sectoren voorgedragen. Jan Hoet was een van de voorgestelde marketeers. Als er één ‘buikmarketeer’ in de culturele sector rondloopt, is Hoet het wel. Maar daar houdt het toch op. Hoet werkt meer instinctmatig en staat daardoor niet model voor het marketingberoep.”

Delcart zegt alle respect te hebben voor de verwezenlijkingen van de culturele buikmarketeer, zoals Over The Edges. “Dat was ook de aanleiding om hem in de lijst op te nemen. De opmerking was dat Gent in het recente verleden in het weekeinde en zeker op zondag een doodse stad was. Op het moment van de tentoonstelling zag je honderden mensen met een plattegrondje door de stad wandelen. Je voelde dat er een enorme impact was. Hoet weet hoe hij het publiek moet bespelen.”

Dat Hoet fondsen verzamelt voor het werk ‘ Grande casserole de moules‘ van kunstenaar Marcel Broodthaers – beter bekend als ‘ De Mosselpot‘ – speelde minder mee in de mogelijke kandidatuur. Delcart: “Het loopt wel samen. Hoet is een cultfiguur. Alles wat hij zegt en doet komt in de media.”

Delcart wijst erop dat de Stichting Marketing al eerder voor marketeers met buikgevoel heeft gekozen. In 1997 kregen Jan Van Esbroeck en Jan Vereecke, de organisatoren van de Night of the Proms, de titel van Marketeer van het Jaar. Als economen pasten ze het gevoel professioneel, structureel in hun activiteiten in.

ad van poppel